ECLI:NL:GHSHE:2014:4294

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 oktober 2014
Publicatiedatum
17 oktober 2014
Zaaknummer
F 200.143.658-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beschikking tot bewindvoering en benoeming van een nieuwe bewindvoerder

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij een bewindvoerder was aangesteld over de goederen van de rechthebbende. De rechthebbende, die in hoger beroep is gegaan, verzocht om de bewindvoerder te ontslaan en een nieuwe bewindvoerder te benoemen. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juli 2014, waarbij de rechthebbende werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.I. Cambier. De bewindvoerder was niet aanwezig, maar had wel een faxbericht gestuurd dat buiten de termijn was ingediend. Het hof besloot dit faxbericht toch toe te laten.

De rechthebbende voerde aan dat de communicatie met de bewindvoerder belemmerd werd door de geografische afstand en dat hij niet tevreden was over de wijze waarop de bewindvoerder zijn taken uitvoerde. Hij stelde dat de benoeming van een nieuwe bewindvoerder bevorderlijk zou zijn voor zijn geestelijke toestand. Het hof overwoog dat er gewichtige redenen waren om de bewindvoerder te ontslaan, gezien de verstoorde relatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder en het feit dat de bewindvoerder geen bezwaren had tegen de benoeming van een nieuwe bewindvoerder.

Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en benoemde de Zeeuwse Stichting voor Beheer en Bewindvoering als nieuwe bewindvoerder. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de voormalige bewindvoerder moest verslag doen van zijn werkzaamheden aan de nieuwe bewindvoerder en de rechthebbende. De uitspraak vond plaats op 16 oktober 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 16 oktober 2014
Zaaknummer: F 200.143.658/01
Zaaknummer eerste aanleg: 2459299/13-4104
in de zaak in hoger beroep van:
[de rechthebbende],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. A.I. Cambier.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
mr. B. Kwakkenbos,
hierna te noemen: de bewindvoerder.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, afdeling kanton, van 12 december 2013.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 11 maart 2014, heeft de rechthebbende verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de bewindvoerder van zijn taken te ontslaan, onder benoeming van een nieuwe bewindvoerder.
2.2.
Er is geen verweerschrift bij het hof ingekomen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 juli 2014. Bij die gelegenheid is gehoord:
- de rechthebbende, bijgestaan door mr. Cambier.
2.3.1.
De bewindvoerder is, met bericht van verhindering, niet ter zitting verschenen.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 28 november 2013.
2.4.1
Het faxbericht van de bewindvoerder d.d. 8 juli 2014 is ingekomen buiten de in het procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven gestelde termijn. Gelet op het feit dat dit faxbericht kort en eenvoudig te doorgronden is en aan mr. Cambier ter zitting een korte leespauze is gegeven, heeft het hof beslist dat dit faxbericht wordt toegelaten.
2.5.
Na de mondelinge behandeling is nog ingekomen het V-formulier met bijlage van de advocaat van de rechthebbende d.d. 16 september 2014.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 9 oktober 2003 heeft de kantonrechter te Middelburg een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende, met benoeming van mr. B. Kwakkenbos tot bewindvoerder.
3.2.
Bij verzoekschrift, ingediend bij de rechtbank op 21 oktober 2013, heeft de rechthebbende de rechtbank verzocht de bewindvoerder te ontslaan en
mw. [de bewindvoerder], Obliv Bewindvoeringen, tot opvolgend bewindvoerder te benoemen.
3.3.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de rechthebbende afgewezen.
3.4.
De rechthebbende kan zich met deze beslissing niet verenigen en is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.5.
De rechthebbende voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting - kort samengevat - het volgende aan. Op de eerste plaats wordt de communicatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder belemmerd door de geografische afstand. De rechthebbende is overigens onlangs verhuisd naar [woonplaats]. Verder ziet de rechthebbende niet in dat zijn financiële situatie - hij heeft een WWB-uitkering - zodanig complex is dat dit de benoeming van een andere bewindvoerder in de weg staat. De rechthebbende verkeert in onmin met de bewindvoerder. Benoeming van een nieuwe bewindvoerder is bevorderlijk voor zijn geestelijke toestand. De rechthebbende kan niet (geheel) overzien of de bewindvoerder zijn taken niet naar behoren uitoefent. Wel is het zo dat de rechthebbende van de bewindvoerder geen verantwoording ontvangt van de besteding van de gelden.
De rechthebbende stelt tot slot dat de rechtbank ten onrechte is voorbijgegaan aan zijn voorkeur voor benoeming van mevrouw [de bewindvoerder] tot bewindvoerder. De rechthebbende merkt overigens op dat mevrouw [de bewindvoerder] niet langer bereid is om tot bewindvoerder te worden benoemd. Hij zal een nieuw te benoemen bewindvoerder voordragen.
3.6.
Het hof overweegt als volgt.
3.6.1.
Op grond van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt op verzoek van de rechthebbende aan een bewindvoerder ontslag verleend wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden.
In de onderhavige zaak is aan de orde of sprake is van gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan.
3.6.2.
Uit de stukken blijkt dat de bewindvoerder al ruim elf jaar de financiële zaken van de rechthebbende verzorgt. Het is het hof duidelijk geworden dat de rechthebbende de relatie met de bewindvoerder gedurende deze periode als steeds meer verstoord is gaan ervaren.
Het hof acht deze situatie niet in het belang van de rechthebbende. Nu voorts de bewindvoerder, blijkens voormeld faxbericht van 8 juli 2014, geen bezwaren heeft tegen de benoeming van een nieuwe bewindvoerder, is het hof van oordeel dat er onder deze omstandigheden sprake is van gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan.
3.6.3.
Bij de stukken bevindt zich een schriftelijke bereidverklaring van de Zeeuwse Stichting voor Beheer en Bewindvoering om tot bewindvoerder ten behoeve van de rechthebbende te worden benoemd. Het hof zal voornoemde stichting tot bewindvoerder benoemen.
3.7.
Op grond van het voorgaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, afdeling kanton, van 12 december 2013,
en opnieuw rechtdoende:
ontslaat mr. B. Kwakkenbos met ingang van heden, 16 oktober 2014, als bewindvoerder in het bewind over de goederen van [de rechthebbende];
benoemt met ingang van 16 oktober 2014 tot bewindvoerder in het bewind over de goederen die [de rechthebbende], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, wonende te [woonplaats], [adres], toebehoren of zullen gaan toebehoren:
de Zeeuwse Stichting voor Beheer en Bewindvoering,
[adres],
[vestigingsplaats];
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verstaat dat mr. B. Kwakkenbos van zijn werkzaamheden schriftelijk verslag doet aan zijn opvolger de Zeeuwse Stichting voor Beheer en Bewindvoering, aan de kantonrechter, alsmede aan [de rechthebbende].
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.Th.M. Raab, M.C. van Dijkhuizen en
E.L. Schaafsma-Beversluis en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2014.