Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 330707/CV EXPL 12-791)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
omdater geen betalingen van het bankrekeningnummer van [geïntimeerde] zouden zijn verricht. Een overeenkomst kan volgens Enexis heel goed bestaan zonder dat de contractant zelf de facturen vanaf een eigen bankrekening voldoet. Subsidiair wijst het feit dat de nota’s steeds werden voldaan er volgens Enexis op dat [geïntimeerde] deze voldeed of liet voldoen. [geïntimeerde] stond op grond van een telefonische aanvraag vanaf 27 mei 2009 als contractant geregistreerd bij Essent, de energieleverancier, en bij Enexis. Enexis is in het verzorgingsgebied van het pand de enige netbeheerder. Bij de telefonische aanvraag zijn van [geïntimeerde] gedetailleerde gegevens verstrekt als naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, mobiel telefoonnummer en bankrekening ([bankrekeningnummer]), en ook de meterstanden per 27 mei 2009, welke meterstanden exact bleken overeen te komen met de aan Enexis bekende eindstanden zoals die door de vorige aangeslotene waren opgenomen en aan Enexis doorgegeven. De telefonische aanmelding is door Essent per post aan het adres van het pand bevestigd. [geïntimeerde] diende er als contractant voor te zorgen dat derden niet de mogelijkheid hebben om met zijn aansluiting of de kWh-meter te frauderen.
dusgeen overeenkomst is tussen Essent en [geïntimeerde]. Dat de nota’s voor energielevering worden betaald van een rekeningnummer dat ten name staat van een persoon die betwist dat hij een overeenkomst met de leverancier en/of de netbeheerder heeft, is een aanwijzing voor het feit dat die persoon wel degelijk een dergelijke overeenkomst heeft gesloten, maar het tegendeel is niet zonder meer het geval. Overigens lijkt [geïntimeerde] niet langer te betwisten (memorie van antwoord, sub 6 laatste alinea) dat het aan Essent opgegeven bankrekeningnummer op zijn naam staat. In de omstandigheden van dit geval doet het feit dat niet is komen vast te staan dat de betalingen van een ten name van [geïntimeerde] staande rekening werden verricht, onvoldoende afbreuk aan de andere vaststaande feiten die er op wijzen dat [geïntimeerde] een overeenkomst met Essent had gesloten, althans dat Essent er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat zij met [geïntimeerde] een overeenkomst had gesloten: de huurovereenkomst van [geïntimeerde] betreffende het gehele pand waarbinnen zich de kWh-meter bevond, de opgave aan Essent van vele persoonlijke gegevens van [geïntimeerde] en van de meterstanden aan Essent, de feitelijke levering van energie aan dat pand, de bevestiging van aanmelding en de nota’s die per post aan [geïntimeerde] aan het adres van het pand werden gezonden en die niet retour kwamen en waartegen niet werd geprotesteerd.