In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep over de verdeling van een nalatenschap en de waardering van een onroerende zaak. De appellant, [de man], en de geïntimeerde, [de vrouw], zijn betrokken bij een geschil over de rekening-courantschuld van de appellant aan zijn moeder en de verdeling van de onroerende zaak [pand] in [plaats]. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin deskundigen zijn benoemd om de waarde van de onroerende zaak te taxeren en om de rekening-courantschuld te onderzoeken. De deskundige Van Steensel heeft aangegeven dat er geen basisdocumenten beschikbaar zijn om de vragen van het hof te beantwoorden, wat heeft geleid tot de conclusie dat de incidentele grief van de geïntimeerde faalt. Het hof heeft vastgesteld dat de onroerende zaak gemeenschappelijk eigendom is en dat de toedeling aan de appellant moet plaatsvinden op basis van de waarde op de peildatum van 22 september 2010. De deskundige Cheizoo heeft de waarde van de onroerende zaak getaxeerd op € 510.000,-, maar het hof heeft deze waarde vastgesteld op € 429.756,- voor de verdeling. Het hof heeft ook beslist over de verrekening van bedragen die door de appellant zijn betaald aan de kinderen van [naam] en de verdeling van bankrekeningen. De kosten van de deskundigenonderzoeken worden door partijen ieder voor de helft gedragen, en de proceskosten worden gecompenseerd. Het arrest is uitgesproken op 28 januari 2014.