Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 2191884 CV EXPL 13-4424)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen Grieks Restaurant v.o.f. en de voormalige werknemers, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2]. De zaak is ontstaan na het beëindigen van de arbeidsovereenkomsten van de werknemers, die in de woning van het restaurant verbleven. Het restaurant vorderde in eerste aanleg een verklaring voor recht dat de rechtsverhouding als bruikleen moest worden gekwalificeerd en dat de overeenkomsten waren geëindigd. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de rechtsverhouding als bruikleen moest worden gekwalificeerd, maar de vordering tot ontruiming werd afgewezen. De werknemers kwamen in verzet en vorderden dat de rechtsverhouding als huurovereenkomst moest worden gekwalificeerd, wat de kantonrechter in het bestreden vonnis bevestigde. Het restaurant ging in hoger beroep, waarbij het hof oordeelde dat het hoger beroep ontvankelijk was, ondanks een gebrek in de dagvaarding. Het hof bevestigde dat de rechtsverhouding als huurovereenkomst moest worden gekwalificeerd en dat de huurprijs op € 300 per maand moest worden vastgesteld. Het hof oordeelde dat er sprake was van huurachterstand en dat de huurovereenkomst kon worden ontbonden. De werknemers werden veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 14 dagen na betekening van het arrest, met betaling van de huurachterstand en een maandelijkse huurprijs van € 300 voor elke maand dat zij na de ontbinding de woning niet ontruimden. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij haar eigen kosten droeg.