5.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder “2. De feiten”, feiten vastgesteld. Voor zover niet bestreden betreft het de volgende feiten, waarvan het hof ook zal uitgaan.
A. De samenwerkingsovereenkomst van 6 juni 2007
1. Op 9 juni 2007 hebben Vortex en Acco een samenwerkingsovereenkomst gesloten (hierna: de samenwerkingsovereenkomst, prod. 3 bij de dagvaarding in eerste aanleg). Vortex is tijdens de gesprekken voorafgaand aan het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst vertegenwoordigd door de heer [bestuurder van Vortex] (via een holding-BV bestuurder van Vortex), Acco door de heer [bestuurder van Acco] (bestuurder van Acco) en de heer [financial controller in dienst van Acco] (financial controller in dienst van Acco). Aanvankelijk is ook de heer [credit manager in dienst van Acco] (credit manager in dienst van Acco) betrokken geweest bij de gesprekken. Bij de gesprekken of bij enkele daarvan is verder aanwezig geweest de heer [senior account manager bij Totaal Lease] (senior account manager bij Totaal Lease). De schriftelijke overeenkomst bevat de namen van (maar is, in het in het geding gebrachte exemplaar althans, niet daadwerkelijk ondertekend door) [bestuurder van Vortex] en [bestuurder van Acco].
2. Op grond van de samenwerkingsovereenkomst zou Vortex Acco ondersteunen bij de afzet van lamineermachines en -folie aan derden en bij de financiering van deze transacties. Een en ander zou gebeuren volgens een door Vortex ontwikkeld plan, het Film Purchase Plan, afgekort tot FPP. Opzet van het plan, zoals door Vortex ontwikkeld en voorgesteld, was om de verkoop van folie door Acco te bevorderen, door machines en folie als totaal-concept aan te bieden. Aldus zouden afnemers langer aan Acco worden gebonden, met meer stabiliteit in de relaties en hogere marges op de folie als positieve effecten voor Acco.
3. Op grond van het FPP zou Acco niet, zoals tot dan toe gebruikelijk, alle door haar ingekochte machines doorverkopen en leveren aan haar afnemers, om vervolgens af te wachten of deze ook folie bij haar zouden blijven bestellen. In plaats daarvan zou Acco machines inbrengen in het FPP, in het kader waarvan de afnemers zich zouden verplichten tot de afname van een totaalpakket van machine(s) en folie. Dit zou gebeuren tegen betaling van een maandelijkse ‘fixed fee’, die zou zijn gebaseerd op onder meer de aanschafwaarde van de machine en het verwachte foliegebruik (met een naverrekening per kwartaal in verband met de daadwerkelijk afgenomen folie).
4. De afnemers zouden de machines leasen via een derde-partij, Totaal Lease. De leasevergoeding zou zijn inbegrepen in de ‘fixed fee’, die de afnemers zouden betalen aan Vortex. Vortex zou het lease-deel van de ‘fixed fee’ daarna doorbetalen aan Totaal Lease. De folie zou worden besteld bij Vortex. De betaling voor de folie zou eveneens zijn inbegrepen in de ‘fixed fee’. Vortex zou het folie-deel van de ‘fixed fee’ vervolgens doorbetalen aan Acco. Op Vortex rustte de verplichting om voor een en ander een website op te zetten en te onderhouden. Via deze website zou Acco kennis kunnen nemen van door de afnemers bestelde folie en deze rechtstreeks aan deze afnemers kunnen leveren. Alle betalingen zouden plaatsvinden op basis van door Vortex te verzenden en te administreren facturen.
5. Acco zou rechtstreeks onderhandelen en afspraken maken met de potentiële afnemers over de te leasen machine(s) en de af te nemen folie en in dat verband ook de te hanteren ‘fixed fee’ bepalen. Acco zou ook de machines plaatsen, storingen verhelpen, garantieclaims afhandelen, etc. Machines die via het FPP waren afgezet en die terug zouden worden genomen (bijvoorbeeld bij het faillissement van de afnemer) zouden in beginsel worden geretourneerd aan Acco, die deze vervolgens voor eigen rekening zou trachten af te zetten bij derden.
6. Inzake Vortex’ rol in het FPP bepaalt de samenwerkingsovereenkomst:
‘dat Vortex alleen acteert als ondersteunende organisatie op basis van ondersteuning en financiering’.
