3.1.1.Het gaat in deze zaak om het volgende:
De curator is bij vonnis van 1 september 2009 in zijn hoedanigheid benoemd in het bij voormeld vonnis uitgesproken faillissement van [X.] & [Y.] B.V. (verder: [vastgoedonderneming]).
[vastgoedonderneming] is op 3 juli 2003 opgericht. [vastgoedonderneming] was een vastgoedonderneming die zich bezig hield met de ontwikkeling en verkoop van vakantiewoningen in Italië. [vastgoedonderneming] verkocht tijdelijke gebruiksrechten (timesharerechten) voor accommodaties aan particulieren voor een bedrag van € 5.000,= per gebruiksrecht voor één week per jaar voor een periode van 10 jaren. De kopers kochten deze rechten als belegging. [vastgoedonderneming] verhuurde de accommodaties en de kopers ontvingen voor de terbeschikkingstelling van hun gebruiksrechten een gegarandeerd rendement van aanvankelijk 10% en later 9 resp. 8% per jaar en de garantie dat het gebruiksrecht na 5 jaren voor de aankoopprijs weer aan [vastgoedonderneming] zou kunnen worden verkocht. De kopers wendden voor hun belegging veelal gelden aan die zij verkregen door verhoging van de hypotheek op hun woning.
[vastgoedonderneming] heeft voor haar bedrijfsvoering samengewerkt met de notarissen. [vastgoedonderneming] verwees haar klanten voor hypotheekverhogingen naar de notarissen en de notarissen zouden een rol krijgen bij een bankgarantie die [vastgoedonderneming] haar klanten zou verstrekken als zekerheidstelling voor het rendement, zijnde de huurinkomsten. De notarissen hebben op 12 augustus 2003 voor het eerst een cliënt van [vastgoedonderneming] doorverwezen gekregen voor het passeren van een hypotheekakte.
Bij brief van 29 september 2003 hebben de notarissen [vastgoedonderneming] eraan herinnerd dat zij nog een door [vastgoedonderneming] op te stellen samenwerkingsovereenkomst dienden te ontvangen en dat zij ook nog geen bankgaranties hadden ontvangen (prod. 1 concl.v.antw.).
[vastgoedonderneming] hebben daarop gereageerd bij brief van 21 oktober 2003 (prod.2 concl.v.antw.) waarin zij voor de samenwerking refereerden aan de in de brief opgenomen tekst uit hun brochures:
“[X.] en [Y.] B.V. verstrekt aan de verhuurder van gebruiksrechten een zekerheidsstelling voor de huurbetaling middels een bankgarantie, voortkomend uit de tussen partijen bestaande huurovereenkomst. De administratieve afhandeling van de bankgarantie staat onder beheer van Notariskantoor [geïntimeerden] te [woonplaats 1]. [X.] en [Y.] heeft daartoe bij ABN-Amrobank te ’s-Hertogenbosch een rekening geopend onder (…) (deposito rekening) Deze rekening staat tevens onder beheer van voormelde notaris, en zal door het notariskantoor worden aangewend voor huurbetaling bij in gebreke blijven van [X.] & [Y.].”[vastgoedonderneming] beëindigt de brief met de opmerking
: “Door het aanvaarden van het administratief beheer voor deze zekerheidsstelling, bestaat tussen partijen zodoende een samenwerkingsverband. (…) Partij [X.] en [Y.] B.V. zal trachten zoveel als mogelijk de hypotheekakten van hun cliënten bij bovenvermeld notariskantoor onder te brengen. [X.] & [Y.] is gerechtigd de naam van het notariskantoor in haar brochures hiervoor te gebruiken.”
In een brief van 24 oktober 2003 (prod. 3 concl.v.antw.) vraagt [geïntimeerde 1] aan ABN-Amro bank vervolgens, kort samengevat, een schriftelijke bevestiging dat (1) de genoemde rekening tevens onder beheer staat van het notariskantoor, (2) dat het kantoor zonder tussenkomst van [vastgoedonderneming] over de rekening kan beschikken en (3) dat ABN-Amro het kantoor zal berichten bij mutaties op de rekening (anders dan voor maandelijkse huurbetalingen aan cliënten van [vastgoedonderneming]). Tussen de notarissen en [vastgoedonderneming] is discussie ontstaan over de inhoud van de zekerheidstelling en de wijze waarop deze in de brochures wordt gepresenteerd.
Bij brief van 16 maart 2004 (prod. 6 concl.v.antw.) verzoekt [geïntimeerde 1] [vastgoedonderneming] om
‘per omgaande de gewijzigde tekst in de brochure -de notarissen willen dat iedere verwijzing naar de bankgarantie zal worden geschrapt en dat uitsluitend zal mogen worden gesproken over een deposito rekening waarop minimaal zoveel geld wordt geparkeerd als nodig is om te voldoen aan de verplichtingen (voor de huurbetalingen)
- en een overzicht van de overeenkomsten’te doen toekomen.
