Uitspraak
1.Het procesverloop
Overgelegd door [verzoeker] tzt in hb op 6-10-2014”. De wrakingskamer heeft van deze stukken kennis genomen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 oktober 2014 uitspraak gedaan over een herhaald wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de raadsheren mr. A.R.O. Mooy en mr. G.Th.C. van der Bilt. Het verzoek was gericht tegen de afwijzing van getuigenverzoeken tijdens een eerdere zitting op 27 september 2013, waarbij de verzoeker meende dat de gewraakte raadsheren vooringenomen waren. Dit verzoek was een herhaling van een eerder verzoek dat op 28 maart 2014 was ingediend en waarbij de verzoeker op 14 mei 2014 niet ontvankelijk was verklaard.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot toewijzing van het wrakingsverzoek zouden kunnen leiden. De gronden voor de wraking waren grotendeels een herhaling van eerdere argumenten en de wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de gewraakte raadsheren. De verzoeker had zijn wrakingsverzoek onderbouwd met een pleitnota van 11 pagina's en een omvangrijke toelichting, maar deze bevatten geen nieuwe relevante informatie.
De wrakingskamer heeft besloten dat een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig was en heeft het verzoek aanstonds niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is bepaald dat een volgend wrakingsverzoek op dezelfde gronden niet in behandeling zal worden genomen, conform artikel 515, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is openbaar uitgesproken en de procesgang in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.