ECLI:NL:GHSHE:2014:151

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
28 januari 2014
Zaaknummer
20-002625-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en andere strafbare feiten

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1973 en thans verblijvende in PI Zuid West - HvB De Torentijd te Middelburg, was aangeklaagd voor meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. De feiten vonden plaats op 23 augustus 2011 te Rijsbergen en Breda, waar de verdachte samen met anderen twee slachtoffers heeft mishandeld. De slachtoffers werden gedwongen in een auto plaats te nemen en naar een afgelegen locatie vervoerd, waar zij op grove wijze zijn mishandeld met een zaklantaarn van het merk 'Maglite'. De verdachte werd ook beschuldigd van het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en een grote hoeveelheid drugs. Het hof heeft de verdachte in eerste instantie vrijgesproken van heling van documenten, maar heeft hem wel veroordeeld voor de andere ten laste gelegde feiten. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 4 jaren en 6 maanden opgelegd, maar het hof heeft deze straf met één maand verminderd, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de heling. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren en 5 maanden. Het hof heeft de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen bevolen, waaronder vuurwapens en verdovende middelen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002625-12
Uitspraak : 28 januari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 10 juli 2012 in de strafzaak met parketnummer 02-811698-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
thans verblijvende in PI Zuid West - HvB De Torentijd te Middelburg.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte van de onder 3. en 4., ten laste gelegde feiten vrijgesproken, en ter zake van:
  • feit 1 en 2, telkens primair: medeplegen van poging tot zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade;
  • feit 5: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd, en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot munitie van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid onder a, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
  • feit 6: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
  • feit 7: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
  • feit 8: schuldheling,
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren en 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts heeft de eerste rechter beslist over in beslag genomen voorwerpen.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep moet, blijkens het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, worden begrepen als uitdrukkelijk te zijn beperkt tot de veroordeling ter zake van hetgeen aan de verdachte onder 1., 2., 5., 6., 7. en 8. is ten laste gelegd. Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft:
  • primair verzocht dat het hof onderzoek door medisch/ technisch deskundige zal gelasten, zodat een deskundig oordeel kan worden verkregen omtrent de vraag of de bij de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] geconstateerde verwondingen passen bij het slaan met een Maglite zaklantaarn zoals ten laste is gelegd;
  • subsidiair -voor het geval het hof het primaire verzoek zou afwijzen- bepleit dat de verdachte van de onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken;
  • zich met betrekking tot de bewezenverklaring van de onder 5., 6. 7. en 8 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van het hof;
  • met betrekking tot de strafoplegging bepleit dat zal worden volstaan met oplegging van een gevangenisstraf van 41 maanden.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
primair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 2] heeft gedwongen, althans opdracht heeft gegeven, althans heeft verzocht, in een auto plaats te nemen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] in die auto naar een afgelegen plaats, althans een andere plaats, heeft vervoerd en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald, althans voormelde [slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft laten stappen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- voormelde [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt en/of
- de armen van voormelde [slachtoffer 2], die op dat moment op de grond lag, heeft vastgehouden en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans in het lichaam, heeft gestoken terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Sintelweg en/of op de kruising van de Sintelweg met de Mastdreef, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit
- het vasthouden van de armen van voormelde [slachtoffer 2] en/of
- het steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans in het lichaam, van voormelde [slachtoffer 2] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 2] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 2] en/of tegen andere delen van het lichaam van voormelde [slachtoffer 2];
2.
primair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 1] heeft gedwongen, althans opdracht heeft gegeven, althans heeft verzocht, in een auto plaats te nemen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] in die auto naar een afgelegen plaats, althans een andere plaats, heeft vervoerd en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald, althans voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft laten stappen en/of (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
subsidiair
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Rijsbergen, gemeente Zundert en/of te Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Sintelweg en/of op de kruising van de Sintelweg met de Mastdreef, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit
- het meermalen, althans eenmaal, slaan met een Maglite, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen tegen het hoofd van voormelde [slachtoffer 1] en/of tegen andere delen van het lichaam van voormelde [slachtoffer 1];
5.
