In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de vader over zijn kinderen en de ontzegging van zijn recht op omgang. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, was veroordeeld voor stalking van de moeder en verkeerde in een onstabiele situatie, wat leidde tot angst bij de moeder en de kinderen. De rechtbank had eerder bepaald dat de moeder alleen het gezag over de kinderen zou uitoefenen en dat de vader geen omgang meer had. Het hof heeft deze beslissing bekrachtigd, omdat de vader onvoldoende had aangetoond dat hij zijn problematiek onder controle had en er geen basis was voor gezamenlijk gezag. De vader moet op termijn kunnen aantonen dat hij in staat is om op een veilige manier contact met de kinderen te hebben. Het hof heeft ook overwogen dat de vader in het verleden herhaaldelijk contact met de moeder en de kinderen had gezocht, ondanks eerdere verboden, wat de basisveiligheid van de moeder en de kinderen ernstig had aangetast. De moeder heeft aangegeven dat zij en de kinderen zich bedreigd voelen door de vader, en dat er geen vertrouwen is in zijn vermogen om de belangen van de kinderen voorop te stellen. Het hof concludeert dat er momenteel geen mogelijkheden zijn voor een omgangsregeling, gezien de onvoorspelbare situatie van de vader en de risico's die dit met zich meebrengt voor de kinderen.