Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.de vennootschap onder firma [Horeca],
[geïntimeerde 2]wonende te [woonplaats],
[geïntimeerde 3],wonende te [woonplaats],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 510400 CV EXPL 13-721)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“Ik heb al via de advocaat hulp ingeschakeld en ik betaal je keurig alles terug. Wat ik nu heb krijg je allemaal en de rest per maand of per week (…). Ik werk nog een aantal uurtjes zo erbij en dit gaat rechtstreeks naar jou. Dit is door mij beloofd en doe ik dan ook.”en
“Graag de stukken met bewijsvoering en overzicht van de tekorten, dan kan mijn advocaat daarin bemiddelen wat betreft betaling”.In een bericht van 17 november 2012 heeft [appellante] aan [geïntimeerden] geschreven:
“Deze stukken zijn nodig daar verdachte moest tekenen voor een bedrag van € 8000 en zij daar haar gegronde twijfels over heeft dat zij dit alleen ontvreemd heeft”.
“nu het evident is dat deze verklaring onder misbruik van omstandigheden is afgedwongen en een inhoud bevat waarop de wil van [appellante] nooit is gericht”.Zonder toelichting, die niet is gegeven, valt niet in te zien wat het nut is van deze toevoeging. Het betreft slechts een toelichting op de gevorderde verklaring voor recht en heeft geen toegevoegde waarde. Het hof ziet voorshands geen aanleiding deze cursief gedrukte passage in het dictum op te nemen. Het hof zal de beslissing over de vraag of [appellante] ook terecht een beroep heeft gedaan op vernietiging van de verklaring voor zover deze ziet op de schuldbekentenis aanhouden (zie verder rov. 3.19 en 3.24).