ECLI:NL:GHSHE:2014:152

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
28 januari 2014
Zaaknummer
20-002594-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging zware mishandeling met voorbedachten rade en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1963 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder vrijgesproken van verschillende feiten, maar werd veroordeeld voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De feiten vonden plaats op 23 augustus 2011 te Breda, waar de verdachte samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige aanval op twee slachtoffers, die tegen hun wil in een auto werden gedwongen en naar een afgelegen plek werden vervoerd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 maanden. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de mishandeling en het voorhanden hebben van wapens, ondanks de verdediging die stelde dat de verdachte niet aanwezig was op de plaats delict. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en bevestigde de veroordeling, waarbij het belang van de veiligheid en de ernst van de feiten zwaar wogen in de beslissing.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002594-12
Uitspraak : 28 januari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 10 juli 2012 in de strafzaak met parketnummer 02-811678-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman mr. M.A. Buntsma,
Delpratsingel 24 te 4811 AP Breda.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van de onder 3., 4. primair en subsidiair, en 6. ten laste gelegde feiten, en ter zake van:
  • feit 1 en 2, telkens primair: medeplegen van poging tot zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade;
  • feit 5: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd, en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot munitie van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 17 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts heeft de eerste rechter beslist over in beslag genomen voorwerpen.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep moet, blijkens het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, worden begrepen als uitdrukkelijk te zijn beperkt tot de veroordeling ter zake van hetgeen aan de verdachte onder 1. primair en subsidiair, 2. primair en subsidiair en 5. is ten laste gelegd.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte van de onder 1. primair en 2. primair alsmede de onder 5. ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
primair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 1] heeft gedwongen, althans opdracht heeft gegeven, althans heeft verzocht, in een auto plaats te nemen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] in die auto naar een afgelegen plaats, althans een andere plaats, heeft vervoerd en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald, althans voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft laten stappen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt en/of
- de armen van voormelde [slachtoffer 1], die op dat moment op de grond lag, heeft vastgehouden en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans in het lichaam, heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Sintelweg en/of op de kruising van de Sintelweg met de Mastdreef, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit
- het vasthouden van de armen van voormelde [slachtoffer 1] en/of
- het steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans in het lichaam, van voormelde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 1] en/of tegen andere delen van het lichaam van voormelde [slachtoffer 1];
2.
primair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde[slachtoffer 2] heeft gedwongen, althans opdracht heeft gegeven, althans heeft verzocht, in een auto plaats te nemen en/of (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] in die auto naar een afgelegen plaats, althans een andere plaats, heeft vervoerd en/of (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald, althans voormelde[slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft laten stappen en/of (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- voormelde[slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Sintelweg en/of op de kruising van de Sintelweg met de Mastdreef, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit
- het meermalen, althans eenmaal, slaan met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd van voormelde[slachtoffer 2] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen tegen het hoofd van voormelde[slachtoffer 2] en/of tegen andere delen van het lichaam van voormelde[slachtoffer 2];
5.