hij op of omstreeks 18 oktober 2011 te Rijsbergen en/of te Breda en/of Zundert, in ieder geval in het arrondissement Breda, een of meer wapens van categorie II en/of III, te weten: te Rijsbergen en/of Zundert (in een personenauto, merk Peugeot)
- een pistool (merk Sig, zijnde een vuurwapen van categorie III onder 1 en/of munitie van categorie III, te weten 15, althans een (aantal) patronen en/of
te Breda (in de woning [adres])
- een geweer (merk Remington), zijnde een vuurwapen van categorie III onder 1 en/of - munitie van categorie III, te weten * 83 patronen 9X19 para en/of * 27 patronen kaliber 7.62X51 en/of
- een patroonhouder 9 mm para Sig Sauer en/of een richtkijker, zijnde (een) onderde(e)l(en) van een vuurwapen van categorie II onder 2 en/of III onder 1 voorhanden heeft gehad;
6.
hij op of omstreeks 18 oktober 2011 te Breda opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1.500, in elk geval een grote hoeveelheid pillen bevattende amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
7.
hij op of omstreeks 18 oktober 2011 te Breda opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 249 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
8.
hij op of omstreeks 18 oktober 2011 te Breda, in elk geval in Nederland, een vaarbewijs en/of een identiteitskaart ten name van [slachtoffer 3] (afkomstig van een woninginbraak op 17 oktober 2011) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat vaarbewijs en/of die identiteitskaart wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde overweegt het hof als volgt.
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen blijkt het volgende.
Bij de fouillering ten tijde van de insluiting van verdachte op 18 oktober 2011 heeft de politie onder hem een Nederlands legitimatiebewijs en vaarbewijs aangetroffen, die op naam waren gesteld van [slachtoffer 3], geboren te Wijk en Aalburg op 22 juni 1958. Laatstgenoemde heeft aangifte van woninginbraak gedaan, inhoudende dat op 17 oktober 2011 tussen 00.45 uur en 07.00 uur diverse goederen uit zijn woning zijn ontvreemd, waaronder het onder de verdachte aangetroffen ID-bewijs. De aangifte maakt geen melding van diefstal van voormeld vaarbewijs.
De verdachte heeft omtrent de ten laste gelegde documenten verklaard dat hij deze goederen heeft gevonden.
Deze verklaring kan niet worden weerlegd door de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen, die evenmin enig houvast bieden voor de aanname dat de verdachte wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat het hier van misdrijf afkomstige goederen betroffen.
Het hof acht bijgevolg uit het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 8. tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 5., 6. en 7. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
primair
(ZD 02) hij op 23 augustus 2011 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met anderen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 2] heeft gedwongen in een auto plaats te nemen en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] in die auto naar een afgelegen plaats heeft vervoerd en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 2] meermalen met een Maglite op/tegen het hoofd heeft geslagen en
- voormelde [slachtoffer 2] meermalen tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
primair
(ZD 02) hij op 23 augustus 2011 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met anderen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- voormelde [slachtoffer 1] heeft gedwongen in een auto plaats te nemen en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] in die auto naar een afgelegen plaats heeft vervoerd en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] uit voormelde auto heeft getrokken/gehaald en (vervolgens)
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen met een Maglite op/tegen het hoofd heeft geslagen en
- voormelde [slachtoffer 1] meermalen tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of heeft geschopt en/of heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op 18 oktober 2011 te Rijsbergen en te Breda, wapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
te Rijsbergen (in een personenauto, merk Peugeot)
- een pistool (merk Sig, zijnde een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15 patronen en
te Breda (in de woning [adres])
- een geweer (merk Remington), zijnde een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
* 83 patronen 9X19 para en
* 27 patronen kaliber 7.62X51 en
- een patroonhouder 9 mm para Sig Sauer en een richtkijker, zijnde onderdelen van een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
6.
hij op 18 oktober 2011 te Breda opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid pillen bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
7.
hij op 18 oktober 2011 te Breda opzettelijk aanwezig heeft gehad 249 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de hem onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde pogingen tot zware mishandeling, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat bij de verdachte sprake is geweest van opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Daartoe is aangevoerd -zakelijk weergegeven- dat:
  • de uiterlijke verschijningsvorm van de bij de slachtoffers geconstateerde verwondingen niet past bij het krachtig slaan op het hoofd met een zwaar en glad voorwerp als de onderhavige “Maglite” door een grote, sterke man als de verdachte;
  • het op die manier slaan met een dergelijk voorwerp eerder zou leiden tot bijvoorbeeld een schedelbasisfractuur, botbreuken en grote bulten op het hoofd;
  • derhalve niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op een dusdanige wijze heeft geslagen dat daaruit kan worden opgemaakt dat hij heeft gehandeld met opzet op zwaar lichamelijk letsel.
