Uitspraak
11 februari 2009 in de strafzaak met parketnummer 02-993004-08 tegen:
- de verdachte vrijgesproken van het hem onder 1. ten laste gelegde;
- de verdachte ter zake van
- de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 17 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- het in beslag genomen geldbedrag, conform de rechtbank, zal teruggeven aan verdachte.
- verdachte zal worden vrijgesproken van het hem onder 3. ten laste gelegde;
- aan verdachte een zodanige straf zal worden opgelegd dat hij niet terug hoeft naar de gevangenis;
- de geschorste voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.
31 januari 2008 te Amsterdam en/of Schiphol en/of Haarlemmermeer en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en/of aanwezig heeft gehad, ongeveer 850 kilogram, althans ongeveer 603 kilogram, in ieder geval (telkens) een hoeveelheid, hennep, in ieder geval een middel als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat het bewezen verklaarde handelen van verdachte in verband staat met de internationale handel in softdrugs, welke handel de internationale rechtsorde verstoort en bovendien allerlei maatschappelijk onwenselijke effecten veroorzaakt, terwijl wetenschappelijk is aangetoond dat het frequent gebruik van softdrugs de volksgezondheid kan schaden;
- de omstandigheid dat het bewezen verklaarde een zeer grote hoeveelheid softdrugs betreft.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d.
- de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
9 maanden op te leggen.
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van9 (negen) maanden.
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagenhechtenis.
teruggaveaan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een geldbedrag groot € 576,75.