Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
relaas van bevindingen, (pagina’s 90 – 92):
- dat zij waren verzocht te rijden naar [adres] alwaar een reanimatie had plaatsgevonden;
- dat in de woonkamer van de woning een vrouw, de later te noemen [slachtoffer], op de grond werd aangetroffen. [slachtoffer] had een blauwkleurig gestuwd gezicht en een moeizame ademhaling;
- dat zij werden aangesproken door een persoon welke zich voorstelde
- dat toen zij [slachtoffer] naar het academisch ziekenhuis te Maastricht vervoerden zij langzaam beter aanspreekbaar werd;
- dat [slachtoffer] toen vertelde dat zij door haar zoon [verdachte] (
- dat toen zij in het ziekenhuis waren aangekomen de stuwing in het gezicht minder was en dat er in de nek/hals striemen zichtbaar waren welke eerder niet zichtbaar waren.
- Dat zij vandaag ruzie had gehad met haar zoon [verdachte];
- Dat zij hedenavond in de woonkamer zat in een stoel welke bij de eettafel stond;
- Dat [verdachte] opeens opstond en naar haar toe kwam en een schoenveter
relaas van bevindingen, (pagina’s 248 – 250):
(hof: 17 maart 2013)geen geld en geen tabak meer had. Als hij dat niet heeft, dan is hij altijd lastig.
verhoor aangeefster, proces-verbaalnummer PL2410 2013028106-40, op 25 maart 2013 in de wettelijke vorm opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden hoofdagent, voor zover inhoudende als
verklaring van [slachtoffer], afgelegd d.d. 25 maart 2013, wonende te [adres], [woonplaats] (pagina’s 253 – 264):
hof: 16 jarige zoon van verdachte, kleinzoon van aangeefster)sliep bij mij. Hij blijft bijna elk weekend bij mij. Hij woont in [adres] te [woonplaats]. ’s Zondags gaat hij altijd terug.
4.
getuigenverhoor [slachtoffer], afgelegd bij de raadsheer-commissaris d.d. 14 april 2014
:
5.
forensisch geneeskundig onderzoek van [forensisch geneeskundige], forensisch geneeskundige, d.d. 18 maart 2013 (pagina’s 267 – 268)
6.
verhoor getuiged.d. 19 maart 2013, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [getuige 1](p. 280-287):
hof: aangeefster [slachtoffer])mij zondag om 18:03 uur heeft gebeld. Toen vroeg ze of ik wilde komen omdat zij “hommeles” had met mijn broer. Daarmee bedoelde ze [verdachte]. Ik heb gezegd dat ik niet kon komen omdat ik met mijn oudste dochter bij het ziekenhuis was.
hof: de buurvrouw van aangeefster, getuige mevrouw [getuige 2])zou bellen.
hof: telefoongesprek met broer [verdachte], de verdachte, om 21.16 uur vanuit de wachtkamer van het ziekenhuis) mocht ik bij mijn moeder. Mijn moeder vertelde dat [verdachte] het had gedaan. [verdachte] had haar een veter of iets van een touw om haar hals/keel gedraaid. Boven in de hals/keel had hij het touw of veter strak aangedraaid. Mijn moeder vertelde dat ze toen van haar eigen was afgegaan.
7.
verhoor getuiged.d. 19 maart 2013, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van
[getuige 3], [adres] [woonplaats] (p. 291-295):
hof: getuige mevrouw [getuige 2])woont daar al een zestal jaren.
hof: [getuige 1], bewijsmiddel 6) heeft op 17 maart 2013 een sms’je gestuurd om 18:12 uur dat ze in het ziekenhuis zat met haar dochter. Op dat moment hebben we een keer een gil gehoord vanaf nummer [huisnummer] (
het hof begrijpt vanaf de woning aan [adres]).
hof: aangeefster [slachtoffer])gelopen. Ik trof haar in de woonkamer, in de voorkamer, in de eetkamer stoel aan. Ik ben teruggelopen naar mijn moeder en heb haar meegenomen naar de woning van [slachtoffer]. We hebben [verdachte] de opdracht gegeven om de ambulance te bellen, ik heb de telefoon van [verdachte] overgenomen en heb uitgelegd hoe we haar gevonden hadden en wat we hadden gedaan.
8.
verhoor getuiged.d. 9 april 2013, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [getuige 2], [adres], [woonplaats] (p. 315-320):
hof: [getuige 1], bewijsmiddel 6). Zij schreef Hoi. Omstreeks 18:08 uur kreeg ik weer een bericht van [getuige 1], zij schreef ‘Of jij effe naar mijn moeder kan gaan’. Ze hadden ruzie schijnbaar, ze (
het hof begrijpt: de moeder van [getuige 1]) belde net. Ik heb om 18.08 uur geantwoord: Ja, ga zelf. [getuige 1] antwoordde omstreeks 18.12 uur: Kan niet zit op azm. Ik heb naar buiten gekeken en zag [verdachte] buiten staan en hij was een sigaret aan het roken.
hof: [getuige 3], bewijsmiddel 7)roepen: Mam, mam. Ik zag dat ze in paniek was en hoorde haar zeggen dat er iets met [slachtoffer] was. [slachtoffer] zat helemaal onder het bloed. Ik ben naar [slachtoffer] gegaan. Samen met [getuige 3]. Ik zag dat [verdachte] buiten stond. Ik ben via de voordeur de woning binnengegaan. De voordeur stond open. Ik kwam in de hal, vervolgens heb ik de deur links gepakt en dan kom je in de huiskamer. Aan de linkerkant is de eettafel en aan de rechterkant staat de bank.
9.
relaas en bevindingen, (pagina’s 170 – 171):
- De verklaringen van aangeefster [slachtoffer] zijn niet eenduidig en deze kunnen derhalve niet voor het bewijs worden gebruikt;
- De conclusie van de letselomschrijving, brief van 18 maart 2013
poging tot doodslag,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 899,79 (achthonderdnegenennegentig euro en negenenzeventig cent) bestaande uit € 149,79 (honderdnegenenveertig euro en negenenzeventig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 899,79 (achthonderdnegenennegentig euro en negenenzeventig cent) bestaande uit € 149,79 (honderdnegenenveertig euro en negenenzeventig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.