Ter adstructie van het verweer heeft de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep een zaklantaarn, naar zijn zeggen van het merk Maglite, aan het hof getoond en heeft hij deze, kennelijk om zijn stelling dat het hier gaat om een zwaar voorwerp kracht bij te zetten, op de vloer van zittingzaal laten vallen.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt het volgende.
De slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn op 23 augustus 2011 vanaf een parkeerplaats bij camping Fort Oranje te Breda door een (groot) aantal mannen, onder wie de verdachte die bij aankomst een zaklantaarn van het merk “Maglite” van een aanzienlijke lengte in zijn hand had, in twee auto’s meegenomen naar een afgelegen plaats, te weten: de Sintelweg te Breda. Daar aangekomen zijn de slachtoffers uit de betreffende auto’s getrokken/gehaald en ter plaatse door meerdere personen, op grove wijze mishandeld, waarbij de verdachte de slachtoffers met zijn “Maglite” meermalen op/tegen het hoofd heeft geslagen en waarbij de slachtoffers door de verdachte en zijn mededaders meermalen tegen het hoofd en/of tegen andere delen van het lichaam zijn geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt.
Het slachtoffer [slachtoffer 1] heeft als gevolg van deze mishandelingen ter plaatse zijn bewustzijn verloren en is ter verzorging in het ziekenhuis opgenomen. De behandelend trauma-arts heeft bij hem een hematoom en schaafwond op het rechtergelaat, een schaafwond op het achterhoofd en zwellingen op linkerschouder en bovenarm geconstateerd.
De behandelend trauma-arts heeft bij het slachtoffer [slachtoffer 2] onder meer een zwelling aan de linkerzij geconstateerd.
Ten aanzien van het verweer van de raadsman met betrekking tot de lantaarn, wordt het volgende overwogen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat een zaklantaarn van het merk Maglite met een lengte/omvang, zoals daarvan met name uit de zich in het procesdossier bevindende fotoprints en getoonde camerabeelden blijkt, een metalen voorwerp is met een aanzienlijk gewicht.
Naar algemene ervaringsregels kan het slaan met een dergelijk zwaar metalen voorwerp tegen het hoofd van een ander eenvoudig tot zwaar lichamelijk letsel bij de betreffende persoon leiden en bergt een dergelijk handelen de aanmerkelijke kans op dat gevolg in zich.
De verdachte moet daarvan, evenals ieder ander weldenkend mens, op de hoogte zijn geweest.
De gedragingen van de verdachte kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer te zijn gericht op het in de bewezenverklaringen onder 1. primair en 2. primair omschreven gevolg, te weten het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij de slachtoffers, dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg (telkens) heeft aanvaard.
Overigens overweegt het hof dat, indien het door de verdachte met zijn Maglite op de slachtoffers uitgeoefende geweld al buiten beschouwing zou worden gelaten, het overige door de verdachte en zijn mededaders in vereniging toegepaste geweld, zoals bewezen is verklaard, op zich reeds is geëigend om aan de slachtoffers zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, zodat het slaan met de Maglite door de verdachte op zich niet doorslaggevend is om tot het oordeel te geraken dat bij de verdachte en zijn mededaders het opzet op het toebrengen van dergelijk letsel aanwezig was.
Om die reden acht het hof het door de verdediging verzochte deskundigenonderzoek niet noodzakelijk, zodat dit wordt afgewezen.
Op grond van het vorenstaande wordt het verweer verworpen.
II.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
III.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1. primair bewezen verklaarde levert op:

Poging tot medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.

Het onder 2. primair bewezen verklaarde levert op:

Poging tot medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.

