ECLI:NL:GHSHE:2014:2811
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. van Dijkhuizen
- C.E.M. Renckens
- A.P. van der Linden
- Rechtspraak.nl
Buitenwettelijke onderhoudsbijdrage na echtscheiding en de gevolgen voor de meerderjarige
In deze zaak gaat het om een buitenwettelijke onderhoudsbijdrage die door de stiefvader is betaald aan de meerderjarige na de echtscheiding van de moeder en de stiefvader. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 19 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De meerderjarige, die in principaal appel is, heeft een verzoek ingediend om de stiefvader te verplichten tot betaling van een onderhoudsbijdrage. Het hof oordeelt dat er voorshands voldoende aannemelijk is dat er een mondelinge overeenkomst tot levensonderhoud is ontstaan tussen de moeder en de stiefvader, waarbij de Trema-normen en artikel 1:401 BW van toepassing zijn. Het hof constateert echter dat er relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn die een herbeoordeling van de behoefte en draagkracht rechtvaardigen. Door het ontbreken van relevante financiële gegevens is het hof niet in staat om de aanvullende behoefte van de meerderjarige vast te stellen, wat voor rekening en risico van de meerderjarige komt. Het hof wijst het verzoek van de meerderjarige af en vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de stiefvader was veroordeeld tot betaling van een onderhoudsbijdrage. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.