hij op of omstreeks 18 oktober 2011 te Tilburg,
- een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool (Astra Unceto) en/of een (jacht)geweer en/of
- munitie van categorie III, te weten 226, althans een groot aantal patronen en/of
- een patroonhouder, zijnde een onderdeel van een vuurwapen, in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie II onder 2 en/of categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, mede gelet op artikel 3 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. primair, 2. primair en 5. ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
primair
hij op 23 augustus 2011 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met anderen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 1] heeft gedwongen in een auto plaats te nemen en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] in die auto naar een afgelegen plaats heeft vervoerd en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen met een Maglite op/tegen het hoofd heeft geslagen en
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
primair
hij op 23 augustus 2011 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met anderen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde[slachtoffer 2] heeft gedwongen in een auto plaats te nemen en (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] in die auto naar een afgelegen plaats heeft vervoerd en (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald en (vervolgens)
- voormelde[slachtoffer 2] meermalen met een Maglite op/tegen het hoofd heeft geslagen en
- voormelde[slachtoffer 2] meermalen tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op 18 oktober 2011 te Tilburg,
- wapens van categorie III, te weten een pistool (Astra Unceto) en een geweer en
- munitie van categorie III, te weten een groot aantal patronen en
- een patroonhouder, zijnde een onderdeel van een vuurwapen, in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie II onder 2 of categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, mede gelet op artikel 3 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie,
voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
I.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat hij aanwezig is geweest op de plaats van het delict. Daartoe is aangevoerd -zakelijk weergegeven- dat uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de auto waarin de verdachte reed op het moment dat hij bij de parkeerplaats van camping Fort Oranje was, te weten: een zwarte personenauto van het merk Volkswagen, type Tiguan, ook op de plaats delict is geweest, waarbij in het bijzonder van belang is dat de observanten van politie, die het voorval hebben waargenomen, in hun processen-verbaal relateren dat zij een Volkswagen, type Touran, ter plaatse hebben gezien en niet een Volkswagen Tiguan. Bovendien hebben de observanten op de plaats delict wel drie tot zes auto’s gesignaleerd en niet, zoals door de rechtbank is vastgesteld, slechts drie auto’s.
Het hof overweegt als volgt.
Ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 14 januari 2014 zijn camerabeelden, (kennelijk) vervaardigd met een of meer bewakingscamera’s van camping Fort Oranje, getoond waarop het hof heeft waargenomen dat:
  • twee mannen, kennelijk de aangevers[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], na elkaar, door een groep mannen, vanaf de parkeerplaats bij de camping, worden geleid;
  • de verdachte, die zichzelf ter terechtzitting in hoger beroep op de beelden heeft herkend, ter plaatse aanwezig was als bestuurder van een donkerkleurige personenauto, waarvan hij heeft verklaard dat dit een Volkswagen Tiguan was;
  • op het moment dat een medeverdachte, met een licht gekleurd uiterlijk, gekleed in een wit t-shirt en dragende een witte pet, welke persoon door het hof is herkend als medeverdachte [medeverdachte], vanaf de parkeerplaats kwam gelopen, de verdachte achter het stuur van zijn auto zat en door het geopende raam een kennelijk wenkende beweging in de richting van deze medeverdachte maakte, waarop [medeverdachte] plaatsnam achter in de auto van verdachte, op de plaats achter de bestuurdersstoel;
  • dat vervolgens een persoon, die door het hof is herkend als de aangever [slachtoffer 1], die vanaf de parkeerplaats kwam gelopen, aan de andere kant (te weten: de rechter voorkant) om de auto van de verdachte heen is gelopen;
  • [slachtoffer 1] vervolgens buiten beeld raakt.
De verdachte heeft, voordat de camerabeelden zijn getoond, ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij eerst ter plaatse is gekomen op het moment dat de andere mannen vanaf de parkeerplaats van camping Fort Oranje kwamen teruggelopen en voorts dat niemand bij hem in de auto is ingestapt.
Geconfronteerd met voormelde beelden, heeft de verdachte verklaard dat hij ter plaatse kwam om een hamburger te gaan eten en de andere mannen, die hij kent, toevallig tegenkwam. Voorts dat het niet kan dat er iemand bij hem is ingestapt en vervolgens dat [medeverdachte] weliswaar bij hem in de auto is gestapt, maar dat deze “verkeerd“ was ingestapt en “op de hoek” weer is uitgestapt.
