Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[appellante] N.V.,
1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 203781/HA ZA 09-2826)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
‘Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaarden’ (prod. 1 inl. dagv.) en een aan [geïntimeerden] gerichte brief van 25 september 2007 met aangehecht bestek op alle bladzijden geparafeerd (prod. 2 inl. dagv.; hierna worden voornoemde als producties 1 en 2 bij inleidende dagvaarding overgelegde bescheiden tezamen aangeduid als: de geparafeerde stukken).
Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaardenworden op de eerste pagina als partijen vermeld [appellante] (
‘De aannemer’) en [geïntimeerden] (
‘De opdrachtgever’). Voorts wordt op deze pagina onder meer vermeld:
De ondergetekenden
‘Indien het ontwerp goed bevonden wordt, kunnen wij hierop een prijsofferte uitwerken zodat u kan bekijken of dit geheel in het voorziene budget past.’
‘wens punten’, en stelt hij de vraag wat de meerprijs is van een kelder van bijvoorbeeld 3 bij 4 meter en wat de inhoud van de woning in kubieke meters is.
‘vrijblijvende offerte’. [geïntimeerden] hebben dit nieuwe bestek niet ondertekend en aan [appellante] geretourneerd.
- het met de voorschotnota gemoeide bedrag van € 8.925,= (inclusief btw; verschuldigd volgens hetgeen wordt vermeld op pagina 3 veertiende regel van boven in de
- de gefixeerde brutowinstderving van 20% over de niet verschenen betalingstermijnen ten bedrage van € 57.024,60 (art. 11 lid 5 algemene voorwaarden als vermeld in de
- de contractuele rente (wettelijke rente vermeerderd met 3%) tot en met 31 oktober 2009 ten bedrage van € 8.833,33 (art. 15 lid 1 algemene voorwaarden);
- de contractuele aanvulling op de rente van € 7.913,95 (12 % van de hoofdsom verschuldigd volgens hetgeen wordt vermeld op pagina 3 vanaf 10 regels van onderen in de
Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaarden(4.1 sub a) tot stand is gekomen. Subsidiair en meer subsidiair beroepen zij zich op de vernietigbaarheid van de overeenkomst wegens dwaling dan wel misbruik van omstandigheden.
Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaardendie erop neerkomen dat de opzegging door [geïntimeerden] tot gevolg heeft dat zij de gefixeerde brutowinstderving ten bedrage van € 57.024,60 en de voorschotnota ten bedrage van € 8.925,= aan [appellante] verschuldigd worden/blijven, onredelijk bezwarende bedingen zijn die vernietigd moeten worden, dan wel dat handhaving van die bepalingen in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaardenin combinatie met de bewoordingen op de eerste pagina van dit stuk tot uitdrukking gebracht dat [appellante] als aannemer in opdracht van [geïntimeerden] een werk tot stand zal brengen aan de [adres] [kavelnummer] te [woonplaats].
‘prijs 292.623,89’en op pagina 14:
‘Alle bovenstaande prijzen zijn excl. B.T.W.’Aan deze offerte is een viertal pagina’s gehecht met 8 tekeningen van deuren, draai-, schuif- en vaste ramen.
‘Keuken met toebehoren ter waarde van 7500 €’, waaruit moet worden geconcludeerd dat de bouw van een keuken als een stelpost voor voormeld bedrag in de aanneemsom is opgenomen. Voorts hebben [geïntimeerden] de stelling van [appellante] dat het regelmatig voorkomt dat eerst de overeenkomst van aanneming van werk wordt gesloten, en daarna pas een bouwvergunning wordt aangevraagd, onvoldoende gemotiveerd betwist.
‘Voor akkoord DE BOUWHEER Eigenhandig schrijven: Gelezen en goedgekeurd’met de hand heeft geschreven ‘
Eigenhandig schrijven gelezen en goedgekeurd’en dat de daarbij geplaatste handtekening van haar afkomstig is. Op dezelfde plek staat onder de handgeschreven tekst
‘[geïntimeerde 1]’een handtekening waarover [geïntimeerde 1] in eerste aanleg als getuige - en overigens ook bij het pleidooi in hoger beroep - verklaarde dat het zijn handtekening was. Mede gezien voormelde erkenningen moet naar het oordeel van het hof worden uitgegaan van een ondertekening door [geïntimeerden] van en instemming met voormelde overeenkomst van aanneming van werk (art. 157 lid 2 Rv).
‘concept offerte’in de e-mail van 7 oktober 2007 is daartoe onvoldoende. Daaruit kan, mede gezien de context waarin die aanduiding is geplaatst (Wij moeten dus gaan snoeien in de concept-offerte) niet meer worden geconcludeerd dan dat [geïntimeerden] zich op het standpunt stelden dat de offerte op onderdelen nog zou kunnen worden bijgesteld, hetgeen [appellante] overigens op zichzelf niet heeft betwist en aan welk verzoek zij ook gehoor heeft gegeven door een gewijzigde offerte te doen toekomen. Voormeld oordeel wordt evenmin anders wanneer veronderstellenderwijs uit wordt gegaan van de juistheid van de stelling van [geïntimeerden] dat zij de tot de geparafeerde stukken behorende offerte van 25 september 2007 eerst tijdens de bespreking op 3 oktober 2007 onder ogen kregen (hetgeen [appellante] betwist). Dit geldt temeer daar [geïntimeerden] zelf stellen dat zij bij een brief van 21 augustus 2007 de schetsen van de plattegronden en gevels van [X.] & Partners hebben ontvangen en bij brief van 3 september 2007 op initiatief van architect [architect] het definitieve schetsontwerp van de te bouwen woning. [geïntimeerden] hebben voorts geen verklaring gegeven voor de door [geïntimeerde 2] handgeschreven woorden onder het bestek als hierboven onder 3.13.2 vermeld.
Overeenkomst van aanneming van werk met Algemene voorwaardenwordt onder meer vermeld:
behoudens voor zover het een redelijke vergoeding betreft voor door de gebruiker geleden verlies of gederfde winst. De stelplicht en de bewijslast dat deze uitzondering (de scheefgedrukte tekst) zich voordoet, rust op [appellante].
behoudens voor zover het betreft een redelijke vergoeding voor door de gebruiker geleden verlies of gederfde winst. Naar het oordeel van het hof rusten de stelplicht en de bewijslast dat deze uitzondering (de scheefgedrukte tekst) zich voordoet, op [appellante].
‘onverminderd (…) schadevergoeding (…)’strekt tot vergoeding van door [appellante] ten gevolge van de opzegging geleden schade.