(i) [geïntimeerde 2] exploiteerde een zogenoemd sperma-winstation (hierna: SW-station) voor hengsten. Het gewonnen sperma werd geïnsemineerd op het SW-station van [geïntimeerde 2] of, na verzending naar een ander erkend SW-station, aldaar.
(ii) Op 9 juni 1990 is een huurovereenkomst gesloten tussen [verhuurder] (hierna: [verhuurder]) en [geïntimeerde 2]. Op grond van deze huurovereenkomst heeft [geïntimeerde 2] gedurende de periode van 9 juni 1990 tot 1 november 1992 de hengst Farmer van [verhuurder] gehuurd en geëxploiteerd. Art. 4 van de overeenkomst luidt:
‘De huurprijs bedraagt 50% van het netto ontvangen dekgeld excl. btw. (dekgeld ƒ 1.250,-- oud, ƒ 1.375,-- drachtigheidsconstructie) en is verschuldigd in maandelijkse termijnen van één maand te voldoen via de Bond van WPN Hengstenhouders, huurder ontvangt factuur incl. btw van de verhuurder na uitbetaling door de Bond.’
(iii) [verhuurder] en [geïntimeerde 2] zijn mondeling overeengekomen dat in 1992 het dekgeld voor de hengst Farmer ƒ 2.000,-- zou bedragen.
(iv) Op 10 februari 1993 is een exploitatie-overeenkomst gesloten tussen ‘[verhuurder], namens De Farmerhoeve B.V. i.o.’ en [geïntimeerde 2]. Op grond van deze overeenkomst heeft [geïntimeerde 2] de hengst Farmer geëxploiteerd gedurende de periode van 1 februari 1993 tot 1 september 1993. Art. 7 van de overeenkomst luidt:
‘De dekgelden worden geïnd door de Bond van KWPN Hengstenhouders en maandelijks als volgt verdeeld:
Dektarief: ƒ 2.000,-- excl. B.T.W. en afdrachten.
Verdeling dekkingen bij huurder: [geïntimeerde 2] ƒ 400,-- en [verhuurder] ƒ 1.600,--.
Verdeling bij verzendsperma: [geïntimeerde 2] ƒ 400,--, [verhuurder] ƒ 1.200,-- en het ontvangststation ƒ 400,--.
Guste merries ontvangen ƒ 1.000,-- retour. Het restant wordt als volgt verdeeld: [geïntimeerde 2] ƒ 500,-- en [verhuurder] ƒ 500,--.
Eventuele kontante betalingen direkt voldoen aan de Bond.
Zowel eigenaar als exploitant betalen voor eigen merries het gehele dekgeld.’
(v) De huurovereenkomst en de exploitatie-overeenkomst bepalen beide (en in beide gevallen in art. 10) dat geschillen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het arbitragereglement van de Bond van KPWN Hengstenhouders.
(vi) In 1992 is een mondelinge overeenkomst gesloten tussen enerzijds [geïntimeerde 2] en anderzijds een maatschap bestaande uit [verhuurder] en [appellanten] Deze overeenkomst betrof de hengst Dublin en stemde overeen met de hiervoor genoemde overeenkomst ten aanzien van de hengst Farmer. Het dekgeld voor het sperma van de hengst Dublin bedroeg ƒ 1.250,00. Betaald werd op basis van de zogenaamde drachtigheidsconstructie: wanneer de merrie niet drachtig bleek te zijn, werd de helft van het betaalde dekgeld geretourneerd.
(vii) Na de oprichting van Farmerhoeve op 31 maart 1993 bestond een maatschap tussen Farmerhoeve en [appellanten] (hierna: de maatschap).
(viii) [geïntimeerde 2] en Farmerhoeve, alsmede [geïntimeerde 2] en de maatschap, hebben voor gezamenlijke rekening en risico veulens gekocht, verzorgd, getraind en weer verkocht.
(ix) [geïntimeerde 2] is in 1997 overleden; [geïntimeerden] zijn diens erfgenamen.