Uit de tot het bewijs gebezigde verklaringen van [slachtoffer 1] volgt dat:
  • hij vanaf de parkeerplaats bij camping Fort Oranje werd begeleid door een aantal “grote mannen”, onder wie een Molukse, gespierde man met zichtbaar veel tatoeages en piercings in zijn gezicht;
  • hij werd begeleid door een Molukse man met een wit t-shirt en een wit petje, een soort sportschooltype met brede armen en tatoeages;
  • hij vervolgens voorin moest plaatsnemen in een zwarte Volkswagen, waarin twee mannen zaten;
  • hij zag dat[slachtoffer 2] in een andere auto plaatsnam;
  • zij vervolgens op de parallelbaan reden en 500-600 meter verder een soort inham inreden;
  • [slachtoffer 1] vervolgens uit de auto werd getrokken en daarop werd geslagen en geschopt door meerdere mannen, onder wie de Molukse man met het witte shirt;
  • hij [medeverdachte], op een set getoonde foto’s, herkent als de door hem eerder beschreven Molukse man met de piercings en de tatoeages die ten tijde van het incident een petje droeg.
Gelet op de inhoud van gebezigde bewijsmiddelen, in het bijzonder op hetgeen uit de bevindingen van de ter plaatse aanwezig observanten naar voren komt, gaat het hof er, met de rechtbank, vanuit dat de groep mannen die de slachtoffers[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben mishandeld uit negen personen bestond en dat deze personen vanaf camping Fort Oranje met drie auto’s te weten: een donkerkleurige Opel Astra, een lichtkleurige BWM en een zwarte Volkswagen, naar de Sintelweg zijn gereden, waar de slachtoffers zijn mishandeld. Dat er meer dan drie personenauto’s bij de onderhavige zaak betrokken zouden zijn geweest, zoals door de raadsman is verondersteld, is uit de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen, noch uit het onderzoek ter terechtzitting aannemelijk geworden.
Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen, in het bijzonder uit de aangifte van [slachtoffer 2], dat[slachtoffer 2] naar de plaats delict is vervoerd in voormelde Opel Astra. Gelet op dit een en ander, bezien in combinatie met de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden die o.a. uit de verklaringen van [slachtoffer 1] naar voren komen en waarbij tevens acht is geslagen op het beeld waarop is te zien dat [medeverdachte] instapt in de auto van verdachte, kan het niet anders zijn dan dat [slachtoffer 1] in de auto van de verdachte, te weten: de zwarte Volkswagen Tiguan, naar de plaats delict is vervoerd. De in de verklaringen van [slachtoffer 1] naar voren komende details die in tegenspraak met deze conclusie zijn, zoals onder meer zijn verklaring dat hij in een auto plaatsnam waarin twee mannen met zwarte t-shirts zaten, berusten naar het oordeel van het hof op kennelijke vergissingen van [slachtoffer 1].
Uit de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen kan niet worden opgemaakt dat de auto waarin hij plaatsnam, korte tijd nadat hij was ingestapt nog is gestopt om medeverdachte [medeverdachte] weer uit te laten stappen. Bovendien blijkt uit die verklaringen dat [slachtoffer 1] op de plaats delict is mishandeld door (onder meer) deze [medeverdachte], van wie niet is gebleken dat hij in één van de andere twee auto’s naar de plaats delict is vervoerd.
De eerst ter terechtzitting in hoger beroep door de verdachte, nadat hij met de betreffende beelden was geconfronteerd, naar voren gebrachte stelling dat [medeverdachte] kort nadat hij in de auto van verdachte had plaatsgenomen weer is uitgestapt, is op grond van het vorenstaande, volstrekt onaannemelijk.
