3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[appellant] en [geïntimeerde] hebben op 16 december 2011 een koopovereenkomst gesloten, waarbij [appellant] aan [geïntimeerde] verkoopt en [geïntimeerde] van [appellant] koopt het half vrijstaande woonhuis met ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden, plaatselijk bekend te [woonplaats 1] aan de [straatnaam][huisnummer] te [woonplaats 1] (hierna: het woonhuis).
In de koopovereenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
“(…)
artikel 6 Feitelijke levering, overdracht aanspraken
6.1. De feitelijke levering en aanvaarding vindt plaats op 16-12-2011 vrij van huur-, lease- of huurkoopovereenkomsten met uitzondering van de volgende overeenkomsten welke door koper gestand worden gedaan: huur c.v.-ketel € 29,30 p.m.
(…)
artikel 10 Ingebrekestelling, ontbinding
10.2. (…). Bij ontbinding van de overeenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van
€ 10.320,-, zegge tienduizenddriehonderdtwintig euro verbeuren, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal.
(…)
artikel 24 vergoeding
Zolang als de juridische levering van onderhavig object aan de koper niet heeft plaatsgevonden, zal de koper aan verkoper een maandelijkse gebruiksvergoeding betalen groot € 650,- ( zegge: zeshonderdvijftigeuro ) per maand of gedeelte daarvan in verhouding, te voldoen per elke eerste van de maand.
(…)”
De eigendomsoverdracht van het woonhuis diende uiterlijk 1 februari 2013 plaats te vinden, maar [geïntimeerde] heeft niet meegewerkt aan de eigendomsoverdracht.
[geïntimeerde] heeft het woonhuis medio juni 2013 verlaten.
Bij het vertrek van [geïntimeerde] bedroeg de schade aan het woonhuis € 1.657,-.
[geïntimeerde] heeft een bedrag van € 473,- aan huur van de ketel onbetaald gelaten.
[geïntimeerde] heeft een bedrag van € 5.200,- aan gebruiksvergoeding onbetaald gelaten.
Bij brief van 9 september 2013 van [X.] & Partners gerechtsdeurwaarders incassospecialisten is [geïntimeerde] in gebreke gesteld en gesommeerd binnen 8 dagen zijn verplichtingen na te komen, bij gebreke waarvan de overeenkomst door [appellant] wordt ontbonden en de verschuldigde boete van € 10.320,- terstond en ineens opeisbaar wordt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] in verzuim is geraakt op 26 september 2013.
In verband met de incasso zijn door de gemachtigde van [appellant] verschillende aanmaningen aan [geïntimeerde] gezonden, is correspondentie gevoerd en zijn telefoongesprekken gehouden met [geïntimeerde].
3.2.1.[appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd om [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 18.890,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 17.560,- vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening, het vonnis te waarmerken als Europese Executoriale Titel en [geïntimeerde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant], kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. [geïntimeerde] is in gebreke gebleven met het betalen van de gebruiksvergoeding en van de huur van de ketel en hij heeft het woonhuis beschadigd achtergelaten. Verder heeft de eigendomsoverdracht van de woning niet plaatsgehad. Op grond hiervan heeft [appellant] van [geïntimeerde] een bedrag gevorderd van in totaal € 17.560,-. [geïntimeerde] is ook na herhaalde aanmaning niet tot betaling overgegaan.
3.2.3.[geïntimeerde] is in eerste aanleg niet verschenen.