ECLI:NL:GHSHE:2014:3900
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor verkoop van de echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding, waarbij de vrouw, appellante, verzoekt om vervangende toestemming voor de verkoop van de echtelijke woning na de echtscheiding van partijen. De vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit en woont met haar meerderjarige dochter in de echtelijke woning, terwijl de man, geïntimeerde, de woning vijf jaar geleden heeft verlaten en in het Verenigd Koninkrijk woont. De vrouw heeft een achterstand in de betaling van de hypotheeklasten en wenst de woning te verkopen. De man is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. Het hof heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de betekening van de appeldagvaarding en de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Het hof oordeelt dat de betekening op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en dat de Nederlandse rechter bevoegd is. Het hof bevestigt dat het Nederlands recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van partijen. De vrouw heeft in eerste aanleg gevorderd om de man te veroordelen tot medewerking aan de verkoop van de woning. De rechtbank heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen, maar de vrouw is in hoger beroep gekomen omdat zij zich niet kon verenigen met onderdelen van de beslissing. Het hof oordeelt dat er een spoedeisend belang is bij de verkoop van de woning, gezien de achterstand in de hypotheeklasten en het feit dat de man niet bereikbaar is voor overleg. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de kostencompensatie, maar vernietigt het vonnis voor het overige en veroordeelt de man tot medewerking aan de verkoop van de woning, onder bepaalde voorwaarden. Het arrest is uitgesproken op 30 september 2014.