Het onder 5. bewezen verklaarde levert op:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd

en

Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Het onder 6. bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 7. bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In verband met de ernst van het bewezen verklaarde heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat het in de gevallen bewezen verklaard onder 1. en 2. gaat om zeer ernstige mishandelingen van twee personen, welke mishandelingen van tevoren waren gepland, waarbij de slachtoffers tegen hun wil zijn meegenomen in twee auto’s en zijn vervoerd naar een afgelegen plaats, waar zij op zeer grove wijze zijn mishandeld;
  • de omstandigheid dat de verdachte bij de uitvoering van die feiten een vooraanstaande rol heeft gespeeld, door de slachtoffers met een door hem meegebrachte zaklantaarn van het merk “Maglite” met kracht op hun hoofd te slaan;
  • het gewelddadig karakter van de onder 1. en 2. bewezen verklaarde feiten en de maatschappelijke verontrusting die daarvan het gevolg is;
  • de mate waarin door deze feiten de lichamelijke gezondheid van de slachtoffers in gevaar is gebracht en de mate waarin deze feiten bij hen hebben geleid tot lichamelijk letsel;
  • de omstandigheid dat slachtoffers als gevolg van een feit als het onder 1. bewezenverklaarde -naast de lichamelijk gevolgen- nog langdurig last kunnen hebben van nadelige psychische gevolgen, zoals gevoelens van angst en onveiligheid;
  • de omstandigheid dat de verdachte, zoals onder 5. bewezen is verklaard, een tweetal vuurwapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool en een geweer, met daarbij behorende munitie, alsmede diverse wapenonderdelen voorhanden heeft gehad, hetgeen grote veiligheidsrisico's met zich brengt en om die reden een maatschappelijk kwaad vormt dat ernstig dient te worden bestraft;
  • de omstandigheid dat onder de verdachte, zoals bewezen verklaard onder 6., een grote hoeveelheid (te weten: totaal meer dan 7 kilogram) amfetaminepillen is aangetroffen, hetgeen een indicatie oplevert voor de aanname dat verdachte in dergelijke pillen handelde;
  • de omstandigheid dat dergelijke harddrugs, eenmaal in handen van gebruikers, grote gevaren voor de gezondheid van die gebruikers opleveren.
In verband met de persoon van verdachte heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 21 augustus 2013, waaruit blijkt dat hij een groot aantal keren is veroordeeld terzake van onder meer geweldsdelicten, overtreding van de Opiumwet en van de wapenwetgeving;
  • zijn overige persoonlijke omstandigheden, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Op grond van het vorenstaande kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij het bepalen van de duur van deze straf heeft het hof acht geslagen op rechterlijke uitspraken met betrekking tot feiten, die met de onderhavige (grosso modo) vergelijkbaar zijn.
Aan de hand daarvan acht het hof de door de eerste rechter opgelegde gevangenisstraf in beginsel een passende reactie. Gelet echter op de omstandigheid dat het hof de verdachte zal vrijspreken van de onder 8. ten laste gelegde (opzet- dan wel schuld) heling, zal het hof genoemde gevangenisstraf verminderen met één maand.
Beslag
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven (plastic zakken houdende) verdovende middelen, zijn middelen als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet en zullen daarom worden onttrokken aan het verkeer.
De hierna te noemen in beslag genomen (onderdelen van) vuurwapens en munitie zijn voorwerpen met betrekking tot welke het onder 5. bewezen verklaarde is begaan en dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven overige wapens (klapmessen), zijn voorwerpen die bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijf zijn aangetroffen en aan de verdachte toebehoren. Deze voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De overige hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende dient te worden aangemerkt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 2, 3, 10, 11 en 13a van de Opiumwet, de artikelen 36b, 36c, 36d, 45, 47, 57, 63 en 303 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 8 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 5., 6. en 7. ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. primair, 2. primair, 5., 6. en 7. bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeeltde verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur
van4 (vier) jaren en 5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 1.00 STK Mes Kl: zwart KLAPMES;
  • 14 A1 1.00 STK Pil, pillen uit theepot;
  • 14 A2 1.00 STK Hashish blok uit aardewerk pot;
  • 14 B2 1.00 STK Mes klapmes op de koelkast;
  • 24 C4 2.00 STK Zak (verpakkingsmateriaal) doorzichtige zakken met pillen, uit sporttas;
  • 24 C4 1.00 STK Zak (verpakkingsmateriaal) Kl: oranje met vermoedelijk pillen, uit sporttas;
  • 621459 1.00 STK Geweer REMINGTON 700 7, 62x5;
  • 621460 27.00 STK Munitie 7, 62x51 aangetroffen in plastic tas;
  • 621461 1.00 STK Wapen onderdelen RICHTKIJKER aangetroffen in plastic zak;
  • 621462 1.00 STK Patroonhouder SIG SAUER 9mm para;
  • 621463 1.00 DS Munitie 9 mm para;
  • 621465 1.00 ZAK Munitie 9mm para;
  • 621466 1.00 STK Verdovende Middelen, Kl: wit, wit poeder gewikkeld in een bankbiljet;
  • 621469 20.00 STK Munitie 9mm para 20-tal patronen (niet kunnen tellen).