7. Voor haar werkzaamheden zou Vortex op grond van de samenwerkingsovereenkomst een vergoeding ontvangen, bestaande uit enkele vaste en variabele componenten. In de eerste plaats zou Vortex een eenmalige vergoeding van € 25.000,- ontvangen voor de opzet van de website en de administratieve systemen en voor
‘inrichten van de financieringslijnen’.
Daarnaast zou Vortex een bedrag van € 4.000,- ontvangen per contract, voor het opstellen van het contract, de toespitsing van de website op de klant en
‘de krediet toetsing en (de verzorging van) de specifieke financiering’.
8. Kern van de vergoeding zou vormen het door Vortex te ontvangen (variabele) bedrag, gebaseerd op het aantal machines en de afgenomen folie. Voor de tweede helft van 2007 bevat de samenwerkingsovereenkomst de ‘prognose’ dat 10 lamineermachines van het type Delta zouden worden verkocht (à 500.000 m2 folie, met een vergoeding voor Vortex van € 0,0125 per m2 folie) en daarnaast 5 Voyagers (à 1.000.000 m2 folie, € 0,01 per m2 folie) en 2 Saturns (à 2.000.000 m2 folie, € 0,0075 per m2 folie).
9. Op basis van deze prognose (in de samenwerkingsovereenkomst ook aangeduid als ‘minimale inzet van machines’) zou de variabele vergoeding voor Vortex in 2007 € 80.000,- bedragen. Zou de folieverkoop deze vergoeding niet rechtvaardigen, dan zou het verschil tussen de feitelijke variabele vergoeding en het bedrag van € 80.000,- door Acco worden bijgepast.
10. Inzake de duur van de contractuele relatie bevat de samenwerkingsovereenkomst de bepaling dat partijen voor de duur van minimaal 5 kalenderjaren zouden samenwerken en regelmatig de samenwerking zouden evalueren. Verder bevat de samenwerkingsovereenkomst de volgende zinsnede:
‘Contracten aangegaan in een betreffende periode worden te allen tijde voor de gehele resterende looptijd gehonoreerd’.
B. De uitvoering van de overeenkomst in 2007
11. In 2007 is één lamineermachine ingebracht in het FPP (afnemer: [afnemer]). Acco heeft over 2007 € 80.000,- betaald aan Vortex: € 10.393,25 heeft Vortex ontvangen in verband met verkochte folie; door betaling van € 69.609,75 heeft Acco de vergoeding nadien aangevuld tot het overeengekomen minimum van € 80.000,-.
C. Tussentijdse evaluatie
12. Op 26 oktober 2007 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [financial controller in dienst van Acco] (Acco), [senior account manager bij Totaal Lease] (Totaal Lease) en [bestuurder van Vortex] (Vortex). Gelet op het gespreksverslag (prod. 8 bij de dagvaarding in eerste aanleg) hebben de aanwezigen tijdens de bespreking de te verwachten resultaten voor 2007 besproken en volgens gesproken over de vooruitzichten voor 2008. Het eerste agendapunt, waarin de verwachtingen over 2007 worden besproken, sluit af met de volgende passage:
‘Reflections: gelet op het ruime volume m2 is een aanpassing van de handlingskosten ten behoeve van Vortex te overwegen.’
In verband met 2008 blijkt uit het verslag dat werd gerekend op een kapitaalbehoefte van € 3.255.000,- ‘ingeval de verwachtingen uitkomen’. Het verslag bevat ter zake verder de volgende passage:
‘Indien de forecast 2008 werkelijkheid wordt en de limiet van € 1.000 (bedoeld wordt:
€ 1.000.000,-, toevoeging rechtbank en hof)”gebruikt” is, vindt een aanpassing van de limiet plaats.
Het effect van de Drupa (volgens de als getuige gehoorde [financial controller in dienst van Acco] een vakbeurs voor de grafische industrie die één maal in de vier jaar plaatsvindt en tot dan voor Acco succesvol was verlopen, toevoeging hof) in combinatie met enkele nieuwe machines is niet te onderschatten. De verwachtingen vastgelegd in de forcast 2008 zijn daarmee uiterst voorzichtig.’
