ECLI:NL:GHSHE:2014:1487
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- J.P. de Haan
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Bewijswaardering bij diefstal van een Porsche
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 24 maart 2010. De zaak betreft de diefstal van een Porsche 911, die op 19 juni 2005 van [appellant] is gestolen. [appellant] heeft aangifte gedaan van de diefstal, maar was niet verzekerd voor diefstal. De Porsche werd op dat moment verbouwd door [geïntimeerde 1], die toegang had tot de woning van [appellant]. [geïntimeerde 2], een professioneel autohandelaar, heeft de Porsche van [geïntimeerde 1] gekocht voor een bedrag van € 10.000,=, terwijl de taxatiewaarde van de auto circa € 95.000,= was. [appellant] stelt dat zowel [geïntimeerde 1] als [geïntimeerde 2] onrechtmatig hebben gehandeld en vordert schadevergoeding van hen.
In eerste aanleg heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor onrechtmatig handelen van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], en heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen. In hoger beroep heeft [appellant] nieuwe gronden aangevoerd, waaronder de stelling dat de procura die aan [geïntimeerde 2] was afgegeven, vervalst was. Het hof heeft vastgesteld dat de procura inderdaad vervalst is en dat [appellant] voldoende bewijs moet leveren voor zijn stelling dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] gezamenlijk de Porsche hebben gestolen. Het hof heeft de zaak aangehouden voor getuigenverhoor en verdere bewijslevering.
De uitspraak van het hof laat [appellant] toe om feiten en omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] gezamenlijk de Porsche hebben gestolen. Het hof heeft een raadsheer-commissaris aangesteld voor het getuigenverhoor en verdere beslissingen zijn aangehouden.