Behoudens voorafgaande toestemming van verhuurder is het huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur, onderhuur of gebruik af te staan ofwel de huurrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een maatschap of rechtspersoon.
De ROZ-bepalingen bevatten in artikel 7 een boetebepaling van € 250,= per dag ingeval van niet nakoming door de huurder, na ingebrekestelling door de verhuurder, van de voorschriften in de huurovereenkomst en de algemene bepalingen en in artikel 8.2 een boetebepaling van twee maal de huur per dag bij overtreding van het verbod in artikel 8.1 om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder het gehuurde te verhuren, onder te verhuren of in gebruik te geven.
Na het faillissement van Chrysler Jeep [vestigingsnaam] BV heeft [huurder 2] BV de hiervoor genoemde huurovereenkomst bij akte tot contractoverneming van 21 oktober 2008 met ingang van 8 september 2008 overgenomen, met welke contractoverneming [Belegging B.V.] als verhuurder heeft ingestemd. Bij brief van 20 juli 2010 heeft [huurder 2] BV de huurovereenkomst opgezegd tegen 31 maart 2013.
Bij overeenkomst tot contractoverneming van 27 oktober 2010 heeft HDMG deze huurovereenkomst met ingang van 1 januari 2011 overgenomen. In deze overeenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
Artikel 2. HDMG Lease zal alle voor huurder uit de huurovereenkomst voortkomende verplichtingen nauwgezet nakomen. Het is partijen bekend dat de voorheen door [huurder 2] in het gehuurde uitgeoefende bedrijfsactiviteiten worden verplaatst binnen de gemeente Eindhoven. HDMG Lease zal er echter voor zorgdragen dat met name het feitelijk gebruik van het gehuurde als autoshowroom zal worden voortgezet, zodat geen negatieve wijziging ontstaat ten aanzien van de uitstraling van het gehuurde.
Artikel 3. Gebruik door derden in welke aard of vorm dan ook is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming van verhuurder. HDMG Lease zal geen gebruik door derden voorstellen dat objectief gezien een mindere uitstraling kent dat het huidige gebruik van het gehuurde (zoals verkoop van tweede hands automobielen in een lager marktsegment).
Artikel 4. [huurder 1], [huurder 3] Motors en [huurder 2] zijn hoofdelijk aansprakelijk jegens verhuurder voor de correcte nakoming door HDMG Lease van alle voor huurder uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. Het is hierbij volstrekt ter vrije beoordeling van verhuurder of hij [huurder 1], [huurder 3] Motors, [huurder 2] dan wel meerdere van deze partijen tegelijk terzake aanspreekt in enig voorkomend geval.
Op 1 januari 2011 heeft HDMG de exploitatie van het gehuurde gestaakt en haar bedrijfsactiviteiten verplaatst naar [het adres] (Autowijk) te [plaats]. HDMG heeft de showroom in het gehuurde volledig leeggehaald.
In juni 2011 heeft HDMG Action Nederland BV voorgedragen als nieuwe huurder voor het gehuurde. [Belegging B.V.] heeft onderhandelingen met Action Nederland BV gevoerd om te komen tot een contractsoverneming inzake het gehuurde. In dat verband heeft [Belegging B.V.] op 7 juli 2011 een overeenkomst tot contractoverneming aan onder meer HDMG, [huurder 2] BV, [huurder 1] BV en [huurder 3] Motors BV voorgelegd; HDMG heeft deze overeenkomst niet getekend. Voorwaarde voor het aangaan van die overeenkomst tot contractoverneming was het sluiten van een huurovereenkomst tussen [Belegging B.V.] en Action Nederland BV vóór 15 september 2011. Die voorwaarde is niet (tijdig) vervuld; de overeenkomst is ontbonden.
Voordat de onderhandelingen met Action Nederland BV afgerond waren, heeft HDMG bij e-mail van 23 november 2011 aan [Belegging B.V.] meegedeeld dat zij het gehuurde van 1 december 2011 tot en met 31 maart 2013 zou kunnen (onder)verhuren voor een prijs van € 6.500,= exclusief BTW per maand. HDMG heeft voorts bericht dat zij op de hoogte is van het feit dat [Belegging B.V.] nog steeds in onderhandeling is met Action Nederland BV, maar dat dit voor haar nog uiterst ongewis is, aangezien de gesprekken al vanaf ongeveer juni lopen en dat zij niet langer kan wachten en dus moet schakelen.