Bij brief van 6 april 2004 (prod. 7 concl.v.antw.) herinnert [geïntimeerde 1] [vastgoedonderneming] eraan dat deze nog niet op voormelde brief van 16 maart 2004 heeft gereageerd. [geïntimeerde 1] verzoekt alsnog binnen 2 weken aan het verzoek in die brief te voldoen en stelt als sanctie dat [vastgoedonderneming] bij gebreke daarvan op geen enkele wijze de naam van de notarissen meer mogen gebruiken.
Bij brief van 14 april 2004 (prod. 8 concl.v.antw.) heeft [vastgoedonderneming] aan de notarissen geantwoord:
“(….) De huurgarantie zoals omschreven door ons in de brochure is bedoelt als een extra zekerheidsstelling voor de huurbetaling aan de klant, indien wij niet in staat zijn de door ons in het vooruitzicht gestelde huurbetaling op tijd te doen. Deze huurgarantie die mogelijk dient te worden uitbetaald, geld voor 3 maal het uit te betalen maandbedrag. De tekst hiervan staat duidelijk vermeld in de huurgarantie. Wij hebben daartoe een rekening bij de ABN-Amro te ’s-Hertogenbosch, (deposito rekening) waarop wij een gemaximaliseerd bedrag van € 12.000 hebben zeker gesteld voor het naar ons oordeel benodigd bedrag aan mogelijk uit te betalen huurgarantie op dit moment. Het is niet de bedoeling zoals u stelt in uw brief d.d. 16 maart 2004 dat telkenmale dat er een nieuwe overeenkomst gesloten wordt wij onmiddellijk het bedrag op de depositorekening dienen te verhogen. De door ons met u aangegane samenwerking en het door ons op papier gestelde, behelst slechts de administratieve afhandeling van het uit te betalen bedrag aan huurgarantie, welke u is verzocht onder beheer te nemen. De procedure hiervoor hoe door u en door de klant te handelen staat duidelijk omschreven in de brochure. (..)”In de brief schrijft [vastgoedonderneming] verder dat zij heeft besloten om per direct de naam van de notarissen niet meer in de brochure te gebruiken.
Bij de brief van 14 april 2004 zijn onder meer als bijlagen gevoegd een gewijzigde tekst “Huurgarantie” in de brochure en een nieuwe brochure (verkoop).
De eerste bijlage heeft als inhoud:
“Omschrijving van de Huurgarantie- [vastgoedonderneming] heeft naar de verhuurder een verplichting van huurbetaling a € 37,50 per maand per gebruiksrecht van € 5.000,-- [vastgoedonderneming] wil verhuurder een zekerheidsstelling voor de huurbetaling verstrekken middels een huurgarantie- De administratieve afhandeling van de huurgarantie staat onder beheer van onze notaris.- [vastgoedonderneming] heeft bij de ABN-Amrobank te ’s-Hertogenbosch een rekening geopend.- Gedurende de looptijd van 10 kalenderjaren kan het totaal geclaimde bedrag nooit hoger zijn dan 120 maal het maandbedrag.Het aantal keren dat de verhuurder de huurgarantie aanwendt zal per gebruiksrecht door de notaris telkens 3 maal het maandbedrag worden uitbetaald. Procedure (….)”.
In de tweede bijlage (prod. 9 concl.v.antw.) is onder meer het volgende te lezen:
(p. 3)
“ (…) Om een hoger resultaat uit de verkoop van de woningen te verkrijgen werkt [vastgoedonderneming] samen met een zustermaatschappij, [X.] & [Y.] Verhuur. (….) [X.] & [Y.] Verhuur ([vastgoedonderneming]/V) heeft zich gespecialiseerd in de verhuur van woningen aan grote touroperators en reisorganisaties (..) Mede daardoor realiseert [vastgoedonderneming]/V een bijzonder hoge bezettingsgraad en zijn alle door [vastgoedonderneming] aangeboden woningen vrijwel het hele jaar door verhuurd. Dit geeft [vastgoedonderneming]/V voldoende zekerheden om een hoge huurgarantie aan de koper van een woning van [vastgoedonderneming] te kunnen bieden. (…)”en
(p. 9)
“Omschrijving van de huurgarantie- [vastgoedonderneming] heeft naar de verhuurder een verplichting a € 37,50 per maand per gebruiksrecht van € 5.000,-- [vastgoedonderneming] wil verhuurder een zekerheidsstelling voor huurbetaling bieden middels een huurgarantie- De administratieve afhandeling staat onder beheer van onze notaris.- [vastgoedonderneming] heeft bij de ABN-AMRO bank te ’s-Hertogenbosch een rekening geopend.- Gedurende de looptijd van 10 kalenderjaren kan het totaal geclaimde bedrag nooit hoger zijn dan 120 maal het maandbedrag.Het aantal keren dat de verhuurder de huurgarantie aanwendt zal per gebruiksrecht door de notaris telkens 3 maal het maandbedrag worden uitbetaald. Procedure (…)”.
