In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over huurachterstand en herstelkosten van een dak. De appellant, vertegenwoordigd door mr. C.G. Huijsmans, heeft een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J. van Zinnicq Bergmann. De procedure volgt op eerdere tussenarresten van het hof en vonnissen van de rechtbank Breda. De appellant stelt dat de geïntimeerde een huurachterstand heeft van negen maanden, terwijl de geïntimeerde zich beroept op opschorting van de huurbetalingsverplichting vanwege herstelwerkzaamheden aan het dak, die hij zelf heeft laten uitvoeren. Het hof heeft in eerdere arresten al vastgesteld dat er een huurachterstand bestaat, maar moet nu beoordelen of de geïntimeerde gerechtigd is om de huur op te schorten. De geïntimeerde heeft bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij de herstelkosten heeft voldaan, maar de appellant betwist de noodzaak van deze kosten en stelt dat de geïntimeerde niet aan zijn huurbetalingsverplichtingen heeft voldaan. Het hof heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering, waarbij de geïntimeerde in de gelegenheid wordt gesteld om te bewijzen dat hij de wijzigingen aan de bovenverdieping in overleg met de appellant heeft verricht. De uitspraak van het hof laat de mogelijkheid open voor verdere beoordeling van de huurachterstand en de herstelkosten in een toekomstige procedure.