13. In een e-mail van 2 november 2007 (prod. 7 bij de dagvaarding in eerste aanleg) heeft Vortex de verwachting uitgesproken dat zij er, uitgaande van diverse signalen, vooralsnog van uitging dat het voor 2007 verwachte aantal m2 niet gehaald zou gaan worden. Daaraan wordt toegevoegd:
‘Uiteraard is het jaar nog niet gelopen, maar toch meen ik dit signaal te moeten afgeven. De verwachtingen voor 2008 zijn edoch uitstekend. Er is in elk geval bij alle partijen een goed gevoel voor de toekomst.’
D. De aanpassing van de overeenkomst in 2008
14. Vervolgens hebben Vortex en Acco meer concreet gesproken over een aanpassing van de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst. De besprekingen hebben geleid tot overeenstemming, die is neergelegd in een ‘Aanhangsel bij de samenwerkingsovereenkomst van 9 juni 2007’ d.d. 21 januari 2008 (hierna: het aanhangsel, samenwerkingsovereenkomst en aanhangsel tezamen ook wel aan te duiden als: de overeenkomst, prod. 4 bij de dagvaarding in eerste aanleg). Het aanhangsel is door [bestuurder van Vortex] en [bestuurder van Acco] ondertekend.
15. Onder het kopje ‘financiering’ bevat het aanhangsel de volgende bepalingen over de door Totaal Lease reeds verstrekte financieringsmantel:
‘Bij de verstrekking van de kredietlimiet, thans groot € 1.000.000.-, is onder meer uitgegaan van de indiening van uw definitieve jaarrapport 2006. Ofschoon een strikte datum niet is genoemd, verwacht Totaallease dit rapport op korte termijn’
en
‘Het jaarrapport 2006 en het budget zijn vereiste bescheiden op basis waarvan Vortex met Totaallease in onderhandeling kan gaan om de kredietlimiet te verhogen tot een meer passend niveau. Uitgaande van de mogelijke verkoop van onderstaande machines lijkt een limiet van
€ 2.500.000,- voorlopig toereikend.’
16. Het aanhangsel bevat voor 2008 de volgende cijfers inzake machines, folie en bijbehorende vergoeding: 20 Delta’s (à 500.000 m2 folie, variabele vergoeding € 0,0125 per m2 folie), 10 Voyagers (à 1.000.000 m2 folie, variabele vergoeding € 0,01 per m2 folie) en 3 Saturns (à 2.000.000 m2 folie, variabele vergoeding € 0,0075 per m2 folie). Voorafgaand aan dit overzicht bevat het aanhangsel de volgende passage:
‘Mede gelet op de pre Drupa activiteiten en de positieve effecten van de Drupa wordt voor 2008 uiterst voorzichtig de volgende verkooptransacties met daaraan gekoppeld de verbruik van folie verwacht’.
17. In verband met de vergoeding voor Vortex bevat het aanhangsel de volgende passage:
‘Deze verwachtingen voor 2008 en verder vertegenwoordigen en garanderen een omzet voor Vortex van minimaal € 270.000,-. Uitgangspunt is en blijft het foliegebruik en niet de machineverkoop. Mocht het verwachte foliegebruik niet worden gehaald dan brengt Vortex het verschil bij GBC/ACCO in rekening. Conform het verzoek van GBC/ACCO zal een bedrag van
€ 67.500,- per kwartaal vooraf door Vortex aan GBC/ACCO worden gefactureerd. In januari 2009 zal de definitieve afrekening over 2008 plaatsvinden. Deze wijze van factureren geldt voor de duur van de samenwerkingsovereenkomst.’
Daarna volgt een regeling voor een korting op de overeengekomen vergoeding voor Vortex, indien de minimale verwachting qua verkopen van folie zou worden overtroffen.
