3.11.Het hof zal de draagkracht van de man in twee perioden verdelen, te weten de periode van 1 januari 2013 tot 1 november 2013 waarbij met het oude systeem voor de berekening van kinderalimentatie wordt gerekend en - als gevolg van de gewijzigde zorgregeling respectievelijke de rond oktober ingetreden en niet weersproken wijziging in de functie van de man - de periode vanaf 1 november 2013 waarbij het nieuwe systeem voor de berekening van kinderalimentatie wordt gehanteerd.
Periode 1 januari 2013 tot 1 november 2013
Evenals de rechtbank zal het hof bij de berekening van de draagkracht uitgaan van het salaris van de man zoals blijkt uit de jaaropgaaf 2012. Het is weliswaar zo dat in de afgelopen jaren de inkomsten van de man wegens toeslagen wisselend waren maar de vrouw heeft naar het oordeel van het hof overtuigend aangetoond dat die verschillen beperkt in omvang zijn.
Het fiscaal jaarinkomen van de man bedraagt volgens de jaaropgave over 2012 € 42.854,- inclusief de belaste vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.
De man heeft recht op de volgende heffingskortingen:
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting,
maar niet meer dan de ingehouden loonheffing.
De man stelt dat door de rechtbank ten onrechte rekening is gehouden met inkomensafhankelijke combinatiekorting, hetgeen ook door de vrouw wordt erkend. Het hof zal met deze korting dan ook geen rekening houden bij de berekening.
Wwb-normbedrag
Het hof houdt rekening met het op de Wet werk en bijstand (Wwb) gebaseerde normbedrag, exclusief de ondergrens woonkostencomponent, voor een zelfstandig wonende alleenstaande, inclusief de maximale toeslag, ter voorziening in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
Woonlasten
Het hof gaat van dezelfde bedragen uit als de rechtbank, nu hiertegen door de man niet is gegriefd.
Het hof houdt rekening met de navolgende maandelijkse lasten:
€ 384,-, zijnde de helft van de hypotheekrente;
€ 90,-, de helft van de aan de hypotheek gekoppelde premie levensverzekering;
€ 48,-, de helft van de (forfaitaire) overige eigenaarslasten.
Ziektekosten
Het hof houdt rekening met de navolgende maandelijkse lasten:
€ 72,- aan basispremie ZVW inclusief premie aanvullende verzekering;
minus € 35,00, zijnde het in het Wwb-normbedrag begrepen nominale deel premie ZVW voor een alleenstaande.
Premie pensioengat
Volgens de man heeft de rechtbank ten onrechte geen rekening gehouden met de premie waarmee de man zijn pensioengat dient aan te vullen. Volgens de man dient deze premie te worden meegenomen nu deze last reeds tijdens het huwelijk bestond.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat met deze extra premie geen rekening dient te worden gehouden bij de draagkrachtberekening, nu de onderhoudsbijdrage voor [het kind] prevaleert boven het dichten van een pensioengat.
Kosten zorgregeling
Het hof houdt rekening met de verblijfkosten verbonden aan de zorgregeling. Voor deze kosten wordt een forfaitair bedrag van € 5,00 per dag aangehouden. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat ook voorafgaand aan 1 november 2013 de omgangsregeling tussen de man en [het kind] al anders verliep en meer en meer overgelaten werd aan de wensen van [het kind] om minder omgang te hebben. Derhalve zal het hof ook voor de periode voorafgaand aan 1 november 2013 uitgaan van omgangskosten gebaseerd op minimaal een weekend per 14 dagen en de helft van de vakanties en feestdagen.. Gelet hierop begroot het hof, anders dan de rechtbank, de totale kosten op € 32,50 per maand
.
Ten aanzien van de reiskosten overweegt het hof dat in het “oude systeem” al geen rekening meer werd gehouden met reiskosten. Niettemin zal het hof, nu de vrouw tegen de beslissing van de rechtbank op dit punt niet heeft gegriefd, rekening houden met reiskosten. Het hof acht de beoordeling van de rechtbank ten aanzien van de reiskosten die gemoeid zijn met de omgangsregeling redelijk, nu de reisafstand tussen de woonplaats van de man en de woonplaats van de vrouw groot is. Ook het hof zal daarbij rekening houden met een bedrag van € 100,- per maand.
Rente en aflossing schulden
Het hof houdt anders dan de rechtbank tot 1 november 2013 rekening met de schuld van de man aan zijn tante. Het betreft een huwelijkse schuld, waar de man op aflost. Tot
1 november 2013 houdt het hof rekening met een bedrag van € 100,- per maand. Het hof is van oordeel dat van de man verwacht had mogen worden dat deze, volgens de man thans nog steeds bestaande schuld, per 1 november 2013 afgelost had kunnen zijn.
Overige kosten
De man stelt zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de begrafenisverzekering van [het kind] alsmede met diens zakgeld. Ter zitting en uit de stukken is gebleken dat de man beide posten niet meer voor zijn rekening neemt en het hof zal hier dan ook geen rekening mee houden.
Bovengenoemd inkomen van de man resulteert in een netto besteedbaar inkomen (hierna: NBI) van ongeveer € 2.591,- per maand, waarbij rekening is gehouden met de volgende fiscale aspecten:
de hiervoor genoemde toepasselijke heffingskortingen;
de helft van het eigenwoningforfait, door de rechtbank onbetwist becijferd op € 702,-;
de helft van de hypotheekrente betreffende de woning van de man;
de door de werkgever ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.
Na aftrek van voormelde lasten van het NBI heeft de man een draagkrachtruimte van
€ 1.094,- per maand. Daarvan is 70%, derhalve € 766,-, beschikbaar voor de betaling van een onderhoudsbijdrage voor [het kind].
Met betrekking tot de voor de minderjarige te betalen onderhoudsbijdrage heeft de man, mede in aanmerking nemende dat hij de hiervoor vermelde kosten zorgregeling maakt, recht op persoonsgebonden fiscale aftrek. Het fiscaal voordeel dat de man door deze aftrek geniet, komt geheel ten goede aan de minderjarige. Rekening houdend met dit (forfaitaire) fiscale voordeel, heeft de man de draagkracht om € 824,- per maand te betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding.
Periode met ingang van 1 november 2013
Het hof volgt de richtlijn van de Werkgroep Alimentatienormen, inhoudende dat het bedrag aan draagkracht voor inkomens vanaf een NBI van € 1.500,- wordt vastgesteld aan de hand van de formule 70% x [NBI – (0,3 NBI + € 850)]. Indien recht bestaat op fiscaal voordeel in verband met de persoonsgebonden aftrekpost levensonderhoud kinderen, dient de draagkracht met dit bedrag te worden verhoogd.
Het hof houdt rekening met het NBI van de man, uitgaande van het uit de salarisspecificaties van de maanden oktober tot en met december 2013 blijkende bruto inkomen van
€ 2.732,41 per maand, van de te betalen inkomstenbelasting en voorts van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting, van € 2.103,- per maand.
De draagkracht van de man bedraagt volgens de formule € 436,- per maand, nog te verhogen met het fiscaal voordeel ad € 49,- per maand, derhalve in totaal € 485,- per maand.