Voor de stelling van de raadsman dat er geen Volkswagen Tiguan maar een Volkswagen Touran op de plaats van de mishandeling is geweest, zoals door de observanten is gerelateerd, is in de voorhanden zijnde camerabeelden, de zich in het procesdossier bevindende fotoprints en de door de politie geverbaliseerde beschrijvingen van die beelden, geen enkel aanknopingspunt te vinden. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de vermelding van een Volkswagen Touran in plaats van de onderhavige Volkswagen Tiguan in bedoelde observatieverslagen berust op een kennelijk vergissing van de betreffende observant, hetgeen niet onbegrijpelijk is gelet op de omstandigheid dat, zoals algemeen bekend is, het automerk Volkswagen een aantal autotypes produceert met namen die zeer veel op elkaar lijken. Hetgeen de raadsman daaromtrent overigens heeft aangevoerd, kan daaraan niet afdoen.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het vorenstaande, staat voor het hof derhalve vast dat de verdachte, samen met acht andere personen in drie personenauto’s naar camping Fort Oranje is gereden en dat hij samen met zijn mededaders in deze drie personenauto’s naar de plaats delict, te weten: de Sintelweg te Breda is gereden. Voorts staat voor het hof vast dat het slachtoffer[slachtoffer 2] is vervoerd in de Opel Astra en dat de verdachte in ieder geval het slachtoffer [slachtoffer 1] en de medeverdachte [medeverdachte] vanaf camping Fort Oranje naar de plaats delict heeft vervoerd in zijn personenauto van het merk Volkswagen, type Tiguan.
Op basis van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zelf op de plaats delict enige geweldshandeling heeft gepleegd, maar gelet op alle feiten en omstandigheden zoals die naar voren komen uit de gebezigde bewijsmiddelen en mede uit het hiervoor overwogene, is het hof van oordeel dat er bij de uitvoering van de feiten sprake is geweest van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders dat sprake is van het tezamen en in vereniging begaan van de onder 1. en 2. bewezen verklaarde feiten.
Bijgevolg wordt het verweer van de verdediging verworpen.
II.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 5. ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat hij de in de tenlastelegging vermelde wapens, munitie en patroonhouder voorhanden heeft gehad. Daartoe is aangevoerd -zakelijk weergegeven- dat, zoals blijkt uit de door haar bij de politie afgelegde verklaring, de civiele eigendom van voormelde wapens, munitie en patroonhouder bij de ex-echtgenote van de verdachte ligt, terwijl deze zijn aangetroffen in de woning van die ex-echtgenote, waar de verdachte niet meer verbleef.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep omtrent de onderhavige vuurwapens verklaard dat:
  • deze oorspronkelijk aan zijn voormalige schoonvader toebehoorden;
  • hij de wapens, nadat zijn voormalige schoonmoeder was overleden, zes weken voordat deze zijn aangetroffen, vanuit de woning van zijn voormalige schoonouders heeft meegenomen naar de woning van zijn ex-echtgenote en deze daar uit veiligheidsoverwegingen heeft gedemonteerd en de onderdelen verspreid heeft opgeborgen;
  • hij ten tijde van het voorhanden krijgen en het aantreffen van de wapens niet meer in de woning van zijn ex-echtgenote woonde.
Om tot bewezenverklaring te kunnen komen van “voorhanden hebben” in de zin van artikel 26 van de Wet wapens en munitie, is -naast de bewustheid van de dader omtrent de aanwezigheid van het betrekkelijke wapen- noodzakelijk dat kan worden vastgesteld dat de dader een zekere beschikkingsmacht over dat wapen had. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van voorhanden hebben in voormelde zin doet het er niet toe, zoals de verdediging heeft betoogd, aan wie het wapen (in civielrechtelijke zin) in eigendom toebehoort.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat:
  • de onderhavige wapens en munitie op 18 oktober 2011 zijn aangetroffen bij gelegenheid van een doorzoeking van de woning van de ex-echtgenote van verdachte. gelegen aan het [adres];
  • de ex-echtgenote bij gelegenheid van haar verhoor door de politie op 9 november 2011, onder meer heeft verklaard dat zij op dat moment ongeveer een half jaar samenwoonde met de verdachte in de woning aan het [adres];
  • de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 18 juni 2012 heeft verklaard dat de onderhavige vuurwapens en munitie vanuit de woning van zijn ex-schoonouders zijn meegenomen naar “ons” huis;
  • de auto waarin de verdachte in de betreffende periode reed, voorafgaand aan 18 oktober 2011 een aantal keren bij de woning aan het [adres] is gesignaleerd.
