Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Votech B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],
[appellant 2],wonende te [woonplaats],
[appellant 3],wonende te [woonplaats],
[appellant 4],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Votech B.V. en andere appellanten (hierna: Votech c.s.) tegen Premier Tech Chronos B.V. (hierna: Chronos). De zaak betreft een vordering tot betaling van proceskosten op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hoger beroep is ingeleid na een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 23 januari 2014 is gewezen. In dat vonnis zijn de proceskosten gecompenseerd en zijn de vorderingen van Votech c.s. in reconventie afgewezen.
Chronos, die deel uitmaakt van de Chronos BTH groep, heeft in het verleden conservatoir bewijsbeslag gelegd op digitale bestanden van Votech c.s. in verband met vermeende inbreuk op auteursrechten en onrechtmatige concurrentie. Na een aantal juridische stappen, waaronder een deskundigenonderzoek, heeft Chronos haar vordering in conventie ingetrokken. Votech c.s. hebben in hoger beroep uitsluitend de proceskostenbeslissing van de voorzieningenrechter aangevochten, waarbij zij stellen dat Chronos volledig in de proceskosten had moeten worden veroordeeld.
Het hof heeft het hoger beroep van Votech c.s. verworpen. Het hof oordeelt dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat Chronos niet als de in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, omdat de vorderingen door Chronos niet zijn ingetrokken naar aanleiding van het verweer van Votech c.s., maar omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over het benoemen van een deskundige. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt Votech c.s. in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 704,- voor verschotten en € 1.631,- voor salaris advocaat.