E. Besprekingen over een aanpassing van de overeenkomst in 2009
18. Begin 2009 is opnieuw gesproken over de tegenvallende resultaten. [bestuurder van Acco] was inmiddels niet meer werkzaam ten behoeve van Acco. De gesprekken met Vortex zijn namens Acco gevoerd door [accountant] (V.P. Finance, werkzaam ten behoeve van de Amerikaanse moedermaatschappij van Acco) en [financial controller in dienst van Acco]. Tijdens de gesprekken heeft Acco aangegeven de aan Vortex te betalen (minimum)vergoeding te willen verminderen. Een door [accountant] aan Vortex verzonden e-mail van 12 februari 2009 (prod. 9 bij de dagvaarding in eerste aanleg) bevat onder meer de volgende passages:
‘(…) 1. We (GBC) as a company were disappointed by the level of equipment sales that we had for 2008. (…)
2. GBC paid the minimum fees as committed for 2008.
3. As discussed, we would like to continue the agreement and try to make this arrangement work. (…)
4. GBC would like to set a more reasonable minimum target for 2009. (…)
5. Based on the above comments, we propose to set the minimum annual fees for at EUR 100,000 going forward rather than the prior target of EUR 270,000. (…)
6. GBC will continue to support the leasing option with its customers and try to maximize the usage of this program.
7. Vortex will continue to support the leasing programs as outlined in the ‘samenwerkingsovereenkomst’ (…) dated 9 june 2007, and if necessary secure a new financing partner for this support if Totaal Lease will not continue its financing/credit limit.
8. We will provide the final 2006 statutory financial statements when complete, which we expect to be around February 20. 2007 will be provided when available, but this will not be for several weeks.
Please let me know if you are in agreement with my proposal for the more realistic minimums and our future cooperation.’
19. In een e-mail van 17 maart 2009 (prod. 10 bij de dagvaarding in eerste aanleg) heeft [bestuurder van Vortex] namens Vortex op het voorstel van [accountant] gereageerd:
‘(…) I have told you that in a meeting with all the shareholders present the agreement between GBC/ACCO and Vortex Printing Solutions would be discussed. Unanimously the shareholders decided to execute the signed agreement. So as the General Manager of the Vortex’Group I have to act accordingly!
It is at the utmost importance that you realize the agreement concerns several million euro. In our meeting I explained to you the box over box principle. If necessary I’m available to explain and quantify the cash flow over the next years. According to the payment conditions, the invoices will be send out to GBC. We do expect promptly payments.
Our legal consultant advised us to point out that between GBC and Vortex the Dutch law in broadest perspective is leading. Further, Vortex realizes that you are working on a merger. We consider both the future buyer and the GBC-Group as our responsible partner in the agreement which leads to the execution of the Film Puchase Plan.’
F. Niet-betaalde facturen
20. Op 20 maart 2009 heeft Vortex per e-mail aan Acco een aantal facturen gestuurd (prod. 11 bij de dagvaarding in eerste aanleg). De facturen hebben betrekking op 2008 (aangeduid als ‘2e box’) en op 2009 (aangeduid als ‘1e box’). Op 9 april 2009 heeft Vortex Acco per e-mail herinnerd aan de te betalen facturen. Op 9 april 2009 heeft Vortex aan Acco een aangetekende brief gestuurd met de volgende inhoud (prod. 12 bij de dagvaarding in eerste aanleg):
‘Geachte heer [financial controller in dienst van Acco], Beste [roepnaam],
Gemakshalve verwijs ik hier naar onze samenwerkingsovereenkomst en naar mijn mail van 20 maart jl., die de 4 facturen (…) begeleidde.
In deze mail geef ik de respectievelijke vervaldata weer. Helaas bleken gisteren 8 april geen betalingen op mijn rekening te zijn geboekt. Ik verzoek om prompte betalingen: de 4 facturen verwacht ik uiterlijk 21 april betaald!
Mochten voornoemde betalingen niet op deze finale datum door mij zijn ontvangen dan bent u in verzuim; stel ik u nu alvast in gebreke.’
G. De (mogelijke) ontbinding van de overeenkomst
21. Op 3 en 11 juni 2009 heeft Vortex brieven ontvangen van Acco, waarin deze de samenwerkingsovereenkomst zegt te ontbinden. De brief van 3 juni 2009 (prod. 14 bij de dagvaarding in eerste aanleg) luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘Tussen cliënte en Vortex (…) werd op 9 juni 2007 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Hierbij werd overeengekomen dat Vortex zou optreden als ondersteunende organisatie voor wat betreft het financieringsconcept van deze samenwerkingsovereenkomst. Overeengekomen werd dat Vortex gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst zorg zou dragen voor een ‘financieringsmantel’ met een voldoende ruime kredietlimiet.
