Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M. van den Heuvel, verzoekt om schorsing van de uitvoerbaarheid van de beschikking en om het gezag over haar dochter [dochter 1] alleen aan haar toe te kennen. De vader, vertegenwoordigd door mr. M. Pisters-van Rooij, verzoekt de verzoeken van de moeder af te wijzen en de beschikking te bekrachtigen. De stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant is als belanghebbende betrokken in deze zaak.
De rechtbank had eerder bepaald dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen over [dochter 2] en een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken had vastgesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 juni 2014, waarbij de ouders en de stichting hun standpunten toelichtten. Het hof heeft besloten dat er een deskundigenonderzoek moet plaatsvinden om de ouderrelatie en de belangen van de kinderen te onderzoeken. De deskundigen, mevrouw drs. I. Sandig en mevrouw mr. L. Stam, zijn benoemd om dit onderzoek uit te voeren. Het hof heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 30 oktober 2014, in afwachting van de resultaten van het onderzoek.
Het hof heeft de kosten van het deskundigenonderzoek voorlopig ten laste van de moeder gesteld, met de mogelijkheid dat deze kosten door de griffier worden betaald, gezien haar toevoeging. De moeder heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die een schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring rechtvaardigen, waardoor haar verzoek is afgewezen. De beslissing van het hof houdt in dat het deskundigenonderzoek zo spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd, en dat partijen de deskundigen alle benodigde informatie moeten verstrekken.