Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant],
[appellante],
5.Het verloop van de procedure
6.De verdere beoordeling
“() volgens mij hebben ze mij ook iets aangesmeerd” of “laat je eigen niet iets aansmeren”. De getuigen hebben verklaard dat [adviseur RVS] toen nadere uitleg aan [appellante] heeft gevraagd, dat [appellante] de papieren (de effectenlease-overeenkomst, hof) heeft gepakt en dat [adviseur RVS] vervolgens aan beiden uitleg heeft gegeven over de effectenlease-overeenkomst die [appellante] met Dexia was aangegaan. Beide getuigen hebben verklaard dat [appellant] toen pas bekend werd met het bestaan van de effectenlease-overeenkomst. [appellante] heeft verklaard dat [adviseur RVS] haar adviseerde een advocaat in te schakelen, dat zij de dag erna een advocaat heeft gebeld en dat vervolgens alles in werking is gezet. De advocaat van [appellanten], mr. Ten Velde, heeft ter zitting opgemerkt dat [appellante] één week na 15 juni 2005 een eerste afspraak met hem had.
“Het is weliswaar ongeveer tien jaar geleden dat het gesprek heeft plaatsgevonden, maar mij staat nadrukkelijk bij dat uit de reactie van de heer [appellant], gecombineerd met het feit dat de financiën van [appellant] en mevrouw [appellante] waren gescheiden, de man niet van het bestaan van de onderhavige overeenkomst op de hoogte was. De heer [appellant] had zijn ding en de mevrouw [appellante] had haar ding. Ik merkte dat ook doordat tijdens het informatiegesprek met de heer [appellant] waarin wij spraken over de wijze waarop hij zijn financiële zaken geregeld wilde hebben, mevrouw [appellante] niet werd betrokken. Zij werd ook niet betrokken in zijn toekomstige wensen. Dit gesprek met [appellant] week af van het standaard informatiegesprek. Het is standaard dat met beide echtelieden een inventarisatie plaatsvindt over de wensen in de toekomst bijvoorbeeld over nabestaandenpensioen, oudedagspensioen etc. Ik heb dit uiteraard in het gesprek met [appellant] aan de orde gesteld maar hij gaf aan dat hij iets wilde voor zijn oudedag. Over de rest (hoe samen oud worden, nabestaandenpensioen) werd niet gesproken.”