Vortex heeft hiertoe Totaal Lease (…) aangedragen.(…) In januari 2009 hebt u namens Vortex aan cliënte medegedeeld dat Totaal Lease haar activiteiten in Nederland op korte termijn zou beëindigen. De bestaande kredietlimiet, die in 2008 EUR 1.000.000,- bedroeg, zou - in afwachting van volledige beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van Totaal Lease in Nederland - teruggebracht worden tot een substantieel lager bedrag, dat onvoldoende zou zijn om uitvoering te geven aan de samenwerkingsovereenkomst.
Reeds op 12 februari 2009 heeft de heer [accountant] u per e-mail verzocht - onder meer - aan te geven of Vortex haar ondersteunende rol in verband met financiering (zoals uiteengezet in de samenwerkingsovereenkomst) zou blijven nakomen en zorg zou dragen voor een vervangende leasemaatschappij wanneer Totaal Lease haar activiteiten definitief beëindigt.
Aangezien cliënte hierop geen afdoende antwoord ontving, heeft de heer [accountant] u op 8 mei 2009 verzocht uiterlijk 18 mei 2009 aan te geven wat de status is van de financiering van deze samenwerkingsovereenkomst. Met name heeft de heer [accountant] u in voornoemde e-mail en verschillende daarop volgende e-mails verzocht uiterlijk 18 mei 2009 aan te geven of Vortex, op basis van de samenwerkingsovereenkomst verantwoordelijk voor het zorgen voor een financieringsmaatschappij en een voldoende kredietlimiet, aan deze verplichting kan voldoen.
Uiteindelijk ontving de heer [financial controller in dienst van Acco] op 28 mei jongstleden een e-mail, waarin u aangeeft dat Totaal Lease de limiet van de gesloten financieringsovereenkomst volledig intrekt. Uit deze e-mail blijkt opnieuw dat de achterliggende reden hiervoor de interne structuur van Totaal Lease is.
Ondanks herhaald verzoek hebt u cliënte tot op heden niet geïnformeerd of u, conform uw verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst, voor een vervangende financier (die een voldoende kredietlimiet voor dit project kan garanderen) hebt zorg gedragen. Ik ga er dan ook van uit dat er geen financiering voor deze samenwerkingsovereenkomst bestaat, zodat het voor GBC ook onmogelijk is dit concept te promoten. Vortex blijft daarmee in gebreke met de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst.
Ook in verband met de lopende overeenkomst met [Medien & Print] Medien & Print, is cliënte van mening dat Vortex niet aan haar contractuele verplichtingen voldoet. [Medien & Print] heeft herhaaldelijk klachten geuit over de facturering (en de bereikbaarheid van Vortex bij vragen en opmerkingen hierover), die volgens de samenwerkingsovereenkomst door Vortex wordt uitgevoerd.
Daarnaast is cliënte met Vortex overeengekomen dat de samenwerkingsovereenkomst ieder jaar geëvalueerd zal worden na afloop van het kalenderjaar. Hierbij wordt de samenwerking over het voorbije jaar geëvalueerd en op basis hiervan en de verwachtingen voor (zoals het hof “over” leest) het komende jaar, een nieuwe verwachte omzet in dit project vastgesteld. Na een eerdere bijeenkomst begin dit jaar (die niet tot concrete afspraken heeft geleid, weigert u opnieuw in overleg met cliënte te treden om (realistische) targets voor 2009 vast te stellen en houdt u eenzijdig vast aan de omzetprognose 2008. Zoals cliënte u herhaaldelijk heeft bericht is deze prognose door de huidige economische omstandigheden volstrekt achterhaald. Ook op dit punt blijft Vortex in gebreke met de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst. Cliënte heeft u eerder reeds bericht dat zij de verschuldigdheid van de door u verstuurde facturen betwist en zij niet zal overgaan tot betaling van deze facturen.
