Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- poging tot moord en zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade, in eendaadse samenloop begaan (feiten 1 en 2);
- het zonder consent een vuurwapen vanuit Servië doen binnenkomen (feit 3), en
- het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie (feit 4),
- bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord en de onder 2 ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheid, dat hij de zware mishandeling heeft gepleegd met voorbedachten rade;
- bepleit dat de onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde poging tot doodslag en de onder 2 ten laste gelegde zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat sprake is van eendaadse samenloop;
- zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten en de beslissingen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering;
- ten aanzien van de op te leggen straf verzocht om een lagere straf op te leggen dan de rechtbank heeft opgelegd en dan de advocaat-generaal heeft gevorderd.
hij op of omstreeks 19 december 2012 te Vlissingen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer], althans opzettelijk, van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer] heeft geschoten en die [slachtoffer] daarbij één keer of meerma(a)l(en) heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 19 december 2012 te Vlissingen aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel - te weten drie verbrijzelde vingers (welke vingers operatief moesten worden geamputeerd) - heeft toegebracht, door opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk met een vuurwapen één keer of meerma(a)l(en) in de richting van (de handen van) die [slachtoffer] te schieten;
hij op een tijdstip in of omstreeks de maand(en) oktober 2012 en/of november 2012 te Middelburg, althans (elders) in het (toenmalige) arrondissement Middelburg, in elk geval in Nederland zonder consent een wapen van categorie III, te weten een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool (merk CZ, model 99, kaliber .40 S&W), heeft doen binnenkomen vanuit de republiek Servië;
hij op of omstreeks 19 december 2012 te Vlissingen en/of op of omstreeks 20 december 2012 te Middelburg een wapen van categorie III, te weten een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool (merk CZ, model 99, kaliber .40 S&W), en/of munitie van categorie III, te weten vijf, in elk geval één of meer patro(o)n(en) kaliber .40, voorhanden heeft gehad.
“daar 35 jaar heeft gewoond, er anderhalf jaar niet meer was geweest en wilde kijken hoe het er nu uit zag”.
black-outheeft gehad en dat hij niet kan aangeven waarom hij heeft geschoten.
“Zal je even met mij meerijden?”[slachtoffer] deed dat niet en zei dat ze ging lopen. Verdachte zei verder: “
Ik wil je wat laten zien”. Vervolgens zag zij dat verdachte iets probeerde te pakken. Zij zag dat verdachte uitstapte en hoorde iets repeteren. Zij had zich inmiddels omgedraaid en rende terug in de richting van de woning van haar dochter. [slachtoffer] hoorde een paar schoten. Vervolgens voelde ze dat zij in haar ene been werd geschoten en daarna in haar andere been. Zij viel bijna en gilde. Daarna werd zij beschoten in haar nek. Zij deed vervolgens haar hand omhoog, waarna zij in haar hand werd geschoten.
- [dochter 2], heeft verklaard dat verdachte bezig was om haar auto op te knappen (p. 62) en op 19 december 2012 tegen haar heeft gezegd dat hij langs de monteur zou gaan (proces-verbaal verklaring bij de rechter-commissaris d.d. 18 juni 2013, p. 5).
- [getuige] heeft verklaard dat hij verdachte kent, hij eerder aan een auto van diens dochter heeft gewerkt en dat verdachte wel eens toevallig langs kwam (proces-verbaal van verklaring bij de rechter-commissaris d.d. 18 juni 2013, p. 2).
- Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep de door hem gereden route vanaf de boulevard van Vlissingen naar de woning van [getuige] getekend op een plattegrond van Google Maps. Deze route is naar het oordeel van het hof niet onlogisch en voert inderdaad langs de hoek [hoek] te Vlissingen.
- Ook als verdachte wist dat zijn ex-echtgenote op bezoek was bij zijn dochter [dochter 1], kan het hof daaruit niet afleiden dat hij om die reden naar Vlissingen is gereden. Immers, uit het dossier blijkt niet dat verdachte wist omstreeks welk tijdstip [slachtoffer] vanuit de woning van haar dochter naar haar eigen woning zou lopen en evenmin dat verdachte haar daar heeft opgewacht. Bovendien vormt een contra-indicatie dat verdachte ook wist waar [slachtoffer] woonde, zodat hij, indien hij een dergelijk plan had opgevat, op ieder moment naar haar woning had kunnen rijden.
“Eigenlijk ben ik zoveel gepest dat het mij te veel werd. Uiteindelijk ben ik tot deze daad gekomen”en
“Wat ik heb gedaan is het gevolg van het jarenlange terroriseren van mij, door mijn ex. Ik werd er gek van. En zo is het”(p. 132 en 134)
,niet kan worden vastgesteld dat verdachte naar zijn ex-echtgenote is gereden met de intentie om haar van het leven te beroven dan wel zwaar te mishandelen. Immers, deze verklaring sluit niet uit dat verdachte zijn ex-echtgenote toevallig heeft ontmoet, vervolgens in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft gehandeld en daarna een verklaring geeft/probeert te geven voor zijn handelen.
hij op 19 december 2012 te Vlissingen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet meermalen met een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer] heeft geschoten en die [slachtoffer] daarbij meermalen heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 19 december 2012 te Vlissingen aan een persoon, te weten [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel - te weten verbrijzelde vingers - heeft toegebracht door opzettelijk, met een vuurwapen meermalen in de richting van (de handen van) die [slachtoffer] te schieten;
hij op een tijdstip in de maand oktober 2012 te Middelburg zonder consent een wapen van categorie III, te weten een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool (merk CZ, model 99, kaliber .40 S&W), heeft doen binnenkomen vanuit de republiek Servië;
hij op 19 december 2012 te Vlissingen en Middelburg een wapen van categorie III, te weten een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool (merk CZ, model 99, kaliber .40 S&W), en munitie van categorie III, te weten vijf patronen kaliber .40, voorhanden heeft gehad.
.
- de vaststelling van de deskundige, psycholoog drs. B.I. Meuwise in het Pro Justitia rapport d.d. 27 maart 2013 dat het feit in licht verminderde mate aan verdachte is toe te rekenen, welke conclusie het hof mede ten grondslag zal leggen aan de hierna te nemen beslissing;
- de inhoud van een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 1 juli 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie of justitie in aanraking is geweest;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze door en namens verdachte ter terechtzitting naar voren zijn gebracht.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 5.351,21 (vijfduizend driehonderdeenenvijftig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 351,21 (driehonderdeenenvijftig euro en eenentwintig cent) aan materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 50,77 (vijftig euro en zevenenzeventig cent) aan materiële schadeaf.
€ 900,- (negenhonderd euro).
€ 5.351,21 (vijfduizend driehonderdeenenvijftig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 351,21 (driehonderdeenenvijftig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
61 (eenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.