Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 490864 CV EXPL 12-7861)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
voert met name aan dat de huurachterstand niet uit kwaadwillendheid is ontstaan, maar door problemen rondom zijn uitkering en de omstandigheid dat ten onrechte beslag is gelegd op zijn huurtoeslag. [appellant] was niet in staat om zelfstandig zijn belangen te behartigen en staat thans onder begeleiding van Rimo. De tekortkoming van [appellant] rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst niet. Het is te kort door de bocht om in de huidige tijden van crisis bij een minimale achterstand direct tot ontbinding te komen. Sinds de datum van de uitspraak betaalt [appellant] tijdig de huur en hij is ook ingelopen op zijn achterstand. De belangenafweging tussen de Woningstichting en [appellant] dient derhalve in het voordeel van [appellant] uit te pakken, aldus [appellant].