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 2 1.00 STK Vuurwerk Kl: geel/groen DELOVA RANA PRO met lont, barcode: 8595124306050;
  • 11 A1 1.00 STK Schoeisel Kl: wit, DSQUARED, heren, schoenmaat niet leesbaar, zwarte zool, wit;
  • 13 1 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart NOLIA nr. [telefoonnummer];
  • 13 10 1.00 STK Koker DELVONA PROFI ronde koker (mogelijk vuurwerk);
  • 13 11 1.00 STK Hangslot Kl: rood;
  • 13 12 1.00 PR Papier HI een paar plastic hoesje met prepaid papieren;
  • 13 13 1.00 STK Map LABARA prepaid;
  • 13 14 1.00 STK Papier T-MOBILE een t-Mobile papier met simkaart gegevens;
  • 13 15 1.00 STK Schrift Kl: blauw notitieblokje;
  • 13 16 1.00 STK Folder WESTERN UNION een folder voor een Western Union Card;
  • 13 17 1.00 STK Papier DE ZWARTE TULP salarisstrook van vof de Zwarte Tulp o.n.v. [verdachte];
  • 13 18 1.00 STK Papier diverse papiertjes met namen en telefoonnummers;
  • 13 18 1.00 STK Kassabon diverse kassabonnetjes;
  • 13 19 2.00 STK Kassabon BAROK&REPRO, 2 identieke kassabonnen van een bijzettafel;
  • 13 2 1.00 STK Etui Kl: zwart, BUDDHA BUDDHA, een ronde zwart lederen etui;
  • 13 20 1.00 STK Document ESSENT voorkoming afsluiting van electr e/o gas onv;
  • 13 21 1.00 STK Papier afschrift ABN AMRO BANK;
  • 13 22 1.00 STK Etui Kl: zwart etui;
  • 13 22 1.00 STK Sleutel PEUGEOT contactsleutel uit zwarte etui;
  • 13 22 1.00 STK Papier papiertje met het kenteken [kenteken] uit etui;
  • 13 23 1.00 STK Batterij een AA batterij;
  • 13 3 1.00 STK Kaart DB MASTERCARD o.n.v. DB Cardservice;
  • 13 4 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwarte SAMSUNG mobiele telefoon met pen;
  • 13 5 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: oranje ALCATEL;
  • 13 6 1.00 STK Sleutel een contactsleutel van een auto;
  • 13 7 1.00 STK Rozenkrans;
  • 13 8 1.00 STK Folder SATELINE;
  • 13 9 4.00 STK Aansteker;
  • 13 A1 1.00 STK Sabel in de kast op bovenste plank;
  • 13 A2 1.00 STK Tas Kl: zwart;
  • 13 A2 1.00 STK Tas Kl: zwart D&G;
  • 13 A2 1.00 STK Bouwmateriaal TYREPS uit D&G tasje;
  • 13 A2 1.00 STK Tapeband DUCTAPE uit D&G tasje;
  • 13 A3 1.00 STK Envelop Kl: wit;
  • 13 A3 1.00 STK Paspoort uit witte envelop;
  • 13 A3 1.00 STK Sleutel SPEETS auto Audi A3 [kenteken], uit witte envelop;
  • 13 A4 1.00 STK Tas Kl: bruin;
  • 13 A4 1.00 STK Portemonnee Kl: zwart o.n.v. [betrokkene], uit bruine tas;
  • 13 A5 4.00 FLS Fles 150 ml in kast woonkamer bovenste plank;
  • 13 E1 2.00 STK Computertoebehoren USB sticks 1x T Mobile, 1x disk2go.com;
  • 13 F1 1.00 STK Computer PRESCARIO CQ60 Laptop eettafel in woonkamer;
  • 13 F10 2.00 STK Telefoonkaart LEBARA MOBILE prepaid 1 kaart in verpakking,1x verpakking zonder k;
  • 13 F11 1.00 STK Rijbewijs nr. [nummer] o.n.v. [betrokkene];
  • 13 F2 1.00 STK Adapter SAMSUNG eettafel in woonkamer;
  • 13 F3 1.00 STK Adapter NOKIA eettafel in woonkamer;
  • 13 F4 1.00 STK Adapter NOKIA eettafel in woonkamer;
  • 13 F5 1.00 STK Koptelefoon Kl: zwart NOKIA oortelefoon;
  • 13 F6 2.00 STK Sleutel SilvaCS206 en MCM 21573 aan sleutelhanger;
  • 13 F7 1.00 STK Computertoebehoren LOGITEC Nano Reciever, eettafel in woonkamer;
