Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
LMR Advocaten,
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
Wanneer evenwel de domeinnaamhouder de domeinnaam, dan wel het relevante deel ervan (dus zonder extensie als ‘.nl’ of ‘.com’) ook gaat gebruiken als aanduiding voor zijn bedrijfsactiviteiten (of deel ervan), dan verschiet de domeinnaam van kleur en wordt tevens een handelsnaam (vergelijk Hof Amsterdam 19 oktober 2006, ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ6080). Van een dergelijk gebruik is sprake indien in communicatie richting het publiek, waaronder de (potentiële) klanten de aanduiding ook wordt gebruikt, bijvoorbeeld in een disclaimer die onder alle e-mails verschijnt als door advocaten of ander personeel namens [Advocaten 1] Advocaten verstuurd. Hetzelfde geldt voor gebruik van de aanduiding LMR Advocaten op een website waar (potentiële) klanten informatie kunnen inwinnen over het kantoor of nieuwsbrieven kunnen raadplegen. Het feit dat ook een andere handelsnaam wordt gebezigd, welke mogelijk zelfs dominanter wordt gebruikt, staat aan het nevengebruik van LMR Advocaten als handelsnaam naar het oordeel van het hof niet in de weg. Dit nevengebruik blijkt uit de gebezigde visitekaartjes (productie 29 bij onderdeel A van het beroepsschrift): op de voorzijde staat de (toen) primaire handelsnaam en op de achterzijde de tweede handelsnaam.
Ook de onbetwist gestelde sponsering van de hockeyclub MHC [MHC] in de periode 2003-2008 onder de aanduiding LMR Advocaten, althans de domeinnaam met als relevant onderdeel LMR Advocaten, draagt bij aan de aannemelijkheid van het ook gebruiken van LMR Advocaten als handelsnaam, naast [Advocaten 1] Advocaten. Naar zijn aard is een dergelijke sponsoring duurzaam en kan in ieder geval – naar de ervaring leert – bij thuiswedstrijden periodiek door publiek in [vestigingsplaats] zijn waargenomen.
Op deze domeinnaam was voorheen de website te zien van het advocatenkantoor dat thans heet “[Advocaten 2] advocaten”. De website van [Advocaten 2] advocaten is verhuisd naar www.[domeinnaam 2].nl Indien u deze website wilt bezoeken dan kunt u daar komen door HIER te klikken”.
LMR Advocaten stelt dat het logo op het briefpapier en op de website voorkomt en dat het wordt gebruikt in het kader van de gevelbelettering van het pand van [Advocaten 2] (als te zien op de beide foto’s als opgenomen op pagina 27 van het beroepsschrift).
Het logo wordt aldus ter identificatie in totaliteit gebruikt op de gevel van het kantoorpand, net zoals op het briefpapier en op de website, zoals uit de door beide partijen overlegde producties blijkt, dus steeds met het onderschrift.
Het door [Advocaten 2] ter zitting gedane voorstel om ten aanzien van het gehanteerde tussenscherm ook een (extra) link op te nemen naar LMR advocaten, behoeft verder geen bespreking meer.
Met betrekking tot deze grief en de door beide partijen in hoger beroep gevorderde proceskostenveroordeling van de wederpartij overweegt het hof als volgt.
Nu echter LMR Advocaten haar vorderingen ook in hoger beroep worden afgewezen ligt, gegeven de geschiedenis voorafgaand aan de procedure in twee instanties, gelet op de uitkomst van genoemde procedure en gezien hetgeen de billijkheid in dat kader vereist, compensatie van kosten in de gegeven omstandigheden in de rede.
“
Artikel 14 Aan de procedure verbonden kosten
de pleger van de inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten alle financiële gevolgen van zijn handelwijze dragen”.3.10.4. Het voorgaande betekent dat het hof op het punt van de proceskostenveroordeling de beschikking waarvan beroep zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de kosten in beide instanties zal compenseren als nader aan te geven.