ECLI:NL:GHSHE:2014:3884

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 september 2014
Publicatiedatum
30 september 2014
Zaaknummer
HD 103.005.765_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep van een arbeidsrechtelijke zaak met cassatieverzoek

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Laboratories Int. BV tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De zaak is aanhangig gemaakt onder zaaknummer HD 103.005.765/01. Het hof heeft op 30 september 2014 een tussenarrest gewezen, als aanvulling op het eerder gewezen tussenarrest van 10 juni 2014. In het tussenarrest van 10 juni 2014 heeft het hof een meervoudige comparitie gelast, maar deze comparitie heeft geen doorgang gevonden.

De advocaat van de geïntimeerde heeft op 15 augustus 2014 het hof geïnformeerd dat zijn cliënt van plan is om cassatie in te stellen tegen de eindbeslissingen van het arrest van 10 juni 2014. Dit verzoek om aanhouding van de comparitie is door het hof opgevat als een verzoek om doorhaling, wat heeft geleid tot een rolverwijzing voor akte uitlating. De appellante heeft ingestemd met royement, terwijl de geïntimeerde een akte na tussenarrest heeft ingediend met het verzoek om terug te komen op enkele bindende eindbeslissingen. Het hof heeft echter geen aanleiding gezien om op deze beslissingen terug te komen en heeft bevestigd bij de eerdere uitspraak.

Het hof heeft ook het verzoek van de geïntimeerde om tussentijds cassatieberoep open te stellen toegewezen, waarbij is opgemerkt dat de raadsvrouw van de appellante geen bezwaar had tegen dit verzoek. Het hof heeft uiteindelijk bepaald dat tegen het arrest van 10 juni 2014 tussentijds cassatieberoep kan worden ingesteld. De uitspraak is gedaan door de rechters H.A.W. Vermeulen, M.J.H.A. Venner-Lijten en A.P. Zweers-van Vollenhoven en is openbaar uitgesproken op 30 september 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 103.005.765/01
arrest van 30 september 2014
in de zaak van
[laboratories] Laboratories Int. BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. C. Blanken te 's-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. F.C. Schirmeister te Maastricht,
als aanvulling op het door het hof gewezen tussenarrest van 10 juni 2014, op het hoger beroep van de door de rechtbank Roermond onder zaaknummer 103447 CV EXPL 03-51 gewezen vonnissen van 7 oktober 2003, 10 februari 2004, 21 juni 2005 en 20 september 2005.

32.Het arrest van 10 juni 2014

Bij genoemd tussenarrest heeft het hof een meervoudige comparitie gelast. Deze comparitie heeft geen doorgang gevonden.

33.Het verdere verloop van de procedure

33.1.
Bij faxbericht van 15 augustus 2014 heeft de advocaat van [geïntimeerde] het hof meegedeeld dat onlangs is duidelijk geworden dat zijn cliënt beroep in cassatie wenst in te stellen van een of meer eindbeslissingen van het arrest van 10 juni 2014. Daarop is in deze brief verzocht de comparitie van 21 augustus 2014 aan te houden, waarbij voorts is vermeld dat de advocaat van [appellante] daartegen geen bezwaar heeft. Dit aanhoudingsverzoek is door de rolraadsheer opgevat als een eenzijdig verzoek om doorhaling ex artikel 8.1 van het pilot procesreglement voor civiele dagvaardingszaken van dit hof. De zaak is daarop verwezen naar de rol van 2 september 2014 voor akte uitlating doorhaling.
[appellante] heeft op genoemde roldatum laten weten in te kunnen stemmen met royement. [geïntimeerde] heeft op 2 september 2014 een akte na tussenarrest genomen.
33.2.
In deze akte verzoekt [geïntimeerde] het hof om terug te komen op een aantal bindende eindbeslissingen in genoemd arrest op in de akte nader omschreven gronden.
Het hof ziet in de door [geïntimeerde] aangevoerde gronden geen aanleiding op deze beslissingen terug te komen. Anders dan [geïntimeerde] stelt, is er naar het oordeel van het hof geen sprake van een onjuiste feitelijke of juridische grondslag. Het hof verwijst en persisteert bij hetgeen in het arrest van 10 juni 2014 is beslist.
33.3.
Voor het geval het hof niet terugkomt op de genoemde eindbeslissingen verzoekt [geïntimeerde] tegen het arrest van 10 juni 2014 tussentijds cassatieberoep open te stellen.
In de akte (onder 28) merkt [geïntimeerde] op dat de raadsvrouw van - naar het hof begrijpt - [appellante] geen bezwaar heeft tegen toewijzing van dit verzoek. De rolgriffier van het hof heeft telefonisch contact gehad met de raadsvrouw van [appellante] en daarin heeft zij bevestigd tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar te hebben. Een schriftelijke bevestiging hiervan bij email van 15 september 2014 10:10 uur maakt thans deel uit van het dossier.
33.4.
Het hof wijst het verzoek toe. Het hof acht het doelmatig thans cassatieberoep open te stellen tegen het tussen partijen gewezen arrest van 10 juni 2014.

34.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat tegen het arrest van 10 juni 2014 tussentijds cassatieberoep kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.W. Vermeulen, M.J.H.A. Venner-Lijten en A.P. Zweers-van Vollenhoven en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 30 september 2014.