Bij e-mail van 23 november 2011 heeft [Belegging B.V.] aan HDMG meegedeeld dat een andere huurder alleen het huurcontract kan overnemen indien die huurder de daarbij behorende voorwaarden accepteert. Tevens is [Belegging B.V.] van mening dat de eerstkomende twee weken van onderhandelen met Action Nederland BV afgewacht dienen te worden.
Bij e-mail van 30 november 2011 heeft HDMG aan [Belegging B.V.] voorgesteld om de door haar gevonden onderhuurder te accepteren. Bij e-mail van dezelfde datum heeft [Belegging B.V.] aan HDMG bericht dat zij daartoe niet bereid is omdat zij eerst wil weten wie de onderhuurder is en zij eerst een en ander juridisch wil uitzoeken en op papier zetten. Tevens heeft [Belegging B.V.] HDMG erop gewezen dat mogelijk problemen met de gemeente Eindhoven te voorzien zijn en dat [Belegging B.V.] dat risico niet wenst te lopen. Voorts heeft [Belegging B.V.] aan HDMG te kennen gegeven dat zij geen toestemming verleent voor de onderhuurovereenkomst tussen HDMG en de door HDMG voorgestelde onderhuurder en heeft [Belegging B.V.] HDMG gewaarschuwd dat als zij een contract gaat tekenen met de door haar voorgestelde onderhuurder dat volledig voor eigen risico van HDMG dient te komen.
Op 2 december 2011 heeft HDMG aan [Belegging B.V.] laten weten dat zij een onderverhuurovereenkomst heeft gesloten onder voorbehoud van goedkeuring van [Belegging B.V.] met Egomar VOF, waarvan de expiratiedatum 31 maart 2013 is. HDMG heeft [Belegging B.V.] verzocht alsnog toestemming te verlenen voor die onderverhuurovereenkomst. Bij e-mail van 2 december 2011 weigert [Belegging B.V.] nogmaals haar toestemming daarvoor te verlenen.
Bij brief van 14 december 2011 heeft [Belegging B.V.] HDMG meegedeeld dat HDMG het gehuurde onderverhuurd heeft zonder toestemming van [Belegging B.V.] en dat HDMG op grond van artikel 8.1. van de algemene voorwaarden vanaf 1 december 2011 een boete verbeurt gelijk aan twee maal de huurpenningen per dag. Tevens heeft [Belegging B.V.] HDMG gesommeerd om alle goederen die toebehoren aan de onderhuurder (Egomar VOF) te verwijderen en haar aansprakelijk gesteld voor alle geleden en nog te lijden schade.
Bij brief van 19 december 2011 heeft de advocaat van HDMG de aansprakelijkheid van HDMG van de hand gewezen en zich op het standpunt gesteld dat HDMG zich aan alle contractuele bepalingen gehouden heeft en geen boetes aan [Belegging B.V.] verbeurd heeft.
Bij brief van 22 december 2011 heeft de advocaat van [Belegging B.V.] HDMG gesommeerd om het gehuurde uiterlijk op 7 januari 2012 weer als showroom ingericht te hebben en te houden, alsmede te voorzien en voorzien te houden van voldoende inrichting en inventaris, zodat aan de in de huurovereenkomst overeengekomen uitstraling (als showroom) is voldaan.
[Belegging B.V.] heeft bij dagvaarding van 20 januari 2012 een kort geding tegen Egomar VOF aanhangig gemaakt . Bij vonnis van 23 februari 2012 heeft de voorzieningenrechter, kort gezegd, de vordering van [Belegging B.V.] tot ontruiming van het gehuurde door Egomar VOF toegewezen. Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld. Egomar VOF heeft [Belegging B.V.] hierop een regeling voorgesteld, zoals weergegeven in de brief van de advocaat van Egomar VOF van 2 april 2012, die door [Belegging B.V.] is afgewezen. Egomar VOF heeft de bedrijfsruimte per 1 april 2012 ontruimd.
[Belegging B.V.] heeft voor de bedrijfsruimte inmiddels een (principe-) huurovereenkomst met Action Nederland BV gesloten.