Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant sub 1],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/215374/HA ZA 10-1697)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
door koper te gebruiken als bouwgrond’. Bij akte van 4 april 2008 zijn de door [geïntimeerde] verkochte percelen geleverd als ‘
percelen bouwgrond, gelegen te [plaats]’.[geïntimeerde] heeft de percelen, eveneens op 20 februari 2008, gekocht van (een van) de [erven B].
kernrand.
- primairvernietiging van de koopovereenkomst met betrekking tot de percelen nrs. [1] en [2];
- subsidiairontbinding van de koopovereenkomst met betrekking tot de percelen nrs. [1] en [2];
- meer subsidiairvernietiging dan wel ontbinding van de koopovereenkomst met betrekking tot perceel nr. [2];
- meer subsidiairschadevergoeding op te maken bij staat,
bouwgrond. Wanneer de percelen als zodanig kunnen worden aangewend, heeft [appellant sub 1] geleverd gekregen wat hij op basis van de koopovereenkomst mocht verwachten. Daarvoor is de formele bestemming een - belangrijke - factor, maar niet noodzakelijk beslissend.
bouwgrondgeleverd heeft gekregen. De planning die hij voor ogen had, te weten een woning aan [adres] en een garage op het achtererf met aansluiting op de buurweg, kon ondanks die bestemming ten tijde van de koopovereenkomst worden gerealiseerd en kan ook nu (en eenvoudiger) worden gerealiseerd. Dat dit anders zou zijn, is door [appellant sub 1] in ieder geval niet aannemelijk gemaakt. De e-mail die hij als productie 14 bij memorie van grieven heeft overgelegd en waarin de formele status van het perceel wordt beschreven, draagt daar niet toe bij, aangezien de formele status in dit geval niet beslissend is gebleken. [appellant sub 1] heeft, kortom, bouwgrond gekocht en bouwgrond gekregen, zodat geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van [geïntimeerde] of van dwaling aan de zijde van [appellant sub 1].