ECLI:NL:GHSHE:2014:1639

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 juni 2014
Publicatiedatum
3 juni 2014
Zaaknummer
HD 200.130.422_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing incidentele vordering tot voeging in vrijwaringszaak en hoofdzaak

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van een appellant, [de man], tegen [geïntimeerden c.s.], die in de hoofdzaak in hoger beroep zijn gekomen. De procedure is een vervolg op eerdere vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Limburg en de rechtbank Roermond. De appellant heeft de zaak in vrijwaring aanhangig gemaakt, waarbij de kantonrechter eerder vonnissen heeft gewezen. De kern van het geschil draait om de vraag of [X. B.V.] in opdracht van [geïntimeerden c.s.] reparatiewerkzaamheden heeft verricht aan een oplegger.

Tijdens de procedure heeft [geïntimeerden c.s.] een incidentele vordering tot voeging ingediend, waarbij zij de onderhavige vrijwaringszaak willen samenvoegen met de hoofdzaak die ook bij het hof aanhangig is. De appellant heeft zich niet verzet tegen deze vordering en refereert zich aan het oordeel van het hof. Het hof heeft geoordeeld dat de zaken met elkaar verknocht zijn en heeft de incidentele vordering tot voeging toegewezen.

De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol van 17 juni 2014 voor beraad van partijen, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Het arrest is gewezen door de rechters S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen en is openbaar uitgesproken op 3 juni 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.130.422/01
arrest van 3 juni 2014
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. H.G.M. Hilkens te Echt,
tegen

1.[V.O.F.] v.o.f.,gevestigd te [vestigingsplaats],

2.
[vennoot 1],wonende te [woonplaats],
3.
[vennoot 2],wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
hierna te noemen: [geïntimeerden c.s.]
advocaat: mr. A.M. van Schaick te Tilburg,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 25 februari 2014 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen vonnis van 10 april 2013, van de door de kantonrechter van de rechtbank Roermond gewezen vonnissen van 28 februari 2012 en 20 april 2012, alsmede van de door de rechtbank Roermond gewezen vonnissen van 20 juli 2011 en 1 februari 2012 onder zaaknummer/rolnummer 332524\CV EXPL 12-1204.

6.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van het hof van 25 februari 2014;
- de memorie van antwoord in het incident.
Partijen hebben arrest gevraagd in het incident.

7.De beoordeling

In het incident
7.1.
Van het volgende kan worden uitgegaan.
[geïntimeerden c.s.] en [X. B.V.] (hierna te noemen: [X. B.V.]) procederen in rechte over de vraag of [X. B.V.] in opdracht en voor rekening van [geïntimeerden c.s.] reparatiewerkzaamheden heeft verricht aan een oplegger. De kantonrechter heeft in deze zaak (de hoofdzaak) vonnis gewezen onder zaaknummer 331581 \ CV EXPL 12-1007 en zaaknummer/rolnummer 105543 / HA ZA 10-932.
[geïntimeerden c.s.] is in de hoofdzaak in hoger beroep gekomen bij het hof. Het hoger beroep in de hoofdzaak is bij het hof aanhangig onder zaaknummer
HD 200.132.444/01.
[geïntimeerden c.s.] heeft [appellant] in vrijwaring opgeroepen. De kantonrechter heeft in deze zaak (de vrijwaringszaak) vonnis gewezen onder zaaknummer/rolnummer 332524\CV EXPL 12-1204.
[appellant] is in de vrijwaringszaak in hoger beroep gekomen bij het hof. Dit is de onderhavige zaak.
7.2.
[geïntimeerden c.s.] heeft in de memorie van antwoord een incidentele vordering tot voeging geformuleerd van onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer HD 200.132.444/01.
7.3.
[appellant] verzet zich niet tegen de vordering tot voeging en refereert zich te dien aanzien aan het oordeel van het hof.
7.4.
Het hof is van oordeel dat de incidentele vordering tot voeging van onderhavige zaak (de vrijwaringszaak) met de eveneens bij het hof aanhangige zaak met zaaknummer HD 200.132.444/01 (de hoofdzaak) behoort te worden toegewezen, nu de zaken met elkaar verknocht zijn.
7.5.
Het hof zal de beslissing over de proceskosten in het incident aanhouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
7.6.
De zaak zal naar de rol verwezen worden van 17 juni 2014 voor beraad van partijen.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

8.De beslissing

Het hof:
in het incident:
beveelt de voeging van de onderhavige zaak (met zaaknummer HD. 200.130.422/01) met de bij dit hof aanhangige zaak met zaaknummer HD 200.132.444/01 tussen [V.O.F.] V.O.F., [vennoot 1] en [vennoot 2] als appellanten en [X. B.V.] als geïntimeerde;
houdt de beslissing over de proceskosten aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 17 juni 2014 voor beraad partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en
M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer
op 3 juni 2014.