De schade
[appellante] heeft in hoger beroep veroordeling van AVL gevorderd tot betaling aan [appellante] van de door haar als gevolg van het haar overkomen ongeval op 21 oktober 2008 geleden materiële en immateriële schade, op te maken bij staat. Verder heeft [appellante] een voorschot op de schadevergoeding van € 32.895,75, vermeerderd met de wettelijke rente gevorderd. (Daarmee is zij teruggekeerd naar haar oorspronkelijke vordering, nadat zij haar eis in eerste aanleg had vermeerderd tot een bedrag van € 39.950,12, zie het tussenarrest van 5 november 2013, r.o. 2.)
7.8.1.Gelet op het vorenoverwogene is de veroordeling tot betaling van de schade, nader op te maken bij staat, toewijsbaar met dien verstande dat het gaat om de schade, veroorzaakt door het nalaten van AVL om voor een behoorlijke verzekering te zorgen, derhalve om het missen van de uitkering die [appellante] op grond van een behoorlijke verzekering zou zijn toegekomen.
7.8.2.[appellante] heeft het gevorderde voorschot als volgt onderbouwd in de akte van 28 april 2011 in eerste aanleg:
- Verlies arbeidsvermogen:
[appellante] berekent haar verlies arbeidsvermogen op basis van 40 uur per week voor de periode vanaf het ongeval tot en met 31 mei 2011 op € 17.223,29.
- Huishoudelijke hulp door ouders:
12 weken volgens de Richtlijn Huishoudelijke Hulp van de Letselschaderaad à € 118,-- per week is € 1.416,--.
118 weken t/m 31 mei 2011, ca. 10 uur per week à € 8,50 per uur is € 10.030,--.
- Verlies zelfwerkzaamheid:
Ingevolge de Richtlijn Verlies Zelfwerkzaamheid van de Letselschaderaad: € 227,50 per jaar, is € 530,83.
- Immateriële schade: € 10.000,--.
- Reiskosten:
Naar Laurentiusziekenhuis [vestigingsplaats], Academisch Ziekenhuis [vestigingsplaats] en GGZ: € 500,--.
- Ziekenhuisdaggeldvergoeding:
10 dagen ziekenhuisopname ingevolge de Richtlijn Ziekenhuisdaggeldvergoeding: € 250,--.
7.8.3.AVL heeft de onderbouwing als volgt betwist (bij conclusie van antwoord; op de akte van 28 april 2011 heeft zij niet gereageerd):
- Verlies arbeidsvermogen:
AVL bestrijdt dat van 40 uur per week moet worden uitgegaan. [appellante] zat voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst met AVL (zie r.o. 4.1. tussenarrest) in de bijstand. Bij Taxi [taxi] had [appellante] een oproepcontract.
- Huishoudelijke hulp door ouders:
Onduidelijk is waarom [appellante] afhankelijk is van haar ouders. Onduidelijk is ook waarom dit 10 uur per week zou moeten zijn. De psychische klachten zijn het gevolg van een moeilijke jeugd.
- Reiskosten:
Het bedrag is willekeurig gekozen en veel te hoog.
Verder heeft AVL de hoogte van het smartengeld en de overige posten in het algemeen bestreden.
7.8.4.Het hof oordeelt als volgt.
Met betrekking tot het onderdeel het verlies arbeidsvermogen acht het hof de situatie vooralsnog onduidelijk, mede gelet op het verweer van AVL. Mede gezien het door [appellante] in de periode van 16 september 2008 tot de datum van het ongeval door [appellante] gewerkte aantal uren van 83, het feit dat niet duidelijk is of en hoeveel [appellante] voor andere werkgevers heeft gewerkt vóór het ongeval en het feit dat [appellante] een oproepcontract (MUP-contract) had van 6 maanden bij Taxi [taxi] ingaande 17 oktober 2008, waarvan ook niet duidelijk is hoeveel uren zij had kunnen werken als zij niet in de proeftijd zou zijn ontslagen vanwege het ongeval (zie prod. 9 inl dgv), ziet het hof geen aanleiding ter zake verlies arbeidsvermogen bij wijze van voorschot een bedrag aan [appellante] toe te kennen.
Het hof acht wel voldoende aannemelijk dat [appellante] recht heeft op enige vergoeding van huishoudelijk hulp en zal ter zake een geschat bedrag van € 500,-- bij wijze van voorschot toewijzen.
Voldoende aannemelijk is ook dat aan [appellante] enig bedrag aan smartengeld zal toekomen, welk bedrag het hof voorlopig schat op € 3.000,--.
De ziekenhuisdaggeldvergoeding is niet betwist door AVL, zodat voorlopig een bedrag van
€ 250,-- toewijsbaar is.
Het hof acht ook voldoende aannemelijk dat [appellante] schade heeft ter zake van reiskosten, voorlopig te bepalen op € 250,--.
Totaal komt het hof tot toewijzing van een voorschot op de schadevergoeding van € 4.000,--. De wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de datum van de inleidende dagvaarding.