Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een geschil tussen Inbev Nederland N.V. en twee geïntimeerden die een café exploiteren. Inbev, als appellante, vorderde een bedrag van € 5.444,73 aan hoofdsom en € 768,- voor buitengerechtelijke kosten van de geïntimeerden, die in een vennootschap onder firma het café Grand Café De Volle Maen exploiteerden. De rechtbank had eerder de vordering van Inbev afgewezen, omdat zij niet aan haar stelplicht had voldaan. In hoger beroep heeft Inbev haar eis gewijzigd en stelde zij dat zij de rechtsopvolger is van Interbrew Nederland N.V., die zich borg had gesteld voor de huur van het café. De geïntimeerden voerden verweer en stelden dat Inbev niet in de rechten van Interbrew was getreden en dat zij niet in verzuim waren.
Het hof heeft de grieven van Inbev gegrond verklaard en het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof oordeelde dat Inbev, als rechtsopvolger van Interbrew, recht had op de gevorderde hoofdsom, omdat zij als borg had betaald aan de verhuurder. De geïntimeerden hadden onvoldoende onderbouwd dat zij geen schuld hadden aan de verhuurder. Het hof wees de vordering van Inbev tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding. De proceskosten werden toegewezen aan Inbev, aangezien de geïntimeerden grotendeels in het ongelijk waren gesteld. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.