In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door een groep appellanten, waaronder de FNV Bondgenoten, tegen BBA Tours B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda, team kanton Tilburg, dat op 2 februari 2011 is gewezen. De appellanten hebben hun zaak ingeleid met een dagvaarding op 28 april 2011. Tijdens de procedure in hoger beroep hebben de appellanten een memorie van grieven ingediend, vergezeld van 34 producties en een vermeerdering van eis, waarop BBA heeft gereageerd met een memorie van antwoord.
Het hof heeft vastgesteld dat er gebreken kleven aan de ingebrachte stukken, met name dat de dagvaarding in eerste aanleg niet compleet is. Belangrijke pagina's die betrekking hebben op de toelichting op de vorderingen van de eisers ontbreken, evenals productie 12 bij de inleidende dagvaarding. Bovendien zijn er gegevens toegevoegd die betrekking hebben op een andere procedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, en ontbreken alle producties die door BBA zijn ingediend bij de conclusie van dupliek.
Vanwege deze gebreken is het hof niet in staat om recht te doen op basis van een compleet procesdossier, wat in strijd is met de beginselen van goede rechtspleging. Het hof heeft daarom besloten om de appellanten in de gelegenheid te stellen om het dossier aan te vullen met de ontbrekende stukken. De zaak is verwezen naar de rol van 21 oktober 2014, zodat de appellanten de nodige documenten kunnen overleggen. Iedere verdere beslissing is aangehouden totdat de ontbrekende stukken zijn ingediend.