Op grond van deze feiten en omstandigheden stelt het hof vast dat bij de verdachte, die ten tijde van aantreffen van de ten laste gelegde wapens en munitie kennelijk woonachtig was in voormelde woning, zowel bewustheid over de aanwezigheid van die wapens,munitie en patroonhouder in die woning bestond als dat hij de beschikkingsmacht daarover had.
Bijgevolg is wettig en overtuigend bewezen dat hij de ten laste gelegde wapens, munitie en patroonhouder voorhanden heeft gehad in de zin van artikel 26 van de Wet wapens en munitie.
Het verweer wordt verworpen.
III.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
IV.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1. primair bewezen verklaarde levert op:

Poging tot medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.

Het onder 2. primair bewezen verklaarde levert op:

Poging tot medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.

Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd,
en

Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In verband met de ernst van het bewezen verklaarde heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat het in de gevallen bewezen verklaard onder 1. en 2. gaat om mishandelingen van twee personen, welke mishandelingen van tevoren waren gepland en waarbij de slachtoffers tegen hun wil zijn meegenomen in twee auto’s en zijn vervoerd naar een afgelegen plaats, waar zij op zeer grove wijze zijn mishandeld
  • de mate waarin door deze feiten de lichamelijke gezondheid van de slachtoffers in gevaar is gebracht en de mate waarin deze feiten bij hen hebben geleid tot lichamelijk letsel;
  • de omstandigheid dat slachtoffers als gevolg van een feit als het onder 1. en 2. bewezenverklaarde -naast de lichamelijk gevolgen- nog langdurig last kunnen hebben van nadelige psychische gevolgen, zoals gevoelens van angst en onveiligheid;
  • de omstandigheid dat de verdachte, zoals onder 5. bewezen is verklaard, een tweetal vuurwapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool en een geweer, met daarbij behorende munitie, en een patroonhouder voorhanden heeft gehad, hetgeen grote veiligheidsrisico's met zich brengt en om die reden een maatschappelijk kwaad vormt dat ernstig dient te worden bestraft.
In verband met de persoon van verdachte heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 november 2012, waaruit blijkt dat hij een aantal keren is veroordeeld, onder meer terzake van overtreding van de wapenwetgeving;
  • zijn overige persoonlijke omstandigheden, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Op grond van het vorenstaande kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij het bepalen van de duur van deze straf heeft het hof acht geslagen op rechterlijke uitspraken met betrekking tot feiten, die met het onderhavige geval (grosso modo) vergelijkbaar zijn.
Aan de hand daarvan acht het hof de door de eerste rechter opgelegde gevangenisstraf een passende reactie.
Beslag
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen, zijn middelen als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet en zullen daarom worden onttrokken aan het verkeer.
