Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
hierna: belanghebbende,
1.Ontstaan en loop van het geding
Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, in de persoon van de heer [A], de heer [B], advocaat te [C], als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heren [D], [E], [F] en [G].
2.Feiten
[N] BV en [O] BV, vennootschappen waarvan een of meer zaken gelijktijdig met de onderhavige zaken ter zitting van het Hof zijn behandeld, maken deel uit van een groep die bestaat uit meer dan 100 vennootschappen. Van die vennootschappen, die alle zijn gevestigd op het adres [a-straat] 3 te [vestigingsplaats], worden de aandelen, middellijk dan wel onmiddellijk, gehouden door de heer [A]. De heer [A] voert tevens de directie over die vennootschappen (hierna: [P]).
8 mei 2011 heeft belanghebbende aangegeven af te zien van een hoorgesprek.
3.Geschil, standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Met betrekking tot vraag D
nr. 09/02639,ECLI:NL:HR:2011:BO5046, geconstateerd van bijna vijf en een half jaar. Vervolgens heeft de Rechtbank geoordeeld dat die termijnoverschrijding geheel is toe te schrijven aan de Inspecteur en dat de vergoeding van immateriële schade € 5.500 (€ 500 per half jaar of een gedeelte daarvan) bedraagt. Het Hof volgt de Rechtbank daarin niet en overweegt in dat verband het volgende.
Slotsom
5.Beslissing
verklaarthet hoger beroep van belanghebbende ongegrond en het hoger beroep van de Inspecteur gegrond;
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank in zoverre die de ongegrondverklaring van het beroep betreft;
vernietigtde beslissing van de Rechtbank in zoverre deze de beslissing inzake de vergoeding van door belanghebbende geleden immateriële schade betreft; en
veroordeeltde Inspecteur tot vergoeding van de door belanghebbende geleden immateriële schade wegens termijnoverschrijding tot een bedrag van € 3.000.