Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 463940 CV EXPL 12-741)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
“Ook wat overigens nog door [appellant] als verweer is aangevoerd kan hem, omdat het onvoldoende gemotiveerd is, niet baten en wordt gepasseerd. De berekening van [appellant] (verschuldigd aan lening en lijfrente minus betaald is teveel betaald) heeft de charme van de eenvoud, maar is onjuist, althans vergaand onvolledig reeds omdat daarin het verschuldigde uit hoofde van de autolening en het dienstverband (productie 1 bij dagvaarding, laatste twee streepjes) niet is meegenomen.”.
- de hoogte van de door [geïntimeerde] in zijn berekening in aanmerking genomen betalingen;
- de toerekening van de gedane betalingen aan de diverse deelvorderingen;
- de autolening en de werkzaamheden (zie rov. 4.1.4).
grief IIIklaagt [appellant] over de aan [geïntimeerde] toegewezen buitengerechtelijke incassokosten. [appellant] heeft gesteld dat de vordering van [geïntimeerde] dient te worden afgewezen, althans dat [geïntimeerde] ten onrechte heeft volstaan met verwijzing naar drie brieven en wat e-mailcorrespondentie, althans dat het gaat om werkzaamheden waarop artikel 241 Rv van toepassing is, althans dat het toegewezen bedrag te hoog is.