De hierna te noemen in beslag genomen (onderdelen van) vuurwapens en munitie zijn voorwerpen met betrekking tot welke het onder 5. bewezen verklaarde is begaan en dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De overige hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende dient te worden aangemerkt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 45, 47, 57, 63 en 303 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en artikel 13a van de Opiumwet, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeeltde verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 621943 1.00 STK Munitie houder betreft 01.e.01 patroonhouder met.22 patronen;
  • 621959 1.00 DS Patroon betreft 01.d.03, doosjes 48x9 mm patronen;
  • 621959 1.00 STK Patroon betreft 01.d.03 los rekje 8 x 9 mm patronen;
  • 621959 1.00 DS Patroon betreft 01.d.03, doosje 50 x 9 mm patronen;
  • 621959 1.00 ZAK Patroon betreft 01.d.03 gripzak 42 x 9 mm patronen;
  • 621961 2.00 ZAK Hennep betreft 01.c.01, in oude 2 gripzakjes hennep;
  • 621964 1.00 DS Patroon THUNDERBOLT betreft 01.d.04, 1 doosje vermoedelijk 50 pa;
  • 621968 1.00 STK Mes Kl: goudkleur, SIN:AAEG2878NL betreft 01.c.03;’
  • 621971 1.00 DS Wapen onderdelen RIFLE SCOPE betreft 01.d.05 doos met rifle scope;
  • 621972 1.00 ZAK Hashish betreft 0 1.c.04, gripzak met verm. Hashblok;
  • 621972 13.00 ZAK Hennep betreft 01.c.04 13x gevulde gripzakje;
  • 621975 1.00 STK Wapen onderdelen HOLSTER lederen betreft 01.d.06 lederen holster voor walther;
  • 6219901.00 STK Wapen onderdelen Kl: zwart VIZIER betreft 01.d.09;
  • 621998 1.00 STK Geweer betreft 01.d.10, houten geweer met vizier;
  • 622114 1.00 STK Mes BUCK KNIFE alfahunter SIN: AAEG2879NL betreft 01.b.10;
  • 622117 1.00 STK Wapen ASTRA UNCETO vuurwapen betreft 01.b.10.25 vuurwapen;
  • 622117 1.00 DS Patroon 0.25 betreft 01.b.10 half doosje patronen;
  • 622130 1.00 ZAK Hennep betreft 01.w.2 vuilniszak met afgeknipte hennep.
Gelast de teruggaveaan van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 621868 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: grijs, NOKIA, betreft 01.a.l;
  • 621885 1.00 STK Diskette Kl: zwart, 3,5 inch ds, hd 2 mb, geplakt op envelop opschr. diskette a02, 01;
  • 621886 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: blauw, NOKIA 3310, betreft 01.x.01, inclusief zwarte accu los b;
  • 621885 1.00 STK Diskette Kl: zwart, 3,5 inch ds, hd 2 mb, geplakt op envelop opschr. diskette a02, 01;
  • 621886 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: blauw, NOKIA3310, betreft 0 l.x.01, inclusief zwarte accu los b;
  • 621890 1.00 STK Videorecorder, betreft 01.z.01 inclusief gebruiksaanwijzing;
  • 621892 1.00 STK Telefoonautomaat PARROT CK 3100, betreft 0 1.a. 7, carkit;
  • 621899 1.00 STK Muziekcomputer, PANASONIC Sdr-S 2002007, 20gb hd, betreft 01.a.08 (mediaspeler);
  • 621901 1.00 STK Computer Kl: zilverkleurig, APPLE ipad SIN: AAEG2751NL, betreft 01.y.01, met groene beschermhoes;
  • 621904 1.00 STK Computer Kl: zilverkleurig, SONY Vaio SIN: AAEG2757NL, betreft 01.y.02;
  • 621905 1.00 STK Computer Kl: zwart, ACER aspire7720 logo harley davidson club, betreft 0 l.a.9 in laptoptas (Belkin) incl. oplader;
  • 621907 1.00 STK Mobiele telefoon, Kl: zilverkleurig, VERTU a0020609 SIN: AAEG2758NL, betreft 01.y.03;
  • 621908 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart, NOKIA N868np SlN:AAEG2750NL, betreft 0l.y.04;
  • 621909 1.00 STK Computer Kl: zwart, TOSHIBA satellite, zit in tas merk trust, incl. accu / 01.a.10;