Op de website van [vastgoedonderneming] en in de overeenkomsten van [vastgoedonderneming] met klanten zijn overeenkomstige omschrijvingen opgenomen. Daarbij is, anders dan in voormelde weergaves, tevens de naam van de notarissen vermeld.
De Autoriteit Financiële markten (AFM) heeft het door [vastgoedonderneming] aangeboden product bestempeld als een beleggingsproduct en [vastgoedonderneming] op 26 maart 2004 gesommeerd onmiddellijk met het aanbieden van het beleggingsproduct te stoppen. Bij brief van 6 oktober 2004 (prod. 5 inl. dagv.) heeft de AFM [vastgoedonderneming] een aanwijzing gegeven als bedoeld in art. 28, tweede lid, Wet Toezicht Effectenverkeer (Wte) 1995, welke aanwijzing onder meer inhield: een per direct stoppen met het aanbieden van het product zolang niet aan de wettelijke vereisten voor het aanbieden daarvan zou zijn voldaan en het schriftelijk in kennis stellen van de participanten van haar handelen in strijd met de effectenwetgeving, het alsnog doen toekomen aan de participanten van een op te stellen prospectus en het attenderen van de participanten op hun recht tot heroverweging van de participatie en de mogelijkheid van vernietiging van de overeenkomst. Bij brief van 12 oktober 2004 (prod. 6 inl. dagv) heeft de advocaat van [vastgoedonderneming] aan de AFM meegedeeld dat [vastgoedonderneming] om haar moverende reden per direct was gestopt met de verkoop van het product, dat zij naar haar mening daarmee voldoende tegemoet was gekomen aan de aanwijzing en aan de verdere vereisten niet zou voldoen.
Bij vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van economische strafzaken, van 23 juni 2009 (prod. 20 curator comp. eerste aanleg) is [vastgoedonderneming] veroordeeld wegens, kort samengevat, (1) het in de periode van 3 juli 2003 tot en met 27 september 2004 opzettelijk aanbieden van een beleggingsproduct zonder vergunning van de AFM en (2) het in de periode van 6 oktober 2004 tot en met 9 december 2004 opzettelijk niet hebben voldaan aan de aanwijzing van de AFM. Aan [vastgoedonderneming] werd een geldboete opgelegd van € 40.000,=.
[vastgoedonderneming] is na haar brief van 12 oktober 2004 het product blijven aanbieden. Door de notarissen zijn nog tot in 2007 hypotheken gepasseerd voor klanten van [vastgoedonderneming] (prod. 8 inl. dagv.). [vastgoedonderneming] heeft in totaal voor een bedrag van € 1.756.250,= aan timesharerechten verkocht (van welke investeringen € 1.505.000,= via de notarissen is gerealiseerd) en vanaf 2006 een bedrag van ruim € 1.600.000,= verkregen van investeerders voor projectontwikkeling.
De bedrijfsvoering van [vastgoedonderneming] is een piramidespel gebleken. [vastgoedonderneming] heeft de gelden van nieuwe beleggers aangewend voor het uitkeren van rendementen aan eerdere beleggers en aan eigen uitgaven. [vastgoedonderneming] is bij vonnis van 1 september 2009 op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard. Op de op 3 november 2010 gehouden verificatievergadering is een bedrag van € 3.919,= aan preferente schulden vastgesteld en een bedrag van € 3.615.023,92 aan concurrente schulden. Nadien is er nog een boedelschuld van € 3.053,= (huur) opgekomen.
De curator heeft de (indirect) bestuurders van [vastgoedonderneming] aansprakelijk gesteld voor het tekort in het faillissement. Bij vonnis van 31 augustus 2011 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch (prod. 20 curator comp. eerste aanleg) zijn [X.] Constructions B.V. en de heer [X.] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het tekort, in voormelde procedure gesteld op een bedrag van € 3.400.000,=, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het faillissement. Bij voormeld vonnis is voorts de echtgenote van [X.] veroordeeld tot betaling aan de curator van een bedrag van € 39.150,=, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het faillissement, dit ter vergoeding van de schade die de gezamenlijke crediteuren door aan haar te verwijten onrechtmatig handelen (wegsluizen van gelden uit de vennootschap) hebben geleden. Met de heer [Y.] heeft de curator een vaststellingsovereenkomst gesloten die heeft geleid tot betaling aan de boedel van een bedrag van € 105.000,=.