  • 13 F8 1.00 STK Computer SAMSUNG USB kabel eettafel in woonkamer;
  • 13 F9 1.00 STK Brief handgeschreven, eettafel in woonkamer;
  • 13 G11 1.00 STK Mobiele telefoon NOKIA onbekend zwarte voorkant, achterzijde oranje;
  • 13 H1 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: zwart NOKIA onbekend, op de grond naast stoel;
  • 13 1.00 STK Vaas Kl: rose;
  • 14 A1 1.00 STK Theepot op het fornuis van het keukenblok;
  • 14 A2 1.00 STK Potten aardewerk in keukenblok, linker kastje onder, onderste;
  • 14 A2 Geld buitenlands 12 Engelse ponden en 55 pence;
  • 14 A2 2.00 STK Geld niet inwisselbaar 2 Roemeense munten van 50 Bani;
  • 14 A3 1.00 STK Mobiele telefoon NOKIA 2630 Orange keukenla, bovenste rechts;
  • 14 B1 1.00 STK Mobiele telefoon SAMSUNG gr./zw.&achterklepje Nokia, op de koelkast i;
  • 14 B1 1.00 STK Telefoonkaart T MOBILE simkaart [nummer] op de koelkast;
  • 14 B1 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: roze SAMSUNG op de koelkast in een pot;
  • 15 1 1.00 STK Videocamera in de schuur;
  • 15 2 1.00 STK Kluis BRINKS in de schuur;
  • 22 1 1.00 STK Mobiele telefoon SONY ERICSSON op de grond op de overloop, voor ingang slaapkamer 4;
  • 24 1 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: rose NOKIA;
  • 24 A1 1.00 STK Papier OVERIG op het linker nachtkastje;
  • 24 A2 1.00 STK Telefoonkaart SD op het nachtkastje links;
  • 24 A3 1.00 STK Mobiele telefoon NOKIA T-mobile [nummer] op de grond naast het linker nachtkastje;
  • 24 A4 6.00 STK Oplaadapparaat op de grond naast het linker nachtkastje;
  • 24 B1 1.00 STK Computertoebehoren USB T-mobile op het bovenste plankje in het rechter nacht;
  • 24 B1 1.00 STK Accu op het onderste plankje in het rechter nacht;
  • 24 B3 1.00 STK Brief POLITIE onder het rechter nachtkastje;
  • 24 C1 1.00 STK Blouse Kl: witte met donkere knopen, in nek zw. strepen, in baby;
  • 24 C2 1.00 STK Shirt Kl: wit met Satudarah opdruk, in babybedje op slaapkamer;
  • 24 C3 1.00 STK Trui Kl: zwarte capuchon Ciganos opdr.+2 pist./achterz.opdr.Satudarah;
  • 24 C4 1.00 STK Tas sport in babybedje op slaapkamer 4;
  • 24 C5 1.00 STK Weegschaal CHILL MODE in de vorm van een CD hoes;
  • 24 C6 1.00 STK Brief daarop geschreven lijst met vuurwapens, babyb;
  • 24 D1 1.00 STK Document Pukcode[nummer], op roze kast;
  • 24 D2 1.00 STK Telefoon-Onderdelen VODAFONE simkaart;
  • 622336 1.00 STK Koker Kl: rood 1 rode koker;
  • 622336 3.00 STK Lint Kl: rood;
  • 622336 1.00 STK Lint Kl: wit 1 wit lint inh onbekende stof;
  • 622345 1.00 DS Doos Kl: wit DOLMANS inhoudende onbekend stof;
  • 622350 1.00 PR Handschoen Kl: zwart zwart lederen handschoenen;
  • 622365 1.00 STK Zakdoek zgn boerenzakdoek met gaatjes;
  • 622368 1.00 STK Mobiele telefoon Kl: grijs ONBEKEND kleptelefoon labara/kpn;
  • 622374 1.00 STK Mobiele telefoon Kl:zwart BLACKBERRY Vodafone.
Aldus gewezen door
mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter,
mr. J.J. van der Kaaden en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R.H. Boekelman, griffier,
en op 28 januari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.