ECLI:NL:GHSHE:2014:2018

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 juni 2014
Publicatiedatum
2 juli 2014
Zaaknummer
20-003754-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis van de politierechter inzake poging tot diefstal met braak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor poging tot diefstal, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf had verschaft door middel van braak. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep verricht, waarbij het ook kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zou bevestigen.

Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter voldeed aan de eisen van de Regeling aantekening mondeling vonnis, door een nauwkeurig gespecificeerde opsomming van de bewijsmiddelen te geven zonder de inhoud daarvan weer te geven. Het hof is gebonden aan het voorschrift van artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat de inhoud van de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring, wordt uitgewerkt in een aanvulling op het verkort arrest indien beroep in cassatie wordt ingesteld. Het hof heeft de kwalificatie van het feit onder parketnummer 01-206232-13 verbeterd naar poging tot diefstal, waarbij de schuldige het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

De beslissing van het hof is om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de eerder genoemde overwegingen. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. C.M. Hilverda niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak is van belang voor de toepassing van de regels omtrent de aantekening van mondelinge vonnissen door de politierechter en de verplichtingen van het hof in hoger beroep.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-003754-13
Uitspraak : 25 juni 2014
VERSTEK; dip

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 8 november 2013 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 01-106232-13 en 01-206843-12, tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak (
parketnummer 01-206232-13) en schuldheling (
parketnummer 01-206843-12) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis is aangetekend zoals wordt bepaald door de Regeling aantekening mondeling vonnis door politierechter, kinderrechter, economische politierechter, de kantonrechter en de enkelvoudige kamer voor behandeling in strafzaken in hoger beroep (Stcrt. 1996, 197). Art. 1, aanhef en onder a van deze Regeling bepaalt dat de aantekening van het mondeling vonnis van de politierechter in geval van bewezenverklaring dient te bevatten : “a. alle gebezigde bewijsmiddelen en andere gronden voor de bewezenverklaring, alsmede vermelding van de redengevende feiten en omstandigheden voor de beslissing dat het (de) feit(en) door de verdachte(n) is (zijn) begaan (voor de inhoud van de bewijsmiddelen kan worden verwezen naar het proces-verbaal van de terechtzitting en andere processtukken. Indien niet de gehele inhoud voor het bewijs is gebezigd, dan aangeven welk deel wel is gebruikt).”
De politierechter heeft volstaan met een nauwkeurig gespecificeerde opsomming van de bewijsmiddelen, voor zover tot bewijs gebezigd, zonder de inhoud van de bewijsmiddelen weer te geven.
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, met verbetering van de kwalificatie van het feit ten laste gelegd onder parketnummer 01-206232-13. Voorts zal het hof - nu de meervoudige strafkamer gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359, lid 3, eerste volzin, van het Wetboek van Strafvordering - indien tegen dit arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, de inhoud van de door de politierechter opgesomde bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring uitwerken in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Verbetering kwalificatie
Het onder parketnummer 01-206232-13 bewezen verklaarde levert op:
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het feit is strafbaar gesteld bij artikel 45 jo. artikel 311, lid 1, onder 5, van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. N.J.M. Ruyters, voorzitter,
mr. J.C.A.M. Claassens en mr. C.M. Hilverda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.M. Spooren, griffier,
en op 25 juni 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. C.M. Hilverda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.-