ECLI:NL:GHSHE:2014:4403
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verzet
- J. Swinkels
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 oktober 2014 uitspraak gedaan in het verzet van de heer [belanghebbende] tegen de eerdere uitspraak van 20 juni 2014, waarin hij niet-ontvankelijk was verklaard in zijn hoger beroep. De niet-ontvankelijkheid was het gevolg van het niet betalen van het verschuldigde griffierecht binnen de wettelijk gestelde termijn. Belanghebbende had in zijn verzet aangevoerd dat er sprake was van een misverstand tussen hem en zijn boekhouder, waardoor de betaling van het griffierecht niet had plaatsgevonden. Het Hof oordeelde echter dat deze communicatiefout geheel in de risicosfeer van belanghebbende ligt.
De uitspraak van het Hof benadrukt dat de griffier belanghebbende op de juiste wijze heeft gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en dat de aanmaningen tijdig zijn verzonden. Ondanks deze aanmaningen heeft de gemachtigde van belanghebbende, de heer [A], nagelaten om de griffierechten te voldoen. Het Hof concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat belanghebbende niet in verzuim is geweest, en verklaart het verzet ongegrond. Tevens wordt er geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een dergelijke veroordeling.
De beslissing van het Hof is ter openbare zitting uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het Hof wijst erop dat voor het instellen van beroep in cassatie griffierecht verschuldigd is en dat het beroepschrift aan bepaalde vereisten moet voldoen.