Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door mr. Van Uden;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van Aarsen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de vaststelling van kinderalimentatie door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De man, appellant, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen, waarin een onderhoudsbijdrage voor zijn minderjarige zoon was vastgesteld. De man stelt dat hij niet in staat is om de vastgestelde bijdrage te betalen en heeft een draagkrachtberekening overgelegd ter onderbouwing van zijn stelling. De vrouw, verweerster, heeft de grieven van de man betwist en verzocht om de beschikking te bekrachtigen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 2 september 2014, waarbij zowel de man als de vrouw, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. Het hof heeft ook de minderjarige zoon in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven, wat hij heeft gedaan door een brief te sturen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de eerdere beschikkingen van de rechtbank en de financiële gegevens van de man.
Het hof overweegt dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij niet in staat is om de alimentatie te betalen. De man heeft geen recente financiële gegevens overgelegd, zoals jaaropgaven of belastingaangiften, en heeft niet aangetoond dat hij geen inkomen uit zijn webwinkel heeft. Het hof concludeert dat de man zijn stelling niet heeft aangetoond en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de alimentatie voor de zoon is vastgesteld op € 157,64 per maand. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen.