ECLI:NL:GHSHE:2014:4060

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 oktober 2014
Publicatiedatum
7 oktober 2014
Zaaknummer
HD 200.091.685_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake arbeidsrechtelijke geschillen tussen FNV Bondgenoten en BBA Tours B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door een groep appellanten, waaronder de FNV Bondgenoten, tegen BBA Tours B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda, team kanton Tilburg, dat op 2 februari 2011 is gewezen. De appellanten hebben hun zaak ingeleid met een dagvaarding op 28 april 2011. Tijdens de procedure in hoger beroep hebben de appellanten een memorie van grieven ingediend, vergezeld van 34 producties en een vermeerdering van eis, waarop BBA heeft gereageerd met een memorie van antwoord.

Het hof heeft vastgesteld dat er gebreken kleven aan de ingebrachte stukken, met name dat de dagvaarding in eerste aanleg niet compleet is. Belangrijke pagina's die betrekking hebben op de toelichting op de vorderingen van de eisers ontbreken, evenals productie 12 bij de inleidende dagvaarding. Bovendien zijn er gegevens toegevoegd die betrekking hebben op een andere procedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, en ontbreken alle producties die door BBA zijn ingediend bij de conclusie van dupliek.

Vanwege deze gebreken is het hof niet in staat om recht te doen op basis van een compleet procesdossier, wat in strijd is met de beginselen van goede rechtspleging. Het hof heeft daarom besloten om de appellanten in de gelegenheid te stellen om het dossier aan te vullen met de ontbrekende stukken. De zaak is verwezen naar de rol van 21 oktober 2014, zodat de appellanten de nodige documenten kunnen overleggen. Iedere verdere beslissing is aangehouden totdat de ontbrekende stukken zijn ingediend.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.091.685/02
arrest van 7 oktober 2014
in de zaak van

1.[appellant 1],wonende te [woonplaats],

2.
[appellant 2],
wonende te [woonplaats],
3.
[appellant 3],
wonende te [woonplaats],
4.
[appellant 4],
wonende te [woonplaats],
5.
[appellant 5],
wonende te [woonplaats],
6.
[appellante 6],
wonende te [woonplaats],
7.
[appellant 7],
wonende te [woonplaats],
8.
[appellant 8],
wonende te [woonplaats],
9.
De vereniging FNV Bondgenoten,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
appellanten,
hierna aan te duiden als [appellanten c.s.],
advocaat: mr. M.J.M. Postma te Utrecht,
tegen
BBA Tours B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als BBA,
advocaat: mr. R.H. Stam te Utrecht,
op het bij exploot van dagvaarding van 28 april 2011 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Breda, team kanton Tilburg van 2 februari 2011, gewezen tussen [appellanten c.s.] als eisers en BBA als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 593826/CV EXPL 10-2753)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met 34 producties en vermeerdering van eis;
- de memorie van antwoord tevens houdende antwoordakte op vermeerdering van eis.
Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Ingevolge het procesreglement voor de pilot civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch geldend vanaf 1 januari 2013 dient appellant een kopie van het volledige procesdossier in eerste aanleg te overleggen, alsmede een inventarislijst en een overzicht van de producties.
Blijkens de rol van 16 juli 2013 hebben appellanten aan deze verplichting willen voldoen.
Het hof stelt vast dat de nodige gebreken kleven aan de aldus ingebrachte stukken.
De dagvaarding in eerste aanleg is verre van compleet, meer in het bijzonder ontbreken pagina’s die zien op de toelichting op de vorderingen van de respectieve eisers, terwijl ook de pagina’s die zien op de vorderingen zelf (alles voor G) ontbreken.
Verder ontbreekt productie 12 bij inleidende dagvaarding.
Bij de stukken van de inleidende dagvaarding zijn voorts gegevens gevoegd die kennelijk betrekking hebben op een procedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Verder ontbreken alle de bij conclusie van dupliek blijkens de inventarisstaat door BBA ingebrachte 18 producties.
3.2.
Het hof is aldus niet in staat om recht te doen op basis van een compleet procesdossier, hetgeen in strijd is met de beginselen van goede rechtspleging.
Om die reden zal het hof appellanten in de gelegenheid stellen alsnog aan de daartoe geldende verplichtingen voortvloeiend uit het rolreglement te voldoen.
De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol van 21 oktober 2014 voor het overleggen van de betreffende stukken als hiervoor genoemd in rov. 3.1. (complete inleidende dagvaarding met alle producties alsmede de producties behorend bij de conclusie van repliek).
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 21 oktober 2014 teneinde [appellanten c.s.] in de gelegenheid te stellen het dossier uit eerste aanleg aan te vullen met de in rov. 3.1. bedoelde stukken;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Chr. M. Aarts, C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden en I. Bouter en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 oktober 2014.