Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6.Het verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
per jaarworden berekend (vanaf de vervaldata van de facturen).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van CMA-CGM (Holland) B.V. tegen Global Producers B.V. De zaak betreft de vraag of het Libor-tarief van toepassing is op de contractuele rente die CMA Holland vordert. Het hof had eerder een tussenarrest gewezen waarin CMA Holland werd gevraagd om haar petitum te verduidelijken met betrekking tot het Libor-tarief en de aanspraak op een penalty van 0,75% naast de contractuele rente. CMA Holland stelde dat het ging om 'Libor USD 6 maanden', maar het hof oordeelde dat deze stelling niet voldoende onderbouwd was. Global Producers betwistte de keuze van CMA Holland voor het Libor-tarief en stelde dat de Algemene Voorwaarden van CMA Holland te abstract waren om eenduidig te kunnen worden toegepast. Het hof oordeelde dat de contractuele rente van 2% toewijsbaar was, maar dat de vordering van CMA Holland voor de extra 0,75% niet onderbouwd was. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank Limburg en wees de vordering van CMA Holland tot betaling van € 22.151,21 toe, vermeerderd met de contractuele rente van 2% per jaar vanaf de vervaldatum van de facturen. Daarnaast werden de buitengerechtelijke kosten van € 800,- toegewezen, eveneens vermeerderd met 2% rente. Global Producers werd veroordeeld in de proceskosten, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het arrest werd openbaar uitgesproken op 9 september 2014.