Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6.Het verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
gemasseerdmet olie. Over masseren hebben deze getuigen immers niet gesproken. Dit laat onverlet dat [geïntimeerde] heeft erkend dat hij op 21 juli 2011 bij twee dames op hun verzoek olie op hun verbrande schouders heeft aangebracht. In de vonnissen waarvan beroep en het tussenarrest ligt echter besloten dat dat onvoldoende is om te komen tot de conclusie dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Gezien de schriftelijke waarschuwing van Z.I.B. van 9 mei 2011 lag immers de nadruk op het verbod tot het masseren van gasten en dat dergelijke handelingen op 21 juli 2011 door [geïntimeerde] zijn verricht staat onvoldoende vast.