Vast staat dat [Bedrijf Assurantiën B.V.] energiecontracten ten behoeve van het gehuurde rechtstreeks met de energiemaatschappij heeft gesloten en zij de nota’s aan de energiemaatschappij heeft voldaan. [Vastgoed bedrijf B.V.] was hierbij geen partij.
Dat de elektriciteitsmeters, naar achteraf blijkt, door de energiemaatschappij anders aangesloten zijn geweest dan [Bedrijf Assurantiën B.V.] thans wenselijk acht, kan, behoudens wellicht bijzondere omstandigheden, niet zonder meer aan [Vastgoed bedrijf B.V.] worden tegengeworpen.
Daartoe neemt het hof in aanmerking dat, anders dan geldt voor huur van woonruimte (artikelen 7:258 en 7:259 BW) de huurder van een bedrijfsruimte op zich kan nemen de kosten van de gemeenschappelijk ruimte te dragen, zoals [Bedrijf Assurantiën B.V.] in het verleden deed. De wetenschap bij [Vastgoed bedrijf B.V.] dat zij niet betaalde voor de elektra van de gemeenschappelijke ruimtes brengt derhalve nog niet met zich mee dat [Vastgoed bedrijf B.V.] wist dat die kosten integraal door [Bedrijf Assurantiën B.V.] werden gedragen. Ook was denkbaar dat die kosten werden gedragen door een andere bewoner van het complex of werden verdeeld over de bewoners. In dit licht wordt ook verworpen de stelling van [Bedrijf Assurantiën B.V.] dat de foutieve aansluiting (bedoeld is een andere aansluiting dan [Bedrijf Assurantiën B.V.] achteraf had verwacht; dat er sprake is van een fout kan het hof niet vaststellen) voor rekening en risico van [Vastgoed bedrijf B.V.] komt en niet voor [Bedrijf Assurantiën B.V.]. Bovendien, de enkele omstandigheid dat een bepaald feit voor rekening en risico van iemand komt, wil nog niet zeggen dat diegene onrechtmatig handelt.
De vraag hier is of [Vastgoed bedrijf B.V.] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Bedrijf Assurantiën B.V.] door haar die kosten te laten dragen, althans die kosten heeft laten dragen onder omstandigheden die als onrechtmatig jegens [Bedrijf Assurantiën B.V.] zijn aan te merken.
Het hof is van oordeel dat dit niet het geval is. [Vastgoed bedrijf B.V.] heeft gemotiveerd weersproken dat zij op de hoogte was van de feitelijke aansluiting van de meters en dat zij de meters heeft aangesloten, althans heeft laten aansluiten, zoals gebeurd. Feiten en omstandigheden die meebrengen dat [Vastgoed bedrijf B.V.] op de hoogte was van een andere, niet evenredige draagplichtverdeling over de huurders (dan in het huur woonruimte gebruikelijk), zijn niet gesteld of gebleken. [Bedrijf Assurantiën B.V.] suggereert weliswaar (in de toelichting op grief 2) dat [Vastgoed bedrijf B.V.] ‘wat kan aanrotzooien’ en zich van de domme kan houden, maar dat daarvan sprake was wordt niet onderbouwd, zodat het hof daaraan voorbij gaat.
Wellicht dat [Vastgoed bedrijf B.V.] van de betreffende aansluiting als verhuurder op de hoogte kon of behoorde te zijn, maar dit brengt niet zonder meer met zich dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Bedrijf Assurantiën B.V.], reeds omdat een andere draagplichtverdeling rechtens niet verboden is. De enkele omstandigheid dat [Vastgoed bedrijf B.V.] iets kon of behoorde te weten leidt nog niet tot de conclusie dat zij niet de zorgvuldigheid heeft betracht die in het maatschappelijk verkeer geldt. Voor het aannemen van een geschonden informatieplicht is meer vereist. Dat meerdere wordt niet gesteld en is ook niet kunnen blijken.
Van een huurder mag bovendien ook zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid worden verwacht ter zake van de elektrameters in het door haar gehuurde en ten aanzien van de door haar aangegane energiecontracten. Het gaat immers om haar eigen belang. In feite probeert [Bedrijf Assurantiën B.V.] haar eigen onwetendheid af te wentelen op [Vastgoed bedrijf B.V.] (die ook onwetend was), hoewel ter zake de onderzoeksplicht op haar ([Bedrijf Assurantiën B.V.]) rust als contractspartij van de energiemaatschappij, als gebruiker van de meters en degene die betaalt voor de energie. De omstandigheid dat [Bedrijf Assurantiën B.V.] huurder was, maakt dit niet anders. Het hof kan in de gegeven omstandigheden geen onderzoeksplicht voor de verhuurder aannemen.
Het hof is derhalve met de kantonrechter van oordeel dat hetgeen [Bedrijf Assurantiën B.V.] heeft gesteld ontoereikend is om daaruit te kunnen afleiden dat [Vastgoed bedrijf B.V.] jegens haar een onrechtmatige daad heeft gepleegd die aan haar kan worden toegerekend.
De grieven falen voor zover daarin wordt uitgegaan van de premisse dat de energiemeters fout zijn aangesloten geweest, nu daarvoor geen gronden zijn aangevoerd. Zoals overwogen kan de draagplicht voor energiekosten betreffende gemeenschappelijk ruimten bij de huurder van een bedrijfsruimte worden gelegd.
In het verlengde hiervan is de omstandigheid dat [Vastgoed bedrijf B.V.] tijdens de looptijd van de huurovereenkomst niet bijdroeg aan de energiekosten voor de gemeenschappelijke voorzieningen niet van betekenis, nog daargelaten dat die kosten in het algemeen niet komen voor rekening van de verhuurder, maar veelal worden omgeslagen over alle huurders.