Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van Zandvoort;
- de man, bijgestaan door mr. Kamphuis.
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 30 september 2014;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 3 oktober 2014.
3.De beoordeling
- “de daadwerkelijke kosten voor kinderdagverblijf of peuterspeelzaal en school zullen naar draagkracht van de ouders betaald worden;
- de moeder betaalt in eerste instantie de volledige rekening of factuur voor kosten van [de dochter] en belast het deel van de vader door. De vader ontvangt van de moeder een kopie van de factuur/rekening;
- de moeder betaalt 35% van de kosten voor [de dochter] en de vader betaalt uiteindelijk dus 65%;
- de vader moet zijn deel van de gemaakte kosten per bank betalen aan de moeder (binnen een termijn van 14 dagen);
- de verdeelsleutel van 65% voor de vader en 35% voor de moeder wijzigt als de moeder een nieuwe partner krijgt en samenwonend is. Dan wordt de verdeelsleutel ieder de helft: dus 50% - 50%.
- De jaarlijkse kinderbijslag (in 2010 een bedrag van € 780,-) zal 50%-50% verdeeld worden.”
“De dagelijkse kosten van [de dochter] alsmede huisvestingskosten welke ontstaan gedurende de periode dat [de dochter] bij een van partijen verblijft, komen voor rekening van de desbetreffende ouder.”
- een klacht tegen het procesverloop in eerste aanleg (grief 1);
- het zorgkortingspercentage (grief 2).
- van 22 april 2014 tot 3 juni 2014 € 738,- per maand;
- van 3 juni 2014 tot 1 januari 2015 € 369,- per maand;
- vanaf 1 januari 2015 € 355,- per maand.
- € 369,- minus (€ 206,84 - € 33,70) = € 195,86 per maand in de periode van 3 juni 2014 tot 1 januari 2015;
- € 355,- minus (€ 206,84 - € 40,70) = € 188,86 per maand in de periode vanaf 1 januari 2015.
- € 281,79 per maand in de periode van 22 april 2014 tot 3 juni 2014;
- € 195,86 per maand in de periode van 3 juni 2014 tot 1 januari 2015;
- € 188,86 per maand in de periode vanaf 1 januari 2015.
4.De beslissing
- € 281,79 per maand in de periode van 22 april 2014 tot 3 juni 2014;
- € 195,86 per maand in de periode van 3 juni 2014 tot 1 januari 2015;
- € 188,86 per maand in de periode vanaf 1 januari 2015, voor wat de nog niet verschenen termijnen betreft te voldoen bij vooruitbetaling;