In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een geschil tussen Brasserie De Rooi Pannen v.o.f. en Stichting Katholiek Ondernemersonderwijs. De Brasserie, vertegenwoordigd door mr. M.P.G.M. Gorgels, was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Breda, sector kanton, dat op 23 maart 2011 was gewezen. De zaak betrof de vraag of de overeenkomst tussen de partijen kwalificeerde als een huurovereenkomst of als een participatieovereenkomst, en of de dwingendrechtelijke bepalingen van het huurrecht van toepassing waren.
Het hof oordeelde dat de Stichting niet was geslaagd in het bewijs dat de Brasserie tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de participatieovereenkomst. Het hof bevestigde dat de artikelen 7:290 e.v. BW van toepassing waren op de rechtsverhouding tussen partijen. De Stichting had onterecht de Brasserie ontruimd, wat het hof als onrechtmatig beschouwde. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde voor recht dat de Stichting toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen en aansprakelijk was voor de schade die de Brasserie had geleden.
De uitspraak benadrukte dat de oorspronkelijke bedoeling van partijen niet voldoende was om de dwingendrechtelijke huurregels te negeren. Het hof concludeerde dat de Brasserie recht had op huurbescherming, ongeacht de intenties van de partijen bij het aangaan van de overeenkomst. De Stichting werd veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de Brasserie, en de vorderingen van de Stichting werden afgewezen. De kosten van de procedure werden aan de Stichting opgelegd.