3.3.In het geding in eerste aanleg heeft de vader in zijn inleidende dagvaarding d.d. 25 september 2014 gevorderd:
primair:
- [dochter 1] en [dochter 2] met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis aan de vader toe te vertrouwen, zulks totdat er een eindbeschikking is gewezen in de bodemprocedure, althans te bepalen dat de kinderen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis hun voorlopig hoofdverblijf bij de vader hebben, met de verplichting aan de moeder om de kinderen aan de vader af te geven binnen 48 uur na het te wijzen vonnis, dit alles op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder gedeelte daarvan dat de moeder nalaat aan dit gebod te voldoen;
- voor zover nodig de moeder te gelasten om met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis [dochter 1] terug in te schrijven bij basisschool De Kirreweie te [plaats], zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder gedeelte daarvan dat de moeder nalaat aan dit gebod te voldoen;
- te bepalen dat de vader bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de gemeenschappelijke woning en de daarbij behorende inboedel, in ieder geval totdat overeenstemming is bereikt over wat er met die woning dient te gebeuren en met bevel dat de moeder die woning dient te verlaten en deze verder niet meer mag betreden zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder gedeelte daarvan dat de moeder nalaat aan dit gebod te voldoen;
Subsidiair:
- de moeder te gelasten binnen één week na betekening van het vonnis met de kinderen te gaan wonen binnen een straal van maximaal 10 kilometer gerekend vanaf [woonplaats], zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder gedeelte daarvan dat de moeder nalaat aan dit verbod c.q. gebod te voldoen;
- een voorlopige zorgregeling vast te stellen tussen de vader en de kinderen waarbij de kinderen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis om de week van zondagmiddag 17.00 uur tot zondagmiddag 17.00 uur, alsmede de helft van alle vakanties en feestdagen bij de vader verblijven, waarbij de moeder gehouden is de kinderen te brengen en te halen, dit alles op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor ieder dag of gedeelte daarvan dat de moeder nalaat aan dit gebod te voldoen.