  • 621911 1.00 STK Geluidsapparatuur, VICI SEEY Mp4 speler, SIN: AAEG2753NL, betreft 0l.y.05;
  • 621912 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: meerkleurig, NOKIA SIN: AAEG2759NL, Betreft 01.y.06 / kleur omhulsel: roze met g;
  • 6219141.00 STK Computer, DELL INSPIRION 1525, Betreft 01.b.1: inclusief oplader;
  • 621918 1.00 STK Computertoebehoren, SONY memorystick, betreft 01.y.07;
  • 621920 1.00 STK Adapter BLACKBERRY, betreft 01.b.2;
  • 621925 1.00 STK Fotodisk, KODAK sd-kaart, betreft 01.y.08, sd kaart 128 mb;
  • 621928 1.00 STK Mobiele telefoon plus oplader plus extra batterij, betreft 01;
  • 621931 1.00 STK Acculader, 01.y.09 hartvormige doos met meerdere acculaders;
  • 621934 1.00 STK Harddisk Kl: grijs FREECOM networkdrive, betreft networkdrive ltb lan + usb2;
  • 621936 1.00 STK Computer Kl: zwart ASUS EEE PC 701 Sd, betreft 01.b.05 met oplader, zit in tasje;
  • 621947 1.00 STK Lamp Kl: zwart, MACLIGHT handlamp, betreft 01.d.01;
  • 621953 1.00 STK Jas, buitenvest, betreft 0 l.b.06, buitenvest full color jacket;
  • 621956 1.00 STK Jas, SATUDARAH binnenvest, betreft 01.b.7, binnenvest full color jacket;
  • 621957 1.00 STK Jas Kl: zwart, SATUDARAH jacket, betreft 01.w.1;
  • 621959 1.00 STK Tas, heuptas, betreft 01.d.03;
  • 621961 1.00 STK Tas Kl: zwart, ICEBERG zwart, betreft 01.c.01;
  • 621972 1.00 STK Geldkist Kl: zilverkleurig, betreft 01.c.04;
  • 621980 1.00 STK Computer Kl: zwart, merk ONBEKEND, zelfbouw, betreft 01.c.02;
  • 621982 1.00 STK Lamp, LOGUN gunlamp, betreft 01.d.07;
  • 621984 1.00 ZAK Telefoonautomaat, betreft 01.c.5 zal met 9 telefoons, accu;
  • 621984 1.00 STK Kaart, sd-micro, betreft 01.c.5 1x sd-microkaartje;
  • 621986 1.00 STK Poststuk BRIEFPOST, betreft 01.d.08 brief marian over verschaf.;
  • 621987 1.00 STK Speeldoos, betreft 01.c.6;
  • 621996 1.00 STK Computer Kl: grijs, ACER aspire 510 SIN: AAEG2756NL, betreft 01.z.02;
  • 621997 1.00 STK Computer Kl: grijs, ACER aspire 360 SIN: AAEG2755NL, betreft 01.z.03;
  • 621999 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart, NOKIA, betreft 0 l.z.04 klaptelefoon;
  • 622001 1.00 STK Fotolijst Kl: grijs, AAEG2754NL, betreft 01.z.05;
  • 622002 Geld Euro's, betreft 01.d.11, 50 euro biljet;
  • 622110 1.00 STK Computertoebehoren Kl: groen; EMTEC usb-stick, betreft 01.b.08;
  • 622112 1.00 STK Fotodisk CANON, betreft 01.b.09 inhoud: flashcard;
  • 622119 1.00 STK Boek, betreft 0l.b.12 themaboek motorcyclegangs;
  • 622121 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart, NOKIA, betreft 01.b.13;
  • 622122 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: blauw, NOKIA, betreft 01.b.14, telefoon met oplader;
  • 622123 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: groen, NOKIA3310, betreft 01.b.15;
  • 622124 1.00 STK Fototoestel CANON powershot, betreft 01.b.16;
  • 622125 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart, SAMSUNG, betreft 01.b.17;
  • 622126 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart, NOKIA, betreft 01.b.18;
  • 622128 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: blauw, NOKIA, betreft 01.b.19;
  • 622129 1.00 STK Computer, HP 6730 bravo, betreft 01.b.20 laptop met oplader.
Aldus gewezen door
mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter,
mr. J.J. van der Kaaden en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R.H. Boekelman, griffier,
en op 28 januari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.