In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder van twee minderjarigen, die verzoekt om wijziging van de voornamen van haar kinderen. De moeder is gehuwd geweest met de man, die als juridische vader op de geboorteakten van de kinderen staat vermeld. Na de ontkenning van het vaderschap door de rechtbank, is de moeder van mening dat de kinderen staatloos zijn geworden, omdat zij geen Somalische nationaliteit meer kunnen ontlenen aan de man. De moeder heeft in eerste aanleg verzocht om de namen van de kinderen te wijzigen, maar dit verzoek werd afgewezen. In hoger beroep heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het de afwijzing van de naamswijziging betreft. Het hof overweegt dat de moeder een zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van de voornamen, nu de huidige namen de afstammingsrelatie met de man weerspiegelen, die niet langer bestaat. Het hof gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de voornamen van de kinderen te wijzigen, zodat deze beter aansluiten bij hun huidige juridische status. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 november 2014.