4.1In het bestreden vonnis zijn in r.o. 2.1 en 2.2 enkele feiten vastgesteld. Daartegen richt de grief zich niet, zodat het hof daarvan uitgaat. Verder staan nog enkele feiten vast. Het hof zal hierna een opsomming geven van alle vaststaande feiten. Ter verduidelijking is hierna allereerst een plattegrond opgenomen, weergevende de hoek van de [straat kleur geel] en [straat kleur rood] te [woonplaats] . Deze plattegrond is als bijlage gehecht aan het bestreden vonnis en de juistheid daarvan wordt niet betwist.
Op de plattegrond zijn met de met de hand de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 geschreven. De cijfers 1, 2, 3 en 4 staan in getekende blokjes, waarmee garages zijn aangeduid die horen bij enkele woningen aan de [straat kleur geel] . De pijl verbonden aan de cirkel om het cijfer 5 wijst eveneens naar een garage behorend bij een woning aan genoemde straat. Garage 1 behoort bij woning nr. 2, garage 2 behoort bij woning nr. 4, garage 3 hoort bij de woning nr. 6 van [appellant] , garage 5 hoort bij woningen nr. 8 en 6a van [geïntimeerde] . Tussen partijen is in geschil of [geïntimeerde] op grond van de artikelen 3:105 jo. 3:306 BW door bevrijdende verjaring eigenaar is geworden van de garage op de plattegrond aangeduid met nr. 4 en de betreffende ondergrond zich bevindend op het kadastrale perceel aan de [straat kleur geel] 6.
a. Tot de dag waarop de notariële akte van 19 september 1972 is opgemaakt, maakten de woningen 8, 6a en 6 aan de [straat kleur geel] onderdeel uit van een groter kadastraal perceel. Bij genoemde notariële akte is het perceel [straat kleur geel] 6 afgesplitst van het perceel [straat kleur geel] 8 en 6a. De akte bevatte onder meer de volgende bepaling:
“
De bestaande doorgangen van en naar de openbare weg worden door partijen voorzoveel nodig bestemd tot en erkend als een buurpad in de zin van artikel 719 van het Burgerlijk Wetboek.”. Het betrof hier onder meer een doorgang over het achterste deel van percelen 6, 4 en 2 richting [straat kleur rood]
b. Bij notariële akte van 19 februari 1973 zijn de woningen [straat kleur geel] 8 en 6a te [woonplaats] overgedragen aan [verhuurder] (of [verhuurder] ), waarbij onder meer de hiervoor geciteerde bepaling is opgenomen.
c. Op enig moment in 1978 hebben de ouders van [geïntimeerde] de woning 6a gehuurd van [verhuurder] en is [geïntimeerde] samen met zijn ouders deze woning gaan bewonen. [geïntimeerde] is daar blijven wonen tot 1982/1983.
d. In 1993 zijn de woningen 8 en 6a in eigendom overgedragen aan de broer van [geïntimeerde] . Bij notariële akte van 12 juni 1996 is [geïntimeerde] eigenaar geworden van de woningen 8 en 6a. Hij is nog steeds eigenaar van deze woningen.
e. In 1984 heeft de toenmalige eigenaar van woning nr. 6, een zekere [voormalig eigenaar 1] , deze woning overgedragen aan de hypotheekverstrekker Bouwfonds. In 1985 heeft deze hypotheekverstrekker de woning nr. 6 overgedragen aan [voormalig eigenaar 2] . [voormalig eigenaar 2] heeft de woning nr. 6 in 1989 overgedragen aan [voormalig eigenaar 3] . In 1996 heeft [voormalig eigenaar 3] de woning overgedragen aan [voormalig eigenaar 4] , die de woning nr. 6 op 3 februari 2003 heeft overgedragen aan [appellant] .
f. Als productie 2 bij conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie is overgelegd een brief van 14 juli 1999 van mr. [toemalige gemachtigde] , de toenmalige gemachtigde van [voormalig eigenaar 4] , aan [geïntimeerde] , [adres] te [woonplaats] . Deze brief houdt in, voor zover relevant:
(…)
Tot mij heeft zich gewend de heer [voormalig eigenaar 4] , wonende aan de [straat kleur geel] nr 6 te [woonplaats] , (…)
Cliënt deelde mij mede dat op zijn in eigendom toebehorende grond een garage is gebouwd, (…).
Mijn cliënt stelt zich op het standpunt dat hij eigenaar van de garage is, nu deze zich op zijn perceel bevindt. Deswege is hij niet bereid aan Uw sommatie te voldoen om de garage te ontruimen. (…)”.
4.2.1[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg en na vermeerdering van eis bij antwoord in reconventie gevorderd dat de rechtbank, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht zal verklaren dat hij eigenaar is van garage nr. 4 met de bepaling dat de te wijzen uitspraak kan worden ingeschreven in de openbare registers;
b. [appellant] zal veroordelen om zich te onthouden van het maken van inbreuk op het onder 1 bepaalde eigendomsrecht van [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom van € 500,- per overtreding;
c. voor zover het onder 1 en 2 gevorderde niet voor toewijzing vatbaar is, [appellant] zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de bestaande bebouwing te verwijderen en verwijderd te houden en [appellant] te gebieden het buurpad zoals gevestigd bij akte d.d. 19 september 1972 en 19 februari 1973 te respecteren zodat er ongestoord gegaan en gekomen kan worden van het perceel [straat kleur geel] 8/6a over onder meer het perceel van [appellant] , [straat kleur geel] 6 naar de [straat kleur rood] (en vice versa), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of deel daarvan dat [appellant] niet aan de veroordeling voldoet respectievelijk per overtreding van het gebod;
d. [appellant] zal veroordelen om aan [geïntimeerde] te voldoen € 768,- aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
e. [appellant] zal veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de 14de dag na het te wijzen vonnis, tot aan de dag der algehele voldoening.
4.2.2[appellant] heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat [appellant] eigenaar is van garage nr. 4 gelegen op zijn perceel, [straat kleur geel] 6.
4.2.3De rechtbank heeft bij het bestreden vonnis het door [geïntimeerde] gevorderde zoals hiervoor in r.o. 4.2.1 onder a en b is weergegeven toegewezen, met dien verstande dat de vordering sub a niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard en onder maximering van de dwangsom tot € 10.000,-. De vordering in reconventie is afgewezen en [appellant] is veroordeeld in de proceskosten in conventie en reconventie.