ECLI:NL:GHSHE:2014:2988

• Datum uitspraak: 26 augustus 2014
• Publicatiedatum: 26 augustus 2014
• Zaaknummer: HD 200.136.561_01
• Instantie: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: H.A.G. Fikkers; J.C.J. van Craaikamp; R.R.M. de Moor
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Arrest inzake snoeiwerkzaamheden aan een boom met betrekking tot een civiele vordering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een civiele vordering met betrekking tot snoeiwerkzaamheden aan een boom. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W.J. Schoonbrood, heeft in hoger beroep de vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.G. Lardinois. De procedure volgde op een tussenarrest van 29 april 2014, waarin het hof de appellante in de gelegenheid stelde om een akte in te dienen over het voornemen van het hof om de vordering toe te wijzen. Dit voornemen hield in dat de boom vóór 1 september 2015 gesnoeid moest worden en daarna elke drie jaar vóór 1 september van dat jaar. Het hof heeft vastgesteld dat partijen het eens zijn over de snoeiwerkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden door een gecertificeerd bedrijf.

Tijdens de procedure heeft de geïntimeerde een factuur overgelegd van Passie Flora Hoveniersbedrijf, waaruit blijkt dat de boom op 13 maart 2014 is gesnoeid en gecontroleerd op dood hout. De appellante heeft echter niet de gelegenheid gehad om zich over deze productie uit te laten, en het hof heeft besloten haar deze gelegenheid te bieden. De appellante moet zich in haar akte uitlaten over het eerstvolgende snoeimoment van de boom, aangezien het voorgenomen dictum uitging van een laatste snoeimoment in 2013 en niet in 2014, zoals blijkt uit de overgelegde stukken.

Het hof heeft de zaak naar de rol van 9 september 2014 verwezen voor akte aan de zijde van de appellante en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.136.561/01

arrest van 26 augustus 2014

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [woonplaats],

appellante,

advocaat: mr. J.W.J. Schoonbrood te Heerlen,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. P.M.G. Lardinois te Sittard,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 29 april 2014 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, sector kanton, locatie Heerlen onder zaaknummer 480997 CV EXPL 12-6026 gewezen vonnis van 10 juli 2013.

6. Het verloop van de procedure

6.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenarrest van 29 april 2014;

- de akte van [appellante];

- de antwoordakte van [geïntimeerde] met productie.

6.2.

Het hof heeft arrest bepaald.

7. De verdere beoordeling

7.1.

Bij genoemd tussenarrest is [appellante] in de gelegenheid gesteld een akte te nemen over het voornemen van het hof om de vordering van [appellante] in die zin toe te wijzen dat de boom vóór 1 september 2015 gesnoeid moet worden en daarna één keer in de drie jaar vóór 1 september van het betreffende jaar (aldus weer vóór 1 september 2018 en zo verder), met dien verstande dat wanneer de boom eerder dan na verloop van drie jaar wordt gesnoeid (bijvoorbeeld na twee jaar), de boom drie jaar dáárna opnieuw moet worden gesnoeid.

7.2.

Uit de akte en antwoordakte leidt het hof af dat partijen zich kunnen vinden in dit voornemen van het hof. Zij zijn het erover eens dat de snoeiwerkzaamheden eens in de drie jaar moeten worden uitgevoerd door een bedrijf dat is gecertificeerd als European Treeworker. [geïntimeerde] heeft bij zijn antwoordakte een factuur overgelegd van Passie Flora Hoveniersbedrijf, waaruit volgt dat de boom op 13 maart 2014 is gesnoeid en gecontroleerd op dood hout. Nu [appellante] zich niet over deze productie heeft kunnen uitlaten zal het hof haar daartoe in de gelegenheid stellen, waarna [geïntimeerde] bij akte mag reageren.

[appellante] zal zich in haar akte met name dienen uit te laten over het eerstvolgende snoeimoment van de boom (nu het voorgenomen dictum uitging van een laatste snoeimoment in 2013 en niet, zoals blijkt, in 2014).

7.3.

Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

8. De uitspraak

Het hof:

verwijst de zaak naar de rol van 9 september 2014 voor akte aan de zijde van [appellante] als in r.o. 7.2. vermeld;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, J.C.J. van Craaikamp en R.R.M. de Moor en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 augustus 2014.