Ik stel u hierbij dan ook een termijn tot vrijdag 5 juni aanstaande 17.00 uur om mij te berichten:
1. Dat Vortex, conform haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst, er voor heeft
zorg gedragen dat er op dit moment een financieringsmaatschappij is die zich verbonden heeft om een voldoende hoge kredietlimiet (minimaal EUR 500.000,- voor 2009 (…) voor dit project te bieden;
2. Indien voornoemde financieringsmaatschappij niet de huidige financieringsmaatschappij Totaal Lease is, welke financieringsmaatschappij het betreft en GBC een kopie toe te sturen van de gemaakte afspraken;
3. Dat Vortex bereid is (indien voor dit project voldoende financiering bestaat) in de week van 8 juni 2009 in overleg met cliënte realistische targets, uiteraard onder voorbehoud dat Vortex financiering heeft geregeld, vast te stellen voor kalenderjaar 2009.
Indien ik uiterlijk vrijdag aanstaande geen reactie van u ontvang, of Vortex in gebreke blijft met
de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, bent u in verzuim en ziet cliënte zich
genoodzaakt deze overeenkomst te ontbinden.’.
In de brief van 11 juni 2009 (ook prod. 14 bij de dagvaarding in eerste aanleg) wordt geconstateerd dat Acco geen reactie heeft ontvangen op de drie aan het slot van de brief van 3 juni 2009 geuite verlangens. Geconstateerd wordt dat Vortex in verzuim is, waarna Acco stelt over te gaan tot de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst op basis van de in de brief van 3 juni 2009 genoemde tekortkomingen. De brief eindigt met een aansprakelijkstelling van Vortex voor door Acco geleden schade.
22. In een brief van 23 juni 2009 (prod. 15 bij de dagvaarding in eerste aanleg), door de advocaat van Vortex gericht aan de advocaat die de brieven van 3 en 11 juni 2009 namens Acco had geschreven, heeft Vortex aangegeven waarom zij het niet eens is met de aan haar adres gemaakte verwijten, heeft zij onverkort aanspraak gemaakt op betaling en heeft zij meegedeeld dat zij zich beraadt op een ontbinding van de overeenkomst.
H. De (eventuele) contractsoverneming
23. Op 9 juni 2009 heeft Vortex een - op dat moment niet door Acco en Cosmo ondertekende - brief ontvangen (prod. 5 bij de dagvaarding in eerste aanleg), met de volgende inhoud:
‘(…) ACCO [Benelux] Corporation and its group companies have entered into a sale and purchase agreement with Cosmo Films Limited (‘Cosmo Films’) and certain subidiaries, including CF (Netherlands) Holdings Limited B.V. for the business relating tot GBC Commercial (‘Agreement’).
As a consequence of the Agreement, the rights and obligations of the agreement listed in Schedule 1 between your company and ACCO [Benelux] Benelux B.V. will be transferred to CF (Netherlands) Holdings Limited B.V. [noot hof: bedoeld is Cosmo, de medegedaagde in eerste aanleg] with effective date 11 june 2009.
Except in de case of notice of the contrary within 7 days after the date hereof, we assume you have given your cooperation to the intended transfer. The transfer will not affect the services provided by you.(…).’
I. De uitvoering van de overeenkomst in 2009
24. In 2009 zijn geen nieuwe machines ingebracht in het FPP.
25. In maart, april, juli en september 2009 heeft Vortex facturen inzake de door haar te ontvangen (minimum)vergoeding verstuurd. Deze facturen (prod. 17 bij de dagvaarding in eerste aanleg) zijn steeds verzonden aan Acco. Vortex heeft geen betalingen ontvangen van Acco of van Cosmo.
26. In de zomer en het vroege najaar van 2009 heeft Vortex enkele foliebestellingen van [afnemer] (de enige afnemer in het kader van het FPP) doorgeleid naar Cosmo. Cosmo heeft de bestellingen uitgevoerd en de betalingen voor de geleverde folie in ontvangst genomen.
27. Op 3 november 2009 heeft de advocaat van Vortex een brief gestuurd aan Cosmo (prod. 16 bij de dagvaarding in eerste aanleg). In deze brief heeft hij (onder meer) geïnformeerd naar het standpunt van Cosmo inzake de situatie zoals die na de (vermeende) contractsoverneming en de (vermeende) ontbinding door Acco was ontstaan. Daarnaast wordt in de brief aanspraak gemaakt op betaling van de verzonden facturen, door Acco en/of Cosmo en worden gerechtelijke stappen in het vooruitzicht gesteld. Cosmo heeft op deze brief niet gereageerd.