Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6 Het arrest van 28 mei 2013
7 Het verdere verloop van de procedure
8.De gronden van het hoger beroep
9.De beoordeling
‘voor de noodzakelijke financiële ondersteuning zolang het project[onder meer: de ontwikkeling en productie van de machine, hof]
dit rechtvaardigt’(conclusie van antwoord in eerste aanleg, nr. 18 en productie 3). Madinex (dan wel haar rechtsvoorgangers) heeft in (de ontwikkeling en productie van) deze machine (ten minste) € 150.000,- geïnvesteerd: zij heeft € 90.000,- aan CATS geleend en zij heeft voor (ten minste) € 60.000,- risicodragend in het project deelgenomen. [appellant] heeft zich niet (samen met CATS hoofdelijk) verbonden voor de terugbetaling van de geldlening, die volgens de desbetreffende bepalingen pas opeisbaar zou zijn wanneer CATS uit de verkoop van machines voldoende liquiditeiten zou hebben voor de terugbetaling ervan.
- dat Madinex misbruik van omstandigheden maakt, in die zin dat sprake is van bijzondere omstandigheden die Madinex ervan hadden behoren te weerhouden het aangaan van de vaststellingsovereenkomst te bevorderen (artikel 3:44 lid 4 BW).
Madinex heeft geïnvesteerd in de onderneming, die is ondergebracht in CATS, waarvan [appellant] directeur en aandeelhouder was. [appellant] heeft, zoals hij onweersproken aanvoert, deze onderneming geleid, de machine ontwikkeld en de inspanningen om de machine op de markt te brengen gestalte gegeven. Eind 2007 en begin 2008 vond Madinex, naar zij onvoldoende weersproken stelt, dat haar vertrouwen in de onderneming en in [appellant] was geschonden, onder meer doordat zij onvoldoende werd geïnformeerd, en dat het project (onder meer het testen van de machine en het aanvragen van octrooirechten) door [appellant] niet goed werd aangestuurd en geleid. Partijen zijn het erover eens dat Madinex heeft aangeboden de onderneming te kopen (waarbij CATS 10% van de bruto verkoopprijs van de machines zou ontvangen), dat Madinex en CATS hier niet uit zijn gekomen, dat Madinex vervolgens wenste terug te treden en haar geld (deels) terug te krijgen en dat [appellant] en zijn echtgenote in deze periode hun huis ten verkoop hebben aangeboden, waarbij er een verwachting was dat de verkoop een substantiële overwaarde zou kunnen opleveren. Partijen zijn het er ook over eens dat CATS nieuwe investeerders nodig had (omdat Madinex geen nadere financiering verstrekte) en dat Madinex een sterke positie had nu afgesproken was dat zij pandrecht zou krijgen op het nog te verkrijgen octrooirecht en daarnaast 12,5% van de bruto marge bij verkoop van machines zou ontvangen. De beoogde nieuwe investeerders verlangden van CATS, zo stelt Madinex onvoldoende weersproken, dat Madinex deze rechten zou opgeven om de weg vrij te maken voor de nieuwe investeringen. Partijen zijn het erover eens dat Madinex (in 2007 en 2008) betaling op afzienbare termijn eiste en dat beoogde nieuwe investeerders niet wilden dat hun investering zou worden aangewend om Madinex uit te kopen. [appellant] stelt ook dat Basalt B.V., een beoogde nieuwe investeerder in 2008, snel duidelijkheid wilde. Tegen deze achtergrond, zo valt uit de stellingen van partijen af te leiden, zijn partijen in overleg getreden, met als gevolg de vaststellingsovereenkomst en een aparte afspraak waarbij Madinex haar rechten in verband met de machine heeft prijsgegeven.