ECLI:NL:GHSHE:2014:2899
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- C.D.M. Lamers
- E.L. Schaafsma-Beversluis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot oprichting van een besloten vennootschap door bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een bewindvoerder om machtiging te verlenen voor de oprichting van een besloten vennootschap (B.V.) voor de rechthebbende. De bewindvoerder, die optreedt in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende, had eerder bij de kantonrechter een verzoek ingediend dat was afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor toezicht op het vermogen van de B.V. door de kantonrechter, wat zou betekenen dat het vermogen van de rechthebbende aan het toezicht zou worden onttrokken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2014 heeft de bewindvoerder haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de oprichting van de B.V. noodzakelijk was om het vermogen van de rechthebbende te beschermen tegen een afname door hoge AWBZ-bijdragen. De bewindvoerder meende dat het vermogen zichtbaar zou blijven in de aangifte inkomstenbelasting en uit de jaarstukken van de B.V. zou blijken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de rechthebbende, vanwege haar geestelijke toestand, niet in staat was toestemming te geven voor de oprichting van de B.V. en dat de bewindvoerder daarvoor de machtiging van de kantonrechter nodig had.
Het hof heeft geconcludeerd dat het verlenen van machtiging voor de oprichting van de B.V. zou leiden tot een onttrekking van het vermogen van de rechthebbende aan het toezicht van de kantonrechter. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij het verzoek van de bewindvoerder om de B.V. op te richten werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van wettelijke waarborgen en toezicht in het kader van bewindvoering